40

148 5 0
                                    

"Verstoppertje: Alle spelers dragen een halsband en kijker met een vizier."

Het spel is keurig op papier beschreven. De tafel met daarop de wapens die ter beschikking gesteld worden, zijn er zelfs netjes bijgetekend.

"Één persoon is de wolf, de andere drie zijn de lammetjes. Als de wolf je vindt, word jij de volgende wolf. Verstop je goed, zodat de wolf je niet kan vinden. Winvoorwaarde: wie uiteindelijk de wolf is, wint. Tijdslimiet: vijftien minuten. Na vijftien minuten zullen de halsbanden van alle lammetjes ontploffen."

Ik kan het de computerstem zo weer horen zeggen. Ik kan Riana, Bozin en Wataki zo weer door de headset horen schreeuwen en huilen.

"Versie 2: Alle spelers kennen elkaar."

Is dit spel na mijn beurt nog een keer gespeeld, maar dan met spelers die elkaar kennen en misschien zelfs bevriend met elkaar waren? Ik voel dat ik wit weg trek. Als ik al zoveel moeite met het spel had, terwijl ik ze helemaal niet kende, hoe moet dat dan voor iemand zijn geweest die de anderen wél kende?

'Hé, hier ben je.' Ik kijk op naar Raiden. Ik weet niet wat voor gezichtsuitdrukking ik heb, maar ik probeer mezelf ervan af te schermen. Geen Riana, Bozin of Wataki meer. Geen schuldgevoel of walging meer. Niets meer. 'Dit spel heb ik gespeeld,' zeg ik zakelijk terwijl ik overeind kom en het papier naar hem ophoud. Ik schijn het licht van mijn zaklamp er even op. 'Verstoppertje,' ga ik op dezelfde toon verder. 'Alle uitwerkingen van de spellen die er gehouden zijn, zijn hier.'

Chishiya komt de toren binnenlopen met een stapel papieren in zijn handen. Hij legt het op een bureau. 'Mascottes,' zegt hij terwijl hij de stapel pakt en het op het andere bureau legt. 'Gifbeker,' voegt hij toe terwijl hij dezelfde handeling verricht. 'Dat meisje zei dat zij de dealer was en toen werd ze door haar hoofd geschoten.' Hij kijkt om zich heen. 'Deze mensen zijn ook door hun hoofd geschoten met een laserstraal en ze hadden de uitwerkingen van de spellen bij zich. Zij zijn dus de dealers geweest.'

Ik kijk naar Chishiya. Niet omdat hij degene is die gesproken heeft, maar omdat ik erachter probeer te komen of hij werkelijk zo rustig is. Is hij werkelijk onaangeroerd door deze bevinding, of stopt hij het vakkundig weg? Ik kan er maar niet achter komen.

'Maar er is hier nu helemaal niemand meer,' gaat hij peinzend verder. 'Is dat omdat we alle spellen behalve de drie plaatjes van ieder symbool hebben uitgespeeld?'

'Wat boeit het, gast,' mompelt Raiden ongelovig. 'We hebben zojuist al deze torens ontdekt met uitwerkingen van de spellen die we gespeeld hebben. Spellen waarbij er mensen dood zijn gegaan. Spellen waarbij we bijna zélf dood zijn gegaan. Spellen waarnaar déze mensen dood zijn gegaan. En waar kan jij alleen maar over praten?! Over die verdomde kaarten?!'

Ik begrijp zijn reactie heel goed. Binnenin mij voel ik juist heel veel, maar ik probeer het weg te stoppen. Raiden doet die moeite niet. Hij pakt zijn zaklamp stevig beet en verplaatst zichzelf naar de volgende toren. Hij heeft hier genoeg van gehoord. Hij heeft hier genoeg van gezien.

'Als hier niemand meer is,' gaat Chishiya rustig verder, alsof er niets gebeurd is, 'zou dat dan betekenen dat die kaarten helemaal niet te verkrijgen zijn?' Ik zet een paar stappen naar hem toe en buig me over de volgende stapel papieren. "Heksenjacht – Inoue, Momoka & Kujō, Asahi" zie ik staan. 'Dat zou kunnen,' antwoord ik zo neutraal mogelijk op wat Chishiya zojuist gezegd heeft.

Vanuit mijn ooghoek zie ik hem naar me kijken. Ik doe net alsof ik de uitwerking van het spel aan het doornemen ben, terwijl ik in werkelijkheid probeer mezelf rustig en neutraal te houden, voordat ik naar hem op kijk. Hij kijkt me onderzoekend aan, alsof hij erachter probeert te komen hoe ik hierin sta. Vraagt hij zich af of dat hetzelfde is als hij doet? Kan het hem werkelijk niets schelen wat hier gebeurd is?

Alice in Borderland {Wattys2021 winnaar}Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu