Hoofdstuk 46

2.8K 46 22
                                    

'Dus.'  Zeg ik opdringerig. 'Oké. Maar je doet exact wat dat ik zeg.' Zegt hij serieus. Ik knik en volg hem naar een andere kamer. 'Dank je!' Piep ik terwijl dat ik hem een omhelzing geef. 'Ik ga hier zoveel spijt van krijgen.' Zucht hij. 'Ik doe dit alleen zodat ik je in de gaten kan houden.' Zucht hij hoofdschuddend. 'En als Shane thuis komt? Dan zijn we beide weg.' Zeg ik terwijl dat ik stop met lopen en stil blijf staan. 'Daar verzin ik wel wat op.' Antwoord hij terwijl dat hij een deur opent.

Ik loop de kamer in en hij sluit de deur achter ons. 'Wow.' Zeg ik onder de indruk zodra dat we in een enorme inloopkast staan. 'Hier trek dit aan.' Zegt hij terwijl hij wat naar me toe gooit. Ik bekijk het en kijk hem even met een open mond aan. 'Erm, dit is wel heel kort. En strak.' Zeg ik afkeurend. 'Je kan het hebben, en het moet.' Zegt hij simpel. 'Waarvoor?' Zeg ik aarzelend. Hij kijkt me even aan en begint te grijnzen. 'Jij wilde mee. Dan moet je ook doen wat er van je gevraagd wordt.' Ik zucht even en duw hem de kamer uit.

Ik kleed me om en bekijk mezelf in een gigantische spiegel. 'Serieus Jace.'  Mompel ik in mezelf. Ik open de deur, maar ik zie Jace nergens staan. Ik loop door de gang en hoor wat gestamel. 'Jace?!' Roep ik zodra ik hem nog steeds niet zie. De deur naast me gaat open en ik spring opzij. Hij moet even lachen en sluit de deur weer achter zich. 'Wat is dat voor kamer?' Vraag ik zodra hij de deur weer op slot draait. 'Laten we zeggen dat er wel een wapen of 2 liggen.' Grinnikt hij. 'Krijg ik ook een wapen?' Vraag ik grijnzend. 'We gaan nu niet overdrijven.' Antwoord hij hoofdschuddend. Ik moet lachen en loop achter hem aan. 'Hoe moet ik me anders verdedigen?' Vraag ik zo onschuldig mogelijk. 'Niet. Ik ben jouw wapen.' Grijnst hij.

'Staat je wel goed.' Grijnst hij. 'Het zit zo strak, het is net een tweede huid.' Klaag ik. Hij moet lachen en ik volg hem naar de garage. Hij pakt zijn telefoon en tikt wat. Hij stopt zijn telefoon weer weg en kiest een auto uit. We stappen beiden in en Jace zet de radio aan. 'En Shane?' Vraag ik terwijl dat ik mijn gordel vast klik. 'Ik heb hem een berichtje gestuurd dat we even zijn gaan wandelen. Dus dat we er niet zijn.' Ik knik even en moet lachen. 'Wat?'  Vraagt hij verward. 'Niks, we zullen zien of dat hij gelooft dat jij vrijwillig een stukje gaat "wandelen".' Lach ik. Hij moet ook even lachen en we rijden door.

'Wat voor opdracht, of taak, of hoe dat je het ook wilt noemen is het eigenlijk?' Vraag ik nieuwsgierig. 'Er is nog een kleine groep die dat drugs verhandelt. Maar ze nemen erg toe. We moeten er achter komen wie er het hoofd van is.' Legt hij uit. 'En hoe wil je dat gaan doen?' Vraag ik door. 'Dat ga je wel zien.' Grijnst hij. 'Ja, dit vertrouw ik 100 procent.' Zeg ik sarcastisch. Hij moet ook even lachen en zet de radio wat harder.

Zodra dat we uiteindelijk aankomen parkeert hij bij een club. 'Wat doen we hier?' Vraag ik. 'Ik heb het je al uitgelegd.' 'Ik snap nog steeds niet wat je wilt dat ik doe.' Zeg ik verward. Hij stapt uit en loopt naar mijn deur. Ik maak mijn gordel open en hij opent de deur voor me. 'Vertrouw me nu maar gewoon. En blijf bij me in de buurt.' Zegt hij serieus. Ik knik en loop met hem naar de club. 'En Shane hoeft hier niks van de te weten.' Voegt hij er aan toe. 'Deal.' Grinnik ik. We lopen samen naar binnen en Jace neemt me mee naar de bar.

'Zie je die twee jongens bij de dansvloer?'  Vraagt hij terwijl dat hij doelt op de dansvloer. Ik kijk zo onopvallend mogelijk naar de twee jongens en knik. 'Je moet hen afleiden zodat ik bij hun baas kan komen.' Zegt hij terwijl dat hij ze kort aankijkt. 'Hoe wil je dat ik dat doe?' Vraag ik met een opgetrokken wenkbrauw. 'Gebruik je looks, nou hup hup. Dit is zo afgehandeld.' Ik zucht en knik dan. Ik gooi mijn haar los en loop naar ze toe. 'Hé.' Glimlach ik zodra ik bij ze ben. Ze kijken me even kort aan maar negeren me ook direct.

'Zou één van jullie misschien willen dansen?' Vraag ik terwijl dat ik nog een stap dichter bij zet. Ze wisselen een blik met elkaar en kijken dan weer naar mij. Ik zet nog een stap dichterbij en leg mijn hand op één van hen zijn borst. Ik pak van beiden een hand en trek ze meer naar de dansvloer. Ik wissel kort een blik met Jace en richt me weer op de twee jongens. Jace loopt weg richting de baas en ik voel langzaam een hand op mijn heup glijden. Ik pak zijn hand en haal hem van mijn heup af. 

