Ik weet niet welke dag het is of hoeveel dagen er al voorbij zijn gegaan. Alsof ik niets beters te doen heb dan dat bij te houden. Ach, wie houd ik nou voor de gek? Ik heb überhaupt niets te doen.
Mijn dagen zijn gevuld met terreur en nachtmerries. Het hoeft niet eens avond te zijn daarvoor. Hoe vaak heb ik in de afgelopen dagen diezelfde akelige rotswand beklommen, waar alles mee begonnen is? Hoe vaak ben ik al boven gekomen en ben ik op het randje blijven staan? Hoe vaak heb ik besloten dat ik zou springen, voordat ik toch weer netjes naar beneden klom?
Ik verdien het niet om nog te leven, maar toch blijf ik het doen. Toch blijf ik in Borderland, op het randje van het leven en de dood. Het schuldgevoel overmeesterd me ieder moment van de dag en toch kan ik mezelf er elke keer niet toe zetten om het randje over te gaan. Want als ik dat zou doen, had ik net zo goed één van hen kunnen laten leven. Riana. Bozin. Wataki. Ieder van hen heeft hard gevochten om in leven te blijven. En wat deed ik? Ik bleef toekijken en wachten totdat ze zo zwaar toegetakeld waren, totdat ik gemakkelijk de laatste klap kon uitdelen. Wataki's lichaam was al zodanig verslapt, dat er niet veel voor nodig was om hem op de grond te krijgen.
"Het is psychologisch. Er wordt gespeeld met je gevoelens en de focus ligt op verraad."
Dat is wat ik heb gedaan. Zonder het zelfs te bedenken, heb ik een psychologisch gedachtenspel met Wataki gespeeld. Ik zag zijn twijfel om zijn eigen ogen uit te kerven en maakte daar gebruik van. Het kwam zomaar uit me, alsof het een reflex was, zonder dat ik bedacht had om het te doen.
Ik ben een vreselijk mens en ik verdien het niet om te leven, maar toch blijf ik het doen.
'Waar ben ik mee bezig, Hikaru?' vraag ik aan haar foto. 'Hoe heb ik dit kunnen laten gebeuren? Waarom heb ik mijn eigen leven boven die van hen verkozen?' Hoewel ik niets voel van binnen, voel ik tegelijkertijd ook juist heel veel. 'Ondanks dat ik voel hoe groot mijn overlevingsdrang is, is het niet de angst om dood te gaan. Ik weet niet wat het is. Ik.. wil gewoon niet doodgaan.'
Ik blijf naar het gezicht van mijn dode beste vriendin kijken, maar de tranen blijven nog altijd uit. Ik had gehoopt dat ik weer iets zou voelen wanneer ik naar haar foto zou kijken, maar er komt niets. Ik vind het zo verschrikkelijk erg dat er niets komt, dat ik zelfs probeer om tranen te forceren. Zonder succes.
Het maakt me niet uit hoeveel tranen ik al om haar gelaten heb, ik zou er nog zoveel meer willen laten. Ik wil haar samen met Shiori en Sato herdenken. Ik wil boos worden op mijn ouders wanneer ze me weer eens dwingen om naar die stomme toelatingsexamens te gaan en me naar beneden halen wanneer ik ze voor de zoveelste keer niet haal. Ik wil mijn zogenaamde vriendinnen kunnen negeren wanneer ze weer eens proberen te slijmen, waarnaar ze me achter mijn rug om uitlachen. Maar ik kan niks.
Ik wil niks.
'Ik heb ze dood laten gaan, Hikaru. Riana, Bozin en Wataki. Ze smeekte me om haar niet alleen te laten sterven, maar ik liep door. Ik liet haar los en ik liep door. Wataki had kunnen winnen wanneer hij zijn eigen ogen uitgekerfd zou hebben, maar ik praatte hem daarvan af.' Wat ik ook doe, ik kan mezelf niet losrukken van de beelden en ik blijf de gebeurtenis maar herbeleven.
