Zodra ik de hoek om ben, loop ik direct door naar de kamer waar de bijeenkomst straks gehouden zal worden. Ik ben er nog nooit heen gegaan, maar ik ben wel een aantal keer langsgelopen en ik heb op het bordje in de gang zien staan dat dit te betreffende kamer is. Eerst voelde ik opluchting dat ik mijn ouders met deze smoes afgewimpeld heb, maar dan voel ik ergernis in me opkomen vanwege het feit dat ik er nu aan vastzit. Nu moet ik wel meedoen. Nikita zal blij zijn.
Zouden mijn ouders het merken als ik toch niet ga? Zouden ze langs deze ruimte lopen en naar binnen kijken om me te controleren? Ik wil ze liever niet meer zien nu, dus open ik de deur en ga ik vast naar binnen. Het valt me direct op hoe huiselijk het is ingericht. Er is duidelijk gezorgd voor een prettige sfeer, zodat de patiënten zich veilig en vertrouwd voelen. Maar misschien voelt het voor mij alleen maar zo, omdat mijn oog op de prachtige piano valt. Het feit dat ik hier alleen ben, zorgt ervoor dat ik zeer gemotiveerd raak om er naartoe te lopen en mijn vingers over de toetsen te laten glijden.
Mijn hart begint sneller te kloppen en een warm gevoel verspreidt zich door mijn lichaam. Ik ben nog niet zover dat ik tegen mijn ouders op durf te komen, maar ik weet wel dat ik het spelen weer op wil pakken. Ik kijk nog eens goed of er niemand is en ga dan op de pianokruk zitten. Ik probeer mezelf eerst warm te spelen, voordat ik zonder na te denken overga op het spelen van het liedje dat als eerste in me opkomt.
Ik speel en zing door en voel de vreugde door mijn lichaam gaan. Dan kom ik aan bij het gedeelte dat het meest in mijn hoofd speelt.
Wat pakken we als eerste aan? Waar moeten we het meeste naar kijken? De puinhoop die er gecreëerd is, of onze eigen aandeel daarin?
Ik maak het nummer af en laat de laatste tonen door de ruimte klinken. Ik houd het warme gevoel vast en kan niets anders doen dan glimlachen. Ik merk dat ik mijn ogen nog steeds dicht heb. Wanneer ik ze opendoe, kijk ik even glimlachend naar de piano, totdat mijn blik op iets anders valt. Vanuit mijn ooghoek zie ik iets dat ik nog niet eerder waargenomen had, dus kijk ik ernaar. Ik probeer te verbergen dat ik schrik, maar de zilver-blondharige jongen heeft het natuurlijk opgemerkt.
Heel even zegt hij niets, maar dan mompelt hij: 'Sorry, ik wilde je niet afluisteren, maar ik had nergens anders om te zijn.' Komt hij ook voor de bijeenkomst? Waarom zou hij hier anders zijn? Ik werp een blik op de klok en zie dat het pas over tien minuten start. 'Je bent tien minuten te vroeg,' vertel ik hem. 'Jij ook,' kaatst hij terug. Een moment kijken we elkaar alleen maar aan, voordat hij zucht. Ik kijk hem onderzoekend aan om erachter te komen of hij echt geërgerd is, maar zo snel als die reactie gekomen was, is hij ook weer verdwenen. Het doet me denken aan het moment dat ik hem eerder vandaag tegenkwam in de gang.
Hij komt dichterbij en gaat op een zachte stoel zitten. Dan zucht hij. 'Ik wilde eigenlijk helemaal niet naar deze stomme bijeenkomst komen,' vertelt hij, 'maar die gast op mijn kamer blijft maar jammeren en ik kan er echt niet tegen.' Hij is hier dus ook niet vrijwillig, maar toch ook weer wel. Hij had niet de intentie om hierheen te komen, maar hij wilde ook niet achterblijven op zijn kamer. Hij had geen zin in zijn kamergenoot en ik niet in mijn ouders. 'Vind je het gek?' vraag ik. 'Ik heb gehoord dat hij onder de brandwonden zit.' De jongen haalt zijn schouders op. 'Ja,' antwoordt hij, 'dat is dan heel vervelend voor hem, maar dat ik niet aan mijn nachtrust kom is ook vervelend.'
Ik kijk hem aan om te zien of hij dat meent. Dat doet hij. Die jongen op zijn kamer interesseert hem werkelijk niets. Wat vind ik daarvan? Maakt het iets uit? Hij kent hem helemaal niet, waarom zou het hem dan iets moeten schelen? Alsof al die mensen die ik in de kantine gezien had mij iets kunnen schelen. Ik denk aan die jongen die achter mij in de rij stond bij het eten, die Yuri. Hij had ook vervelend tegen mij gedaan. Waarom zouden we moeten geven om mensen die we niet kennen?
JE LEEST
Alice in Borderland {Wattys2021 winnaar}
FanfictionDe achttienjarige Kimora Sasaki staat stil in haar leven. Ze worstelt tegen de harde, dwingende verwachtingen van haar ouders en het verlies van haar beste vriendin. Mensen houdt ze het liefst zoveel mogelijk op afstand, maar wat als ze terecht komt...