Ik probeer ze tijdens het dansen zoveel mogelijk af te leiden, maar ze hebben me door. Ze pakken me bij mijn arm en nemen me mee door een deur. 'Hé laat me los!' Zeg ik geïrriteerd terwijl dat ik me los probeer te maken. We lopen een trap op en eenmaal boven duwen ze me een kamer in. Ik zie Jace staan en wissel en blik met hem. 'Nu wordt het leuk.' Grijnst hij. 'Jace  Kepler en Summer Watson.' Grijnst een man achter het bureau. 'Hoe weet je onze namen?' Vraag ik terwijl dat ik mijn arm los trek. Hij begint te lachen staat op vanachter zijn bureau. 'Je kent je vijand.' Zegt hij simpel. 'En wat maakt ons jullie vijand?' Vraag ik door. Hij moet lachen en loopt naar ons toe. 'Het is zo duidelijk dat je nieuw bent.' Lacht hij spottend. 'We staan achter Eldorado. Dat maakt jullie onze vijand.' 'Dat is mijn teken.' Grijnst Jace terwijl dat hij me achter zich duwt.

Hij begint met ze te vechten terwijl dat één van de andere een doos pakt. Ik loop op hem af en geef hem een trap langs achteren. Ik pak de doos en wil naar de deur lopen maar ik word al naar achteren getrokken. Ik word tegen de muur gedrukt en niet veel later voel ik de hand van me afglijden. Jace geeft hem een paar klappen en komt voor me staan. Ik kijk de kamer rond en zie ze op de grond liggen. Behalve de baas. 'Jace?' Zeg ik terwijl dat ik hem kort aankijk. 'We gaan.' Zegt hij terwijl dat hij de deur open trekt. Ik pak nog snel het doosje en loop de deur uit. Jace loopt achter me aan en sluit de deur weer achter ons.

We lopen terug naar de auto en stappen in. 'Ben je oké?' Vraagt hij zodra dat we wegrijden. 'Mhm.' Zeg ik zacht. 'Dank je trouwens. Voor het meerdere keren helpen.' Lach ik beschaamd. Hij moet ook even lachen en kijkt me kort aan. 'Eerlijk, voor de aller eerste keer dat je mee gaat naar zoiets, niet slecht.' Ik kijk hem even aan en begin te lachen. 'Je maakt een grapje. Het was zo chaotisch.' Lach ik hoofdschuddend. 'Ja, maar geen van ons is gewond. We weten met wie ze samen werken. Lijkt een overwinning.' Zegt hij schouderophalend. 'Mhm.'  Zeg ik terwijl dat ik met mijn ogen rol. 'Ik ben serieus. Als we blijven oefenen met je zelfverdediging, misschien kan je Shane dan wel overhalen dat je mee mag.' Zegt hij eerlijk. Ik glimlach breed en knik. 'Thanks.' 'Bedank me nog maar niet, want zover zijn we nog niet. En vandaag blijft ons geheim.' Zegt hij serieus. Ik knik en kijk weer wat naar buiten.

Zodra we er zijn rijd hij de garage weer in en lopen we weer naar binnen. 'We zijn terug!' Roept Jace zodra hij de deur achter ons sluit. Ik loop naar de kamer en zie Shane bij de bank staan waar dat Nathan op ligt. 'Nathan!' Zegt Jace direct zodra dat hij hem ziet liggen. 'Hij geeft een zwak glimlachje en probeert wat rechter op te zitten. 'Blijf nu maar liggen.' Zegt Shane kalm terwijl dat hij hem tegenhoudt. 'Ik pak nog wel een ice pack.' Zegt Shane terwijl dat hij naar de keuken loopt. Ik kijk even naar Nathan en Jace en loop dan achter Shane aan.

'Hé.' Zeg ik zacht terwijl dat ik langzaam naar hem toe loop. Hij kijkt even achterom en zodra dat hij ziet dat ik het ben draait hij zich weer terug om en trekt hij de vriezer open. Ik loop naar hem toe en plaats mijn hand op zijn arm. Hij legt het koelelement op het aanrecht en slaat de vriezer dicht. Ik zet een stap naar achter en kijk hem even aan en gaat met gestrest met zijn hand door zijn hand. 

'Shane.' Ik stop met praten zodra dat ik zijn blik zie. Ik zucht en trek hem in een omhelzing. Hij zucht even diep in en uit en sluit zijn armen dan om mijn middel. 'Wat is er gebeurd?' Vraag ik kalm. Hij legt zijn kin op mijn schouder en verstevigt zijn grip. 'We zaten in een hinderlaag. We waren met te weinig personen en hun met te veel. Ik kon hem niet genoeg helpen.' Legt hij met op elkaar geklemde tanden uit. 'Hé stop dat. Je kon niet anders.' Zeg ik terwijl dat ik me uit zijn greep losmaak. 'Je hebt gedaan wat je kon. En daarom is hij nu oké en komt hij er weer boven op.' Zeg ik terwijl dat ik mijn hand op zijn wang leg. Hij zucht even en knikt. Hij drukt een kus op mijn voorhoofd en sluit me opnieuw in zijn armen. 'Jace en Nathan... ze zijn als broers voor me. Ik weet niet wat ik zou doen als ik één van hen kwijt zou raken.' Zucht hij hoofdschuddend. 'Dat ga je niet.' Probeer ik hem gerust te stellen.


De maffiaWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu