'Kun jij zien hoeveel er op de tafel liggen?' Ik kom net aanlopen wanneer ik twee jongens tegen elkaar zie praten. Degene die gesproken had, kijkt moeizaam fronsend naar binnen, maar hij kan het duidelijk niet zien. Ook zijn metgezel heeft geen idee. 'We weten dus niet hoeveel deelnemers er maximaal mee mogen doen.' Ik ben niet van plan om contact met hen op te nemen, maar toch word ik aangesproken zodra ik dichterbij kom. 'Hé,' zegt de eerste jongen, 'kun jij zien hoeveel mobieltjes er op de tafel liggen?'
Ik volg hun blik en kijk naar binnen, waar al één deelnemer te vinden is. Hij staat met een mobiel in zijn handen en heeft zijn armen over elkaar geslagen. Op het eerste gezicht ziet hij er sterk uit. Hij zou een aanwinst kunnen zijn tijdens een teamopdracht, maar ook een obstakel als ik tegen hem zou moeten strijden. Ik besluit daar niet aan te denken. Ik heb er immers niets aan: mijn visum loopt vandaag af en ik moet meedoen aan dit spel als ik wil blijven leven.
'Nee,' geef ik als antwoord, voordat ik mijn weg vervolg en dichter in de buurt van de doorzichtige horizontale rode laserstralen kom. 'Kun je het ons vertellen?' houdt de jongen aan. 'Nee,' antwoord ik nogmaals, voordat ik de onzichtbare scheidslijn tussen de straat en de arena oversteek. Ik loop de ingang van de botanische tuinen in en kom uit bij de jongen, die even naar me opkijkt zodra ik binnenkom.
Ik blijf niet naar hem kijken om het oordeel in zijn ogen te zien. Het interesseert me niet of hij mij een bedreiging acht of juist iemand waarvan hij makkelijk kan winnen als het erop aan zou komen. Ik ga bij de tafel staan en pak een van de drie overgebleven mobieltjes vast. Aangezien we de enige zijn hier, neem ik aan dat er maximaal vier deelnemers mogen zijn voor dit spel. 'Sasaki, Kimora,' zegt de vrouwelijke computerstem wanneer de gezichtsherkenning voltooid is. Op het scherm zie ik in het klein de afbeelding van een klaver drie kaart, de kaart die ik heb behaald.
Ik kijk even vluchtig naar de tafel vol zagen, hamers, schroevendraaiers en andere voorwerpen. "Gebruik deze gerust" staat er op een papiertje geschreven. Dan glijden mijn ogen naar de tafel met daarop vier headsets met een vizier.
'Jij bent niet nieuw,' zegt de jongen. Aan zijn stem te merken is hij dat ook niet. 'Klopt,' antwoord ik. Ik kijk naar het scherm en zie dat de timer over drie minuten afloopt. Buiten staan nog een aantal mensen vragend naar binnen te kijken. Ik probeer snel een afweging te maken. De groep waarmee ik drie dagen geleden mijn eerste spel gespeeld heb, heeft me verteld dat de uitkomst van het uitspelen van het spel niet altijd bepaald wordt door anderen. Soms doen er andere spelers mee, maar speel je het spel individueel. Soms heb je elkaar nodig en in het geval van Yuri, heb je blijkbaar soms iemand nodig als pispaaltje. Als opoffering. Mochten deze jongen en ik de enige twee deelnemers van dit spel zijn, zal ik het fysiek gezien absoluut niet van hem kunnen winnen. Daarom kijk ik nogmaals naar buiten en steek ik twee vingers op naar de mensen die terugkijken. Het duurt nog geen minuut of er voegen zich twee mensen bij ons.
Aan hun gezicht te zien, kennen zij de setting en weten ze hoe deze wereld in elkaar zit. Ik ben er nog niet zeker van dat ik het al geaccepteerd heb, maar na drie dagen ben ik in ieder geval wat meer bekend geworden met hoe het leven nu in elkaar steekt. Er is nog altijd geen stromend water of elektriciteit, op de locaties die 's avonds de arena's voorstellen na. Ik kan niet eens fatsoenlijk naar een toilet of douchen en warm eten kan ook niet makkelijk bereid worden. Nadat ik afscheid had genomen van de groep, heb ik bij een campingwinkel wat spullen gevonden en heb ik met een gasfles en een pan wat ingeblikt voedsel weten op te warmen. Ik ben nog lang niet gewend aan hoe het hier werkt, maar ik zal er maar mee moeten dealen. En wie weet? Misschien was dit de laatste dag dat ik dat moest.
'Wat heb je gedaan?' vraagt het andere meisje in ons gezelschap. Ik volg haar blik en kom uit bij mijn armen. Ik haal mijn schouders op. 'Vuurpijlen,' antwoord ik achteloos, alsof het iets is dat ik dagelijks meemaak. Ik heb besloten om me maar zo te gedragen. Ik kan het niet hebben dat mensen me als een makkelijk doelwit gaan zien. Het grootste gedeelte van mijn schaafwonden zijn al aan het herstellen. De gedachte komt in me op om me af te vragen hoe het nu met Taree's been gesteld zal zijn, maar snel druk ik het weg. 'En jij?' vraag ik wanneer ik naar haar zij kijk. Ik merk op dat ze moeilijk loopt en haar zij op een bepaalde manier wat gebogen houdt. 'Steekwond,' antwoordt ze al net zo achteloos.
JE LEEST
Alice in Borderland {Wattys2021 winnaar}
Fiksi PenggemarDe achttienjarige Kimora Sasaki staat stil in haar leven. Ze worstelt tegen de harde, dwingende verwachtingen van haar ouders en het verlies van haar beste vriendin. Mensen houdt ze het liefst zoveel mogelijk op afstand, maar wat als ze terecht komt...