33

176 6 0
                                    

Ik word wakker met een soort misselijk gevoel dat maar niet weg lijkt te trekken. Hoe erg ik ook mijn best doe, ik blijf maar aan Raiden denken. Wat voor spel zou hij gisteravond gespeeld hebben? Heeft hij het overleefd? Wanneer ik die vragen wegdruk, kom ik uit bij Chishiya. Heb ik gisteravond werkelijk een andere kant van hem leren kennen? Een kant waarbij hij zich meer openstelt en me niet buitensluit, maar juist binnen laat? Ik denk aan hoe dichtbij we bij elkaar zaten en hoe veilig dat voelde. Misschien moeten we dat maar niet meer doen. Onze act heeft wel genoeg succes gehad denk ik zo.

Nadat ik me gewassen en aangekleed heb, blijf ik staan met de vraag hoe ik het vandaag moet aanpakken. Moet ik Raiden proberen te zoeken of moet ik daar niet aan beginnen? Hoe moet ik vandaag tegen Chishiya doen, als ik hem al zie? Zou Kuina me kunnen vergeven voor het feit dat ik haar gisteren op afstand hield? Zou ik haar vandaag kunnen benaderen, of moet ik me bij mijn standpunt houden en me niet met haar verbinden? Ik weet niet zeker of ik dat nu al niet heb gedaan. Ik verlang ernaar om bij haar te zijn en haar aanwezigheid om me heen te hebben, maar ik weet dat het niet verstandig is om daaraan toe te geven.

Maar Kuina is slim. Chishiya is slim. Ze zullen heus niet zomaar doodgaan bij een spel, dus kan ik gerust een band met hen opbouwen. Nee, Kimora, dat kan helemaal niet. Ik zucht en verplaats me weer naar de slaapkamer. Ik verzamel al mijn moed en besluit af te wachten wat de dag me brengt. Misschien moet ik er niet al te veel over nadenken en de dingen gewoon laten afspelen zoals ze gebeuren.

Ik had niet verwacht dat de dag zo snel al zou beginnen. Ik dacht dat ik minstens tot aan de eetruimte zou komen, maar ik blijf perplex op de gang staan wanneer ik Raiden tegenover me op het tapijt zie zitten. Hij kijkt direct op zodra ik de gang in stap en gaat staan. Ik draai me om naar de deur om hem dicht te doen en blijf dan even met mijn rug naar hem toe staan om eerst al mijn gevoelens op een rijtje te krijgen.

Ik voel zo'n enorme opluchting en blijdschap om het feit dat hij nog leeft, dat hij teruggekomen is naar het Strand. De jongen die als eerste mijn muren wist binnen te dringen is niet dood. Maar ondanks de blijdschap, voel ik nog steeds heel veel verdriet. Misschien ben ik er nog niet klaar voor om hem te spreken, maar toch draai ik me weer om. De opluchting wint het niet van al het andere.

'Hoe goed ken jij die Chishiya?' Ik had niet gedacht dat dat de eerste woorden zouden zijn die hij naar me zou uitspreken na alles wat er gisteren gebeurd is. Ik had gehoopt dat hij hier naartoe was gekomen en dat hij al die tijd op mij had gewacht, omdat hij spijt heeft van onze ruzie en hij mij net zo mist als ik hem, maar dit is het eerste dat hij zegt ? Het voelt alsof de afstand tussen ons zoveel groter wordt dan al het geval was.

'Niet goed,' antwoord ik dan. Hij lijkt niet tevreden te zijn met mijn antwoord. 'Wees eerlijk,' is zijn reactie. 'Ik ben eerlijk: ik ken hem niet goed.' Het feit dat hij constant maar niet lijkt te geloven wat ik zeg, bereikt voor mij nu echt het toppunt. 'Waarom kwam hij dan naar me toe toen ik gisteravond in de bar zat om tegen me te zeggen dat ik misschien beter bij jou kon zijn?'

Ik weet niet wat ik moet zeggen. Heeft Chishiya dat echt tegen hem gezegd? Maar waarom? Omdat hij weet hoeveel pijn het me doet dat Raiden en ik ruzie hebben? Had hij gehoopt dat Raiden naar me toe zou komen om het uit te praten, zodat ik minder pijn zou hebben? Ik weet absoluut niet of dat het geval is, maar die gedachte zorgt ervoor dat ik me voor een moment veel minder rot voel. Totdat ik de woorden van Raiden nogmaals in mijn hoofd herhaal.

'Dus je bent hier omdat hij tegen je gezegd heeft dat je moest komen?' vraag ik. En niet omdat hij dat zelf wilde. Niet omdat hij een vriendin mist en zijn excuses wil aanbieden voor zijn gedrag. Raiden haalt zijn schouders op. 'Ik ben hier om je nogmaals te bedanken voor het feit dat je voor de zoveelste keer mijn leven hebt gered.' Dat klinkt al beter. Ik kijk hem aan en knik. 'Word je er nou niet moe van om dat iedere keer te doen?' mompelt hij dan. Hij moest eens weten. 'Ja,' zeg ik hem eerlijk. Zeker omdat ik er alleen maar stank voor terugkrijg.

Alice in Borderland {Wattys2021 winnaar}Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu