12

225 5 0
                                    

'Wij gaan vanaf heden een bondgenootschap aan, correct?'

Ik kijk Raiden aan en rol met mijn ogen. 'Wil je me soms een officieel document laten tekenen?' Zijn mondhoeken krullen iets omhoog. 'Nee, maar het is misschien wel handig om een aantal regels op te stellen.' Nu glimlacht hij. 'Ik zou namelijk niet willen eindigen als jouw vorige bondgenoot.' Ik haal mijn schouders op. 'Hé, het is niet mijn schuld dat hij zwak was.' Hij lijkt mijn antwoord uiterst amusant te vinden. Zijn glimlach gaat namelijk over in een grijns voordat hij zich buigt over de gasfles en wat water in een pan begint op te warmen.

'Maar je hebt gelijk,' vertel ik hem. 'Als we willen dat dit verbond werkt, moeten we een aantal regels ter verduidelijking opstellen.' Ik maak het mezelf gemakkelijk op de tuinstoel waar ik op zit. 'Waar zat je aan te denken?' Raiden neemt plaats tegenover mij en kijkt me een tijdje aan. 'We gaan ermee akkoord dat het leven van de ander ons niets kan schelen. We werken samen waar nodig en verraden elkaar wanneer het moet.'

'Dat lijkt me eerlijk,' antwoord ik. Aan zoiets zat ik zelf ook te denken. Wanneer we een groepsopdracht hebben die we als team moeten behalen, versterken we elkaar. Maar wanneer we zoiets krijgen als het hartenspel..

'Als één van ons zichzelf in een benarde situatie werkt óf daar prompt in terecht komt tijdens een individuele opdracht,' ga ik verder, 'stapt de ander er vanaf en komt hij je niet redden. Je moet dus niet op hulp rekenen als dat gebeurt.'

'Hoezo ga je ervan uit dat ík degene ben die in een benarde situatie terechtkomt?' vraagt hij grijnzend. 'Misschien ben jij dat wel, en dan zou je willen dat ik je kwam redden.' Ik haal mijn schouders op. 'Dan heb ik pech.' Hij kijkt me een tijdje aan, voordat hij knikt. 'Oké,' beaamt hij dan. 'We zijn geen vrienden.'

'Maar collega's,' ben ik het met hem eens. We knikken naar elkaar. 'En de spellen?' vraagt hij. 'Doen we gelijktijdig mee aan hetzelfde spel?' Daar denk ik even over na. 'Dat vind ik een moeilijke. Laten we het erop houden dat we daar zelf een keuze in mogen maken, goed? We zijn altijd vrij om zelf te kiezen wanneer we aan een spel meedoen.'

Onze visums lopen waarschijnlijk niet tegelijk af. Als hij een spel wil spelen en ik niet, zou ik in staat gesteld moeten worden om niet mee te doen en andersom. Hij knikt. 'En de kaarten?' vraagt hij dan. 'Die hoeven we niet aan elkaar te laten zien,' antwoord ik. Hij kijkt me grijnzend aan. 'Oh? Ik wilde net samen een kaartenhuis bouwen.' Ik rol met mijn ogen als antwoord.

'We doen elkaar niets aan buiten het spel,' bedenkt hij dan. 'Jammer, ik wilde net je keel doorsnijden terwijl je sliep,' antwoord ik sarcastisch. Zijn mondhoeken krullen iets omhoog, maar ik kan zien dat hij ergens anders in zijn gedachte is. 'Heeft iemand je iets aangedaan buiten het spel?' vraag ik. Met samengeknepen ogen kijkt hij me aan. Hij is niet verplicht om het me te vertellen en misschien kan hij dat ook beter niet doen. Dat beseft hij ook, want hij antwoord niet. Net wanneer ik denk dat hij dat ook helemaal niet gaat doen, zegt hij schouderophalend: 'Ik heb zo'n bondgenootschap al eens eerder geprobeerd. Laten we het erop houden dat het niet bepaald goed uitgepakt heeft.'

'Waarom wil je er dan toch nog een?' Hij staat op om naar het bijna kokende water te kijken. 'Omdat dat hier wel nodig is.' Hij heeft gelijk: hoe wil je álle spellen in je eentje voltooien? Soms heb je gewoon iemand nodig, al is het alleen maar als schild. 'En in het spel?' vraag ik. 'We doen elkaar niets aan buiten het spel, maar wat betreft ín het spel? Afgezien van de momenten waarop dat nodig is?'

'Ik zou het niet erg op prijs stellen als je me zou naaien wanneer dat niet hoeft,' antwoordt hij, 'maar dat moet je zelf weten. We spreken in ieder geval af dat de ander daar altijd voor op zijn hoede blijft, goed?' Ik knik. 'Goed.'

Hoewel we afgesproken hebben om geen vrienden maar collega's te zijn, draait Raiden de gasfles uit zodra het water gekookt is, kijkt hij me vragend aan en vraagt hij: 'Thee?' Ik knik nogmaals. 'Sure,' antwoord ik. Hij pakt een mok en schenkt er wat gekookt water in voordat hij het aan mij geeft. Ik pak een smaakje uit de doos zonder te kijken welke het is en hang het zakje in de mok. Hij doet hetzelfde en gaat dan weer tegenover me zitten.

Alice in Borderland {Wattys2021 winnaar}Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu