19. Jay

47 8 19
                                    


Now, I can't go a single day without thinking of the words I'd say

And I can't do a single thing without thinking of you, thinking of you

Heart Upon My Sleeve - Avicii, Imagine Dragons

'Zin om samen te lunchen?' vraag ik wanneer Sofie die middag weer bij me instapt. 'Of is je superheldenmaag nog steeds van streek?'

'Nee, die is al een half uur aan het rammelen, dat is een goed teken toch?'

'Ik hoop het, maar mijn bekleding zou een laagje kots niet kunnen waarderen, denk ik.'

Ze giechelt, haar lach klinkt als een harmonieus akkoord dat mijn zorgen doet wegsmelten en het is meteen mijn nieuwe favoriete sound.

'Had je iets in gedachten?'

'Ik wil al lang eens bij Blossom langs. Hun interieur is bohemian style en het menu is flexitarisch. Ze doen ook van die sharing dishes.'

'Klinkt goed.'

'Voel je je ondertussen al wat thuis bij ons?' vraag ik haar wanneer ik het centrum binnen rijd.

'Thuis is nogal sterk uitgedrukt, maar ik voel me wel meer op mijn gemak nu.'

'Vandaar die roze badkamerrevolutie.'

Ik kijk haar aan, voordat ik de auto in zijn achteruit zet om een parkeerplaats in te rijden, omdat ze nog steeds niet gereageerd heeft. Ze bijt weer op die onderlip van haar en dat vind ik verdomd schattig.

'Ik vind het leuk hoor,' vertrouw ik haar toe.

Ze wordt een beetje verlegen en kijkt weg, maar de glimlach die om haar lippen speelt schiet als een pijl recht naar mijn binnenste en herinnert me eraan waarom ik me zo tot haar aangetrokken voel.

Zodra we bij Blossom binnenstappen worden we verwelkomd door de heerlijke geuren die uit de keuken komen. Het interieur is een regenboog aan kleuren. Sofie kijkt me glimlachend aan en haar ogen sprankelen levendig. Deze samentroep van eenhoornkots is overduidelijk helemaal haar ding. We worden naar onze tafel geleid en nemen tegenover elkaar plaats. De sfeer is levendig, gevuld met geroezemoes van andere gasten en het getik van bestek op borden. Een kalende ober brengt ons de menukaart en we besluiten om een aantal verschillende gerechten te bestellen om te delen.

'Mis je Maastricht soms?' vraag ik haar nadat we onze drankjes gekregen hebben.

Ze schudt heftig haar hoofd nadat ze even met het bamboe rietje van haar mocktail op basis van grapefruit heeft gespeeld. 'Het enige wat ik mis is Andreas.'

'Toen ik jullie vorige week samen zag,' begin ik, maar dan komt de ober al met onze gerechtjes, waardoor ik even moet wachten om verder te gaan. De spanning in mijn lichaam neemt toe en nu ben ik diegene die zijn onderlip tussen zijn tanden geklemd heeft. Ik kan alleen maar hopen dat mijn volgende woorden niet alles verpesten.

'Wat wou je zeggen?'

Ik worstel met de gedachte of het wel een goed idee is om die zin af te maken, maar gezien onze conversaties altijd al doordrenkt zijn geweest van oprechtheid en eerlijkheid, maak ik mijn zin af. 'Ik dacht eerst dat hij je vriend was, als in je partner.'

Eerst glimlacht ze, maar al snel vervaagt die glimlach. Haar reactie is niet meteen wat ik verwacht had en ik wil weten wat ze denkt. Het voelt alsof mijn zenuwen op het punt staan om uit mijn lichaam te barsten, mijn hart bonst sneller en mijn handen worden klam.

'Ik ben hier, omdat het uit is met mijn vriend,' zegt ze uiteindelijk. Haar stem klinkt rustig maar er ligt een ondefinieerbare emotie in haar woorden. Het lijkt alsof er meer schuilgaat achter die simpele zin, maar ze houdt het voorlopig voor zichzelf.

Ik haal mijn schouders op. 'Dat weet ik, maar je had al iemand anders kunnen leren kennen.' Een golf van twijfel overspoelt me terwijl ik me afvraag of ik te ver ben gegaan.

Ze kijkt me aan met een doordringende blik en ik voel aan alles dat dit wellicht niet mijn meest tactvolle opmerking was gedurende ons gesprek. 'Denk je dat ik zomaar van de ene op de andere man overstap?' Haar stem klinkt een beetje verontwaardigd.

Fuck, hoe kan dit gesprek opeens zo de verkeerde kant op gaan en nog belangrijker, hoe kan ik me hier uit redden?

Ik schud onmiddellijk mijn hoofd, maar ik kan de juiste woorden niet vinden om hierop te reageren. Een innerlijke strijd woedt in mijn gedachten terwijl ik worstel met het ongemak van mijn groeiende gevoelens voor haar en de angst voor de mogelijke consequenties daarvan. Ik prik een olijf op een prikkertje om iets te doen te hebben en wat bedenktijd te nemen voordat ik nog iets ondoordacht zeg.

'Is dat hoe het bij jou gaat? Van de een op de ander?' vraagt ze net wanneer ik de olijf in mijn mond heb en ik verslik me bijna.

Kut, dit wordt er niet beter op. Kom op, Van Dijk, gebruik je hersenen en los dit op. Een beetje charme kan ook geen kwaad.

'Helemaal niet,' zeg ik, nadat ik een slok water heb genomen en daarna doelbewust lang in die prachtige groene ogen kijk. 'Voor mij is liefde geen vluchtige vonk die snel dooft.' Haar pupillen verwijden zich wanneer ik dat zeg, wat mijn zelfvertrouwen aanwakkert om verder te gaan. 'Maar eerder een warme gloed die langzaam groeit en verlicht, elke dag intenser wordt en uiteindelijk een vuur ontsteekt dat nooit meer dooft.'

Ze slikt moeizaam. 'Wauw.'

Ik kan een zelfvoldane glimlach niet onderdrukken terwijl ze haar ogen afwendt en haar wangen dezelfde kleur krijgen als de tomatentappenade. 

Terwijl ik naar mijn bestek reik, dringt het tot me door hoe moeiteloos die woorden kwamen. Ze zijn een echo van iets ouds, iets vertrouwds. Opa's liefde voor oma, verpakt in kleine daden en tedere woorden, had me geleerd wat het betekent om te kiezen voor iemand. Nu koos ik onbewust dezelfde woorden om te beschrijven wat ik diep vanbinnen altij heb geloofd. Liefde is niet zomaar een gevoel. 

Onder mijn kalme buitenkant brandt een onverklaarbaar verlangen naar haar, dat ik niet langer kan negeren, zelfs als dat betekent dat ik mijn breekbaarheid aan haar moet tonen.

Tijdens de rest van de lunch vraag ik haar meer over haar werk in de praktijk. Dat is een veiliger onderwerp voor nu. De tijd vliegt om en zodra we thuiskomen, verdiep ik me opnieuw in mijn cursussen tot het tijd is voor het diner.

***

Na het avondeten haal ik mijn boek en Sofie haar e-reader. Wanneer ik beneden kom reikt Jeff zijn hand naar me uit. Ik kijk hem niet begrijpend aan.

'En ik?' vraagt hij uitdagend.

'Hoezo, en jij?'

'Waarom haal je Sofie haar e-reader wel, en mijn iPad niet?'

'Jaloers?'

Jeff trekt een beledigd gezicht en mam en pap schieten in de lach.

'Sofie haar e-reader lag in de badkamer en ik zag hem liggen. Nog iets, bemoeial?'

Fire (NL)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu