Ik kijk argwanend op van mijn boek wanneer de deur opengaat, maar weet weer wat te ontspannen zodra ik Raiden zie. Hij lijkt een eeuwigheid weggeweest te zijn. Ergens kwam het wel goed uit, want daardoor had ik tijd om na te denken over hoe we het nu moeten aanpakken. Ik wil hem de informatie vertellen die ik van Kuina gekregen heb over Aguni en de anderen. Ook wil ik hem waarschuwen voor Niragi en de roddels die over ons verspreid worden. Het voelt alsof ik hem best veel te vertellen heb, maar gelukkig hoeven we vanavond geen spel te spelen en hebben we alle tijd.
'Goed dat je er bent,' begin ik terwijl ik het boek dichtsla, 'ik moet iets belangrijks met je bespreken.'
'Ik blijf niet lang,' zegt Raiden. Hij loopt naar het bed en pakt zijn vest, waarnaar hij het omhoog houdt. 'Ik kwam alleen deze even halen.' Ik sla de benen over de rand van mijn bed heen. 'Raiden, wacht even, we moeten een aantal dingen bespreken.' Hij kijkt me even aan. 'Kan dat morgen?'
'Nou, ik weet niet of-' begin ik, maar hij onderbreekt me door te zeggen: 'Sorry, maar ik ben al laat. Morgen, oké?' Ik kijk hem vragend aan. 'Laat waarvoor?' wil ik weten. Hij haalt zijn schouders op. 'We hebben een feestje.'
'Alweer een feestje?' Ik sla mijn armen over elkaar. 'Is dat nou wel verstandig?' Hij rolt met zijn ogen. 'Alsjeblieft zeg, je bent mijn moeder niet.' Nee, maar wel een vriendin. Dacht ik tenminste. Ik reageer niet, waardoor hij moet zuchten. 'Sorry. Maar je zei zelf dat het handig was om wat mensen te leren kennen.'
Ik kan hem niet vertellen wat hij wel en niet zou moeten doen. Dat mag hij volledig zelf weten, maar ik kan hem wel waarschuwen. 'Pas je wel een beetje op?' vraag ik. 'We weten niet met wat voor soort mensen we te maken hebben.' Hij slaat het vest om zijn schouders en trekt zijn mouwen er doorheen. 'Ja, ja,' wuift hij het weg. 'Ik weet niet hoe laat ik precies terug ben. Wacht maar niet op mij.' Ik hoef niet op hem te wachten, maar hij blijkbaar ook niet op mij. Zonder mijn reactie te horen draait hij zich om en verdwijnt hij door de deur.
Zuchtend laat ik me weer op mijn bed zakken. Heeft het eigenlijk nog wel zin? Ben ik niet heel dom dat ik een bondgenootschap heb met iemand die liever populair is en feest dan te denken aan de spellen die komen? Wat heb ik aan iemand die me zo snel laat vallen voor een stel willekeurige mensen? Ik denk aan de momenten waarop hij onzeker was over onze bondgenootschap. Die waren gegrond, maar ik overtuigde hem ervan dat het niet uitmaakte. Nu denk ik er weer aan.
Ik heb hem inderdaad al zo vaak geholpen tijdens spellen, meer dan hij mij geholpen heeft. Wat als het vanzelfsprekend voor hem is geworden? Wat als hij me alleen maar gebruikt om de spellen goed af te ronden en meer niet? Ik heb aan twee spellen meegedaan voor hem, terwijl ik ze eigenlijk niet eens hoefde te doen. Ik ging een bondgenootschap en vriendschap met hem aan om niet alleen te zijn, maar nu voel ik me meer alleen dan ooit.
Ik begin te geloven dat het een fout was om hierheen te komen.
Ik word compleet gek in deze kamer. Ik trek mijn vest aan en loop de gang op. Het resort lijkt op een paar mensen na vrij verlaten te zijn. Waarschijnlijk komt dat omdat iedereen of een spel is gaan spelen, of aan het feesten is aan de bar. Heel even komt het in me op om daar te gaan kijken, maar ik weet zo ook wel dat ik er niets aan ga hebben. Alcohol hoeft mijn systeem niet in te komen.
Ik haal opgelucht adem wanneer ik de buitenlucht voel en zie dat hier haast niemand anders is. Vanmiddag stond het hier vol mensen, maar nu zijn die waarschijnlijk allemaal aan het feesten binnen. Ik loop een paar mensen voorbij die geen aandacht aan me besteden en neem plaats op een strandstoel bij het zwembad. Een tijdje staar ik naar het water, dat er nu kalm bij lijkt te liggen. Misschien lijkt het me wel fijn om even te zwemmen, maar dat zou betekenen dat ik mijn vest uit zou moeten doen en dat mensen naar mijn lichaam kunnen kijken. Wat als die gluiperd van een Niragi weer de hoek om komt kijken?
JE LEEST
Alice in Borderland {Wattys2021 winnaar}
FanfictionDe achttienjarige Kimora Sasaki staat stil in haar leven. Ze worstelt tegen de harde, dwingende verwachtingen van haar ouders en het verlies van haar beste vriendin. Mensen houdt ze het liefst zoveel mogelijk op afstand, maar wat als ze terecht komt...