"Kun je leven met het feit dat je drie mensen dood hebt laten gaan?"
"Kun jíj dat?"
Ja. Dat is nog het ergste van alles. Ja, dat kan ik, want dat doe ik. Ondanks het schuldgevoel en de bijtende walging die ik voor mezelf voel, kan ik dat. Het was zij of ik en ik heb voor mij gekozen. En ik zou het zo weer doen.
Ik wil blijven leven. Dat is precies de reden dat ik de mobiel die ik tijdens het spel verkregen heb uit mijn broekzak haal en op het scherm tik, om te bekijken hoeveel dagen visum ik nog over heb. Ik tik er een aantal keer op, maar het scherm licht niet op. Of de batterij is op, of het ding wordt automatisch uitgezet nadat het spel voltooid is en de arena verlaten is. Na het eerste spel dat ik gespeeld had, hield ik de dagen bij. Maar nu zat ik zo in mijn roes, dat ik echt niet meer weet hoeveel dagen er al voorbij zijn gegaan.
Het zouden er meer dan drie moeten zijn, maar zouden het er ook meer dan zes zijn? Ik probeer het nog eens, maar het scherm blijft zwart. Dan gooi ik de mobiel een paar meter verder en sta ik op. Er zit niets anders op: ik zal vanavond weer een spel moeten spelen om het zeker te weten. Stel dat het vandaag mijn laatste dag is en ik geen spel gespeeld heb, krijg ik vanavond een laserstraal door mijn kop. Daar zit ik niet bepaald op te wachten. Ik heb te veel vreselijke dingen gedaan om dat te voorkomen.
Mijn middag besteed ik aan het zoeken naar voedsel en drinken, waarnaar ik mezelf terugtrek in het gebouw dat in een ander leven mijn huis voorstelt. Nog altijd voelt het vreemd dat mijn ouders niet zeurend mijn kamer binnenkomen, of dat ik hun stemmen door alle muren heen hoor. Ondanks alles is dat toch iets waar ik aan zou kunnen wennen.
Het lukt me zelfs om nog een paar uur te slapen en mezelf weer presentabel te maken. Op een omslachtige manier weet ik me met flesjes water en shampoo te wassen, voordat ik een setje schone kleding aandoe. Ik stop de foto van Hikaru in mijn broekzak en berg mijn twee pokerkaarten zorgvuldig in mijn binnenzak op. Dan kijk ik mezelf voor het eerst sinds tijden in de spiegel aan.
Hikaru zou zich voor me schamen. Haar ouders zouden zich voor me schamen.
Over mijn hele gezicht staat het schuldgevoel gegrafeerd. Ik blijf mezelf net zo lang aankijken totdat het verdwijnt. Ik kan mezelf zo niet tonen aan de andere deelnemers van het spel. Het moet overkomen alsof ik sterk ben, onverwoestbaar, niet beïnvloedbaar. Dus blijf ik mezelf net zo lang aankijken totdat ik me ook zo voel. De andere deelnemers gaan me niet gebroken zien. Ik laat me niet leiden door de gedachten en gevoelens aan anderen, ik focus me op mezelf. Ik zal ook dit spel weer nadenken om tot een goede uitvoering te komen, mijn visum weer te verlengen en nog een kaartje op te sparen. Want dat is waarom ik hier nog steeds ben.
Ik wend mijn blik af van de spiegel en trek een vest aan. Dan verplaats ik mezelf naar buiten.
Het begint schemerig te worden. Het is tijd om te gaan.

JE LEEST
Alice in Borderland {Wattys2021 winnaar}
FanfictionDe achttienjarige Kimora Sasaki staat stil in haar leven. Ze worstelt tegen de harde, dwingende verwachtingen van haar ouders en het verlies van haar beste vriendin. Mensen houdt ze het liefst zoveel mogelijk op afstand, maar wat als ze terecht komt...