Met mijn armen over elkaar geslagen sta ik tegen de muur aangeleund en kijk ik naar de tientallen mensen die zich in de lobby verzameld hebben. Nog voordat Hatter in beeld komt om zijn toespraak te beginnen, is iedereen elkaar al aan het opjutten. Ze roepen dingen naar elkaar en staan te juichen, alsof er iets heel leuks gaat gebeuren. Ik vraag me af of ze er werkelijk naar uitkijken, of dat ze alleen maar doen alsof omdat de rest dat ook doet.
Ik ontken de echte reden dat ik hier ben, maar toch ga ik wel naar hem op zoek. Hoe hij mij door al die mensen heen heeft kunnen zien weet ik niet, maar aan de andere kant van de ruimte staat Chishiya bij een pilaar en kijkt hij mijn kant op. Er gaat een vreemd gevoel door me heen. Vanmiddag hebben we een tijdje bij elkaar gezeten in de muziekkamer. Na ons gesprek hebben we niet veel meer gezegd en hebben we gewoon naar muziek geluisterd, maar toch bleef ik de warmte van zijn hand voelen. Het was moeilijk om me ergens anders op te concentreren.
Ik weet niet hoe ik me moet gedragen, dus breng ik mijn hand maar omhoog en zwaai ik even naar hem, zoals we in de goeie ouwe tijd altijd deden. Mijn zicht wordt geblokkeerd door een groep Stranders. Een deel van mij raakt daar geërgerd om, maar misschien is het wel beter zo. Ik weet namelijk niet of ik op eigen kracht van hem weg had kunnen kijken.
'Stranders!' Mijn hoofd draait omhoog naar de eerste verdieping, waar Hatter en wat bestuursleden komen te staan. Zodra hij zijn gezicht laat zien, wordt er meteen gejuicht. Hatter wacht totdat de stemmen weer wegebben, maar het duurt een hele tijd.
'Ze doen net alsof hij een of andere God is.' Zijn stem maakt me enigszins nerveus, maar toch werp ik even een glimlach Chishiya's kant op. Hij kijkt ook kort mijn kant op, waarnaar hij zijn blik weer afwendt. Ik zag dezelfde uitdrukking in zijn ogen als vanmorgen: terughoudend, alsof hij niet helemaal zeker weet hoe we nu tegen elkaar moeten doen. Ik weet het ook niet. We lijken het er allebei over eens te zijn dat we niet weten wat dit is, maar dat het in ieder geval fijn voelt.
'Alsof?' breng ik zogenaamd niet begrijpend uit. Er kan een flauw glimlachje vanaf. Dan begint Hatter met zijn toespraak. Hij vertelt dezelfde bullshit als altijd, over dat we samen moeten werken om alle kaarten te verzamelen en dat we allemaal bij elkaar horen, bla, bla bla, maar dan vertelt hij ook iets waardoor de Stranders hier beneden weer uit hun dak gaan. 'Vanavond zal ik mijn visum moeten vernieuwen,' zegt Hatter, 'en zal ik dus een spel gaan spelen!' Hij wordt direct toegejuicht, wat een soort snerende lach van Chishiya oplevert.
'Volgens mij is hier iemand jaloers omdat hij niet aanbeden wordt als een God,' breng ik geamuseerd uit. Chishiya haalt zijn schouders op. 'Wat anderen van mij vinden, kan me werkelijk niets schelen,' is zijn antwoord. 'Nee?' vraag ik op dezelfde toon. Zonder zijn gezicht al te veel mijn kant op te draaien, kijkt hij me aan. In zijn ogen kan ik zien dat die uitspraak niet voor mij geldt. Daar lijkt een deel van hem nog altijd in de war van te zijn, terwijl het andere deel ervoor zorgt dat hij zijn blik opgelaten weer afwendt.
Hij vindt het duidelijk onwennig dat hij nu in een situatie beland is waar alles anders is geworden voor hem. Hij was altijd op zichzelf en hield iedereen op afstand, maar door mijn acties tijdens de spellen is hij over me na gaan denken, en door mijn actie om hem van de militanten te redden is dit nu ontstaat tussen ons. Vindt hij het erg? Vindt hij het prettig? Denkt hij vandaag al net zo vaak aan het contact dat onze handen hebben gehad als ik doe?
'Het moment is aangebroken om tijdelijk gedag te zeggen tegen elkaar,' rondt Hatter zijn speech af, 'maar dat is niet voor lang. Vanavond zullen we gewoon weer met elkaar feesten!'
Het onrustige gevoel komt terug zodra hij dat gezegd heeft. Ik probeer het weg te stoppen, omdat het geheel onnodig is. Met mijn verstand weet ik echt wel dat Chishiya vanavond weer terug zal komen. Toch kan ik het niet helpen om nogmaals naar hem te kijken en hem helemaal in me op te nemen. Dit zal zeker niet de laatste keer zijn dat ik hem zie en als ik geluk heb, is vanmiddag zeker niet de laatste keer geweest dat ik de warmte van zijn huid heb gevoeld.
JE LEEST
Alice in Borderland {Wattys2021 winnaar}
FanfictionDe achttienjarige Kimora Sasaki staat stil in haar leven. Ze worstelt tegen de harde, dwingende verwachtingen van haar ouders en het verlies van haar beste vriendin. Mensen houdt ze het liefst zoveel mogelijk op afstand, maar wat als ze terecht komt...