Aris imagine

169 7 0
                                    

(Y/N) P.O.V

"Wat doe je!" "Kom op we kunnen hem niet alleen laten." Ik zuchtte en rende naar de rest toe. Er lag een jongen op de grond. "Wie dat eigenlijk?" Iedereen haalde zijn schouders op. "Waarom nemen we hem dan mee. Misschien heeft hij de flare wel." "(Y/N) heeft gelijk. Misschien is hij wel gevaarlijk." "Nee. We nemen hem mee." Thomas tilde hem op. Ik liep zuchtend achter de rest aan. "Ik heb jullie gewaarschuwd. We weten niks van hem." Newt knikte. "Maar misschien kan hij ons wel helpen."

*2 uur later*

"Hier bouwen we ons kamp op." Een grote rots. Thomas legde de jongen neer. "Droogt hij niet uit. Door de hitte?" "Ik hoop het niet." Ik lief me in het zand ploffen. Newt kwam langs me zitten. "Je vertrouwd hem niet he?" Ik haalde mijn schouders op. "Ik weet het niet Newt. Alles is zo nieuw en anders." Hij knikte. "Ik weet het." Thomas was van alles uit zijn rugzak aan het pakken. Een flesje water,Een deken, brood en een Zaklamp. "Hoe kom jij aan die spullen?" "Oh van hem." En hij wees naar de jongen toe. Hij pakte het flesje water en maakte hem open. "Wil je?" Ik knikte en pakte het flesje en dronk een slokje uit. "Dankje." En ik gaf de fles weer terug. Thomas gaf me een vriendelijke glimlach. "Geen probleem."

*in de avond*

Iedereen lag al te slapen. Het was ook een zware nacht. Ineens zag ik iemand op staan en om zich heen kijken. Hij pakte de rugzak en rende weg. "Hey!" Iedereen schrok wakker en ik sprong op en rende hem achterna. De jongen rende zo snel als hij kon. "HEY! STOP!" De jongen keek achter zich. En ineens viel hij neer. Ik sprong op hem en hield hem op de grond. "Laat me los!" "Nee. Doe eens rustig." Hij werd rustig en bleef me aan kijken. Er kwam zelfs een kleine glimlach op zijn gezicht. "(Y/N)?" "Ja?" Hij glimlachte van oor tot oor. "Wat..?" "Herken je me niet meer?" "Nee...?" Hij zuchtte en keek naar de grond toe. "Ik herken jou wel." Hij keek me weer aan. "Ik ben het Aris..." ik schudde mijn hoofd. "Sorry ik ken je nog steeds niet." "Maak niks. Hoe dan ook ze komen terug." "Is dat dan zo belangrijk." Ik stond op. En klopte mijn kleren af. De rest stond achter me. Aris sprong op. "Ja dat is belangrijk. Ik herken jullie allemaal. Ik heb mijn geheugen terug. En jij (Y/N). Wij hadden iets voordat ze onze geheugens wiste." Ik keek hem verbaast aan. "Nou ja je bent best wel schattig." Hij begon te blozen. Hij liep naar me toe. "Dat is alvast een begin naar iets." En hij gaf me een kusje op mijn wang. "Gaan we terug naar ons kamp of blijven we hier nog staan?" Iedereen keek hem verbaast aan. Thomas knikte. "Ja kom we gaan eens terug."

------

The maze runner imagine/preferenceWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu