Na een paar uren te hebben gevolgen ben was ik uiteindelijk aan gekomen in Madrid. Het vertrouwde, maar ook het onbekende Madrid. Het Madrid waar ik zo veel heb beleefd. Begrafenissen, verjaardagen, feesten, Cristiano. Alles. Madrid is de stad van al mijn geheimen, gevoelens, gedachten.
Na mijn aankomst was ik gelijk met de taxi naar onze familie begraafplaats gegaan en heb ik Alfie's kleine grafsteen op gezocht met de pijn in mijn hart.
Voorzichtig liep ik naar de grafsteen.
• Alfie Kyle Ancelotti •
• 16-1-2012 x 7-5-2015 •
• GOOD PEOPLE DIE YOUNG •
Ik boog me voorover en ging op de grond zitten. Met mijn benen opgetrokken en mijn knieën tegen mijn borst aan keek ik even toe. Ik keek toe, omdat ik het niet kon geloven, omdat het leven toch niet zo leuk en aardig is als hoe je denkt dat het is op 3-jarige leeftijd.
Op 3-jarige leeftijd denk je dat een 'spel' is. Wie als eerst bij de paal is. Wie de tikker is bij tikkertje, wie je klassenrond meeneemt als je jarig bent, welke kleuren hoed je gaat kiezen op je verjaardag en of je wel of geen ijsje wilt. Je denkt er niet bij na wat het leven eigenlijk is en wat het inhoud. Ik zelf weet het nu nog geen eens. Je leeft en gaat dood. Zo simpel, maar ook weer niet.
En opeens voel ik me een stukken beter. Ik staar naar de grafsteen en weet dat hij weet dat ik bij hem ben. Hij weet ook dat ik er altijd voor hem zal zij. Ik heb het gevoel alsof hij weet dat ik hier nu voor hem sta en dat dit hem gelukkig maakt.
Ik veeg de tranen weg die over m'n wangen rollen en leg mijn hoofd tegen de grafsteen aan. Diep haal ik adem en kijk voor me uit. Naar de zoveel andere doden. Allemaal dood om verschillende redenen.
Ik weet niet meer hoe laat het was, maar toen ik mijn ogen opende was het donker en zag ik een onbekende man me aanstaren. Van schrik gaf ik hem een klap op zijn gezicht.
"Meisje, ik probeer je alleen te helpen" zei hij met een griezelige, fluwelen stem.
"Nee bedankt. Ik zou net weg gaan", zeg ik. Ik sta op en trek de rits van mijn vest dicht.
"Niet zo snel" zegt hij en hij houdt me tegen bij mijn arm.
Ik kijk hem ongelovig aan. " Laat mijn arm los", roep ik kwaad en dan voor ik het weet zie ik een korte schaduw en vliegt de man een meter achteruit.
"Ze zei: laat mijn arm los" zegt de stem. Even denk ik dat het Robert is, maar deze stem moet ik uit duizenden herkennen.
Ik blijf vermoeid staan en doe geen moeite me om te draaien. Mijn ogen zitten gesloten.
Ik wil me niet omdraaien.
Ik hoor zijn voetstappen steeds dichterbij komen en ik open mijn ogen. Ik kijk recht in zijn bruine ogen, waar ik een paar maanden gelden zo hard voor viel.
"Alles oké?", vraagt Cristiano.
Nee. Het gaat helemaal niet oké. Het gaat helemaal fout. Het is niet leuk meer. Ik mis je. Ik mis Alfie en ik mis mijn vader. Ik haat mezelf en ik haat jou om de feit wat je hebt gedaan. Je hebt me in Miami achter gelaten als een stuk vuil. Je hebt niet één, maar dan ook één keer gedacht hoe ik me zou hebben gevoeld. Je liet me achter en ik was in pijn. Elke dag had ik pijn, door jou. Want ik geloofde dat jij, ja jij, degene was die me nooit zou verlaten en het ergste is nog, je verliet me op de eerste de beste kans dat je had, Cristiano Aveiro Dos Santos Ronaldo.
Ik lach even kort. "Alles gaat oké", zeg ik sarcastisch.
We staan tegenover elkaar als vreemde en het grappigste is dat we elkaar niet durven aan te kijken.
"Weet je het zeker?", vraagt hij meer tegen zijn schoenen dan tegen mij.
"Doe alsjeblieft niet alsof je wat om me geeft, want als je het wel deed dan was je bij me wanneer ik je nodig had" zeg ik in een ademteug. De koude avondwind waait door mijn haren. De zwakke licht van de lantaarnpalen en de maan verlichtten zijn gezicht wazig.
" Waarom ben jij altijd de gene die meteen over zichzelf praat. Ik heb nog nooit iemand zo gezien als-" hij stopt abrupt en kijkt me uiteindelijk aan. Hij zucht kort en trekt geïrriteerd aan zijn haar.
"Als jou? Zo lelijk dom en gemeen?", maak ik zijn zin af.
"Nee, ik had me het niet alleen zo voorgesteld" zucht hij.
"Je dacht dat in je in je armen zou vallen?", vraag ik.
"Nee, ik dacht dat ik over je heen was. Ik dacht dat het me niks meer zou boeien over wat je te vertellen had" zegt hij.
"Maar?", onderbreek ik hem.
"Er is geen maar, Adriana Ancelotti. Het is de waarheid. Je bent verleden tijd".
Ik staar hem even geschrokken aan en keek hem in zijn eigen. Hij heeft geeft geen enkele blik of sein dat het hem spijt.
"Is je bitchy-tijd afgelopen?", vraag ik. Ik veeg de tranen weg dat over mijn wangen rollen.
"Nee, nog één laatste. Ik weet wat voor actrice je bent Ancelotti, bespaar je krokodillen tranen voor later". Voor ik het door hem breng ik mijn hand naar zijn wang. Seconden later hoor ik de knal van de klap en zijn geschreeuw.
Ik duw hem naar achteren en wil langs hem heen lopen, maar hij pakt mijn hand vast en trekt me naar hem toe. De millimeters verwijderen ons van elkaar en hij is zo dichtbij dat ik de grijze spikkels in zijn ogen en de sproeten op zijn wangen kan tellen.
Mijn hart klopt zo hard in mijn borstkas dat ik denk dat het eruit zal springen. Ondertussen vallen de eerste regendruppels naar beneden.
Hij ademt even diep in met zijn ogen gesloten. Dan kijkt hij me langzaam aan.
" Herinner je je onze eerste zoen? Het was in mijn slaapkamer met Junior tussen ons in. Gelijk of ongelijk?".
Ik knik kort.
" Na onze eerste ontmoeting kostte het me maar 2 weken om verliefd op je te worden, maar toen in mijn kamer, toen wist ik dat ik op een dag met je zou trouwen" zegt hij, elke woord duidelijk en verstaanbaar.
" Wat is er veranderd? Waarom behandel je me nu als een stuk vuil?", vraag ik. Mijn stem trilt en ik ben bang dat ik het moet herhalen.
"Niks van wat ik ooit over ons heb gefantaseerd is veranderd. Jij. Jij bent veranderd, Addie".
Ik trek me los en kom 2 stappen verder.
"Jij was mijn ergste fout, maar mijn beste les in het hele leven geweest, Adriana Alexandra Ancelotti".
En langzaam krijg ik geen lucht meer en word het zwart voor mijn ogen.
JE LEEST
When I fall in love with you (Cristiano Ronaldo Fanfiction- Dutch/Nederlands)
عشوائي-VOLTOOID- "Ben je altijd zo?" vraagt hij. Zijn glimmende ogen nemen me arrogant in zich op en zijn mondhoeken krullen zich in een grote grijns. "Hoe ben ik?" vraag ik. Ik kijk hem meedogenloos aan, voor zo ver ik daar goed in ben. "Arrogant" zegt...