26

156 6 0
                                    

'Dat ging nog best goed,' merkt Raiden trots op terwijl we naar de eetruimte lopen, 'ik liep nog niet eens één kilometer op jou achter.' Natuurlijk ben ik blij voor hem dat hij dat ook is, maar ik kan het niet laten om een opmerking te maken. 'Dan is al dat gefeest dus toch niet zó funest geworden voor je lichaam.' Hij rolt met zijn ogen. 'Ik heb ook twee feestjes meegepakt,' mompelt hij. 'Je doet meteen alsof ik een of andere harde partyganger en alcoholist ben.' Ik doe alsof ik vind dat hij dat precies is, waardoor hij me een duw geeft en begint te lachen. 'Hé, pas op jij! De andere Stranders zijn dan wel bang voor je, maar mij intimideer je niet zo snel.'

Ik glimlach naar hem, maar toch kijk ik stiekem even om me heen. Ik weet niet waar ze het precies vandaan hebben, misschien wel van Yuri, maar het nieuws van mijn spel van gisteravond lijkt als een lopend vuurtje rond te gaan. Ik probeer het te negeren, maar het ontgaat me niet dat er behoedzaam naar ons wordt gekeken wanneer Raiden en ik met iets te eten naar een lege tafel lopen. Zie ik daar echt opluchting om het feit dat we niet bij hen komen zitten?

'Je hoeft niet per se bij me te blijven hoor,' zeg ik wanneer we tegenover elkaar gaan zitten. 'Ik ben het wel gewend om alleen te zijn en aangestaard te worden. Als je liever bij hen wilt zitten, moet je dat natuurlijk gewoon doen.' Ik knik even naar een tafel verderop, waar wat mensen zitten die hem laatst in een groepsgesprek hadden laten mengen. Aki en Roodbroek zitten er ook bij. Ze verplaatsen zich niet hierheen, maar zwaaien toch allebei even naar me. Aangezien het lijkt alsof ik al zoveel vijanden gemaakt heb hier, zwaai ik maar terug.

'Nee joh,' verzucht Raiden, 'dat drukke gedoe aan mijn hoofd de hele tijd.' Hij schudt zijn hoofd. 'Ik blijf liever even in rust met jou zitten.' Ik geef het niet toe, maar stiekem vind ik het toch wel fijn dat hij bij mij blijft. Ondanks dat ik nu wel aan de blikken gewend ben, vind ik het toch vervelend om aangestaard te worden als ik alleen zit. Het zorgt ervoor dat ik me als een makkelijk doelwit voel. Ik probeer de beelden die bij me opkomen weg te drukken.

'Hé,' hoor ik Kuina opgewekt zeggen terwijl ze naast me plaatsneemt. 'Hé,' zeg ik terug. Raiden geeft haar een knikje. 'Hoe ging je spel gisteravond?' vraagt ze dan aan mij. Ik kijk haar even onderzoekend aan, omdat ik niet zeker weet waarom ze het vraagt. Ze heeft de verhalen ongetwijfeld ook al gehoord, maar ze vraagt er niet op een manier naar om de laatste roddels te horen of om mij te provoceren. Ze lijkt oprecht geïnteresseerd te zijn. 'Het ging best goed,' antwoord ik. 'Op het laatst waren we in een hoekje gedrukt, maar gelukkig is het goed gekomen.' Ze knikt en neemt een slok van haar glas water. Ze lijkt nog iets te willen zeggen, maar we worden onderbroken doordat er iemand bij de tafel komt staan. Ik kijk op en zie dat het Takumi is.

'Kimora,' zegt hij op neutrale toon, 'je wordt verwacht in de vergaderruimte.' Ik kijk hem vragend aan. 'Ik? Waarvoor?' Hij antwoordt niet en knikt in de richting van de lobby. 'Ze zijn al begonnen. Hatter heeft me gestuurd om je te halen.' Uit zijn woorden kan ik opmaken dat hij nu meteen bedoelt. Raiden kijkt me vragend aan en ik haal mijn schouders naar hem op. 'Geen zorgen,' zegt Kuina tegen me met een glimlach, 'ik houd Raiden wel even gezelschap.' Raiden ziet eruit alsof het hem niet zoveel interesseert. Ik ben benieuwd of hij daarop terug zal komen. Op mij heeft ze namelijk een fijne indruk gemaakt.

Ik weet dat het geen zin heeft om hem te vragen waarom ik bij een vergadering van de bestuursleden moet zijn, dus loop ik samen met Takumi in stilte door de gangen. Dan denk ik er maar zelf over na. Ik ben tot de conclusie gekomen dat het iets te maken heeft met het spel van gisteravond. Wat kan het anders zijn? Sinds Raiden en ik hier aangekomen zijn, heb ik namelijk niets anders gedaan.

Ik heb er altijd een hekel aan gehad om ergens binnen te komen in een volle kamer en ieder paar ogen naar mij toe te zien glijden, maar ik probeer het te verbergen. Het gesprek dat gevoerd werd is stilgevallen en voor een moment sta ik daar maar naar de mensen die aan de lange tafel zitten te staren. Het valt me op dat Chishiya er ook bijzit. Ik wist niet dat hij een bestuurslid was, maar het verbaast me niets. Hij haalt zijn hand uit de zak van zijn vest en zwaait even naar me. Ik ben te gespannen om hetzelfde terug te doen, maar ik geef hem wel een knikje.

Alice in Borderland {Wattys2021 winnaar}Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu