39

157 6 0
                                    

Ik probeer een geërgerde zucht te onderdrukken terwijl ik tegen de zijkant van mijn zaklamp sla, waarnaar het flikkerende licht er eindelijk mee ophoudt, omdat het hele ding uitgevallen is. Nu kan ik die zucht toch echt niet meer onderdrukken. Wat wil je ook met deze oude spullen en al die uren die we al ondergronds doorgebracht hebben om te zoeken? Alles heeft een geldigheidsdatum. Voor ons zijn dat onze visums en voor de apparatuur is dat de batterijen.

'Deze is het ook niet.' Mijn lichaam raakt opgewekt bij het horen van Chishiya's stem, die erg dichtbij is. De spanning stijgt alleen nog maar meer wanneer ik merk dat het van achter me kwam. Ik neem een moment om stabiel te worden en draai me dan om. Ondertussen is hij ook blijven bewegen, waarnaar hij op nog geen halve meter bij mij vandaan prompt tot stilstand komt. Stiekem had ik gehoopt dat hij expres zo dichtbij kwam, maar aan zijn reactie kan ik zien dat hij oprecht niet door had dat ik hier stond. Hij heeft zijn zaklamp op de grond gericht, waardoor hij mij niet had zien staan. Toch lijkt hij niet geschrokken te zijn. In tegendeel zelfs: de opgelaten glimlach op zijn gezicht verraadt dat hij het prettig vindt.

O god, wat moet ik toch met deze jongen? Waarom moet mijn zaklamp net nú uitvallen, waardoor we alleen het kleine streepje licht van zijn zaklamp hebben en mijn lichaam daardoor alleen nog maar meer gespannen signalen afgeeft? Ik voel zijn warme energie op mij over stralen. Hij staat erg dichtbij, maar we doen allebei niet de moeite om een stap naar achteren te nemen. Ik kan nog maar net de impuls onderdrukken om mijn hand naar hem toe te brengen, maar hij schijnt dat niet te kunnen.

Mijn wang begint direct te branden zodra hij zijn handpalm daarop legt. Zijn warme hand zorgt ervoor dat er allerlei zenuwachtige vlagen door mijn lichaam schieten. Voor een moment houd ik mijn adem in. Ik ben gespannen door zijn aanraking, maar tegelijkertijd brengt het allerlei fijne gevoelens in me naar boven. Hij vat de hapering in mijn ademhaling verkeerd op, want tot mijn grote teleurstelling trekt hij zijn hand weer terug. Ik kan nog net zijn ogen opgelaten naar de grond zien gaan, voordat hij mompelt: 'Sorry.'

'Nee,' zeg ik veel te snel terwijl ik zonder daarover na te denken nog een stap naar hem toe zet, 'dat hoeft niet.' Ik leg mijn hand op zijn arm en blijf naar hem kijken. Ik dacht al dat hij prachtig was in het maanlicht gisteravond, maar in de kleine lichtstraal van de zaklamp is hij nog altijd mooi. Zijn lichaam verstart niet, maar ik kan aanvoelen dat hij ook gespannen is. Dat is wat lichamelijk contact tussen ons tot nu toe steeds gedaan heeft: het is spannend, maar het voelt absoluut niet verkeerd.

Al vaker heb ik mezelf afgevraagd of het een goed idee was om dit gevoel toe te laten, maar ik kan het niet meer stoppen. Ik begin ook steeds meer te geloven dat ik dat niet eens wil. Ik geniet ervan als hij zo opgelaten en stralend naar me kijkt. Ik verlang ernaar om zijn energie en warmte tegen mijn huid aan te voelen. Voor een moment is dat alles waar ik aan kan denken, alles wat ertoe doet. Hij lijkt iets te willen zeggen, maar onze bubbel wordt verstoord door een verbaasde ademhaling die ik zo ongeveer naast me hoor.

Snel haal ik mijn hand van Chishiya's arm af. 'Jezus,' brengt Raiden half geschrokken uit terwijl hij naar adem hapt, 'blijf lekker in het pad staan zonder je licht aan.' Hij haalt opgelucht adem. 'Probeer je me te laten schrikken of zo?'

'Slecht geweten?' probeer ik als grapje te maken. Het landt niet bepaald goed, want ik zie Raiden opgelaten naar de grond kijken. 'Ha ha.' Omdat hij van mij wegkijkt, lijkt hij nu pas op te merken dat Chishiya er ook is. Hij zegt er niets over, maar ik vraag me af wat hij nu denkt. De twee jongens lijken elkaar niet bepaald te mogen. Dat merkte ik tijdens de heksenjacht, maar ook toen we gisteravond in de kampeerwinkel probeerden een gesprek te voeren. Vanmorgen kon er ook nog geen "goedemorgen" vanaf en ze gaan elkaar sinds we begonnen zijn met de metrohaltes te onderzoeken al uit de weg.

'Mijn zaklamp is uitgevallen,' zeg ik dan schouderophalend. 'Stom ding.' Heel even ben ik bang dat hij een opmerking gaat maken, maar gelukkig doet hij dat niet. 'We zijn ook al urenlang aan het zoeken,' mompelt hij. 'Misschien kunnen we beter weer even naar boven gaan om pauze te nemen.' Chishiya zucht geërgerd. Of dat is door de komst van Raiden of om zijn opmerking weet ik niet. 'Om naar nieuwe batterijen voor in de zaklamp te zoeken,' verbetert Raiden zichzelf dan. Hij kijkt me aan en knikt naar iets verderop. 'Wat vind jij?'

Alice in Borderland {Wattys2021 winnaar}Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu