23. Yawan

49 8 1
                                    

Deel 7 van OnzinPower en hij loopt nu aan kop met de meeste hoofdstukken!

De kus veranderde natuurlijk niets aan het feit dat we opgesloten zaten. Ook gaf deze geen idee hoe te ontsnappen. Dat moesten we maar lekker zelf uitvogelen.
Toen ik rondkeek zag ik dat we tussen twee bergen zaten met voor en achter ons rotsen. Die rotsen waren veel te hoog en instabiel om overheen te klimmen. Wacht, die rotsen waren instabiel! Snel vertelde ik Glanola mijn plan. Ze stemde in en we begonnen naar een lang voorwerp te zoeken. Dat vonden we niet. Plan mislukt, bij voorbaat.
Toen herinnerde ik me dat er overal Fribelium mijngangen waren. En er was hier ergens een ingang. Waar wist ik alleen niet, dus ben ik onder bomen, struiken, stenen, echt alles wat maar los en vast zit heb ik onder gekeken. Ik heb de ingang niet gevonden. Maar terwijl ik weer terugliep naar Glanola, stortte de vloer onder mijn voeten in en belande ik in een gang die verlicht was met fakkels en rook naar oude kranten. Misschien had ik de alternatieve ingang van de mijn gevonden?
Glanola kwam haastig naar me toe om te kijken of het goed met me ging.
'Ja hoor, kom anders ook. We komen hier toch niet uit door die rotsen, dus kunnen we beter dit gangenstelsel gebruiken om ergens anders te komen.'
Glanola sprong voorzichtig in het gat en landde netjes op haar voeten. Samen liepen we vervolgens verder door de gangen, die ik kon identificeren als de gangen onder het Epistolosgebergte. Dat was nog best een eind lopen van het kasteel, maar we zouden er als er geen problemen waren in vier dagen moeten zijn.
De gangen waren goed onderhouden en de fakkels zijn betoverd, opdat ze eeuwig branden. Het nadeel van die fakkels was wel dat ze een hele muffe geur verspreiden. Maar daar was je snel genoeg aan gewend. De gangen stonken niet alleen, ze waren ook nog eens klein. Je kon maar net met zijn tweeën naast elkaar lopen. Nou waren ze eigenlijk gegraven voor en door dwergen, maar iedereen mocht ze gebruiken. Vroeger was dat wel anders. De dwergen werden onderdrukt en verplicht de gangen erg groot te maken. De gangen werden vervolgens voor van alles gebruikt, inclusief vervoer van dwergen. Het veranderde pas toen Giliusk werd geboren.

Elke dwerg werd tot dan toe tot slaaf gemaakt, maar Giliusk weigerde te doen wat zijn meester hem zei. Dus werd hij gestraft, vaak en hard. Maar Giliusk was niet zomaar een dwerg. Hij was geboren met de zeldzame gave zijn pijnzintuig uit te kunnen zetten. Hier kwam hij snel achter en hij gebruikte deze gave om niet te veel van de straffen te voelen, die anderen hem gaven. Andere dwergen zagen het verzet van Giliusk en kwamen ook stilletjes in opstand. Omdat zij de tunnels hadden gegraven wisten ze precies waar de zwakke plekken zaten. Elke avond overlegden ze tot later in de nacht hoe ze het gangencomplex effectief konden ontmantelen. De oplossing kwam van boven.
Dat Fribelium een hard land is, is bekend. Maar er zitten in bepaalde bergen grote hoeveelheden giftig gas, wat ontsnapt tussen openingen in de berg. Aangezien de druk van het gas continu oploopt, zal het wegen blijven zoeken buiten te komen. De dwergen hebben dus op een gegeven moment tegen hun meesters gezegd dat ze even naar boven moesten om te voorkomen dat de berg instortte. Vervolgens zijn onder leiding van Giliusk de gaten dichtgemaakt. Het gas kon niet meer naar boven en ging dus maar naar beneden. Het hele gangenstelsel werd uitgerookt en de slavenhouders stierven. Giliusk werd onthaald als held en de dwergen willen decennialang niks met de mensen te maken hebben. Dat veranderde pas toen ik de heerser van Fribelium werd. Toen zijn langzaamaan betere contacten opgekomen. Wij lieten de dwergen doen waar ze goed in waren en dwongen ze tot niks. In ruil daarvoor mochten we hun gangen gebruiken. Latere gangen zijn wel dwergenmaat, maar iets is beter dan niets, toch? Naarmate de verhoudingen verbeterden werden er handelsrelaties en dingen opgebouwd, maar dat is niet interessant.

In de gangen kwamen we niemand tegen. Eigenlijk kwamen we niks tegen. Nou is dat niet vreemd, want de omstandigheden in deze gangen zijn bar en boos, maar er was niet eens een insect te vinden. Dat veranderde op de derde dag. Toen kwamen we in een ondergronds dorp van de Grudo. Ja. Zij weer.
Glanola praatte vloeiend Grudo en dat was maar goed ook, want ik kon alleen telepathisch communiceren. Zoals gewoonlijk wilden de Grudo ons drie opdrachten geven. Dat wilden ze echter niet meer toen Glanola hun leider onthoofde. Oké, ik had hun beurt meermalen verwoest, maar ik heb nooit een Grudo gedood.
Terwijl de Grudo rouwden om de dood van hun leider konden we doorlopen. Dat dit het bewoonde deel van de berg was merkte je meteen. Het stikte hier van de dwergen.
We konden niet veel anders dan met de stroom meelopen, richting het beeld van Giliusk. Het beeld was prachtig. Vervaardigd van staal met een dikke laag goud eromheen. De kunstnaar van dit beeld verstond zijn vak. Het beeld van tien meter hoog stond in een grot van dertig meter hoog. De ruimte boven het beeld was niet opgevuld, maar leeggehouden. Dit was zodat de zon voor eeuwig over Giliusk kon waken.
Na het beeld werd de weg rustiger en konden we weer naast elkaar lopen.
'Wat gebeurt er nu eigenlijk in Hankropia? Ik heb je vader vermoord.'
'Ik ben de enige nog levende van mijn familie. Ik ben dus de troonopvolger.'
'Dus dan ben jij de heerser van een landje naast me?'
'Klopt. Zodra ik weer terug ben word de kroning voltrokken.'
'Heb je niet gezegd dat je nog een zus en een broertje had? Hoe zit het daar dan mee?'
'Mijn zus is uitgehuwelijkt aan Wickerxott. Nooit meer terug gezien. Mijn moeder stierf bij de geboorte van mijn broertje en mijn broertje heeft zelfmoord gepleegd toen onze vader dood ging.'
Ik was geschokt. Glanola had een hele zware jeugd gehad en als volwassene was het niet beter.
'Hoe blijf je daar kalm onder?!'
'Accepteer de dood en je hebt een beter leven. Veranderen kun je het toch niet. Je kan wel wegkwijnen in zelfmedelijden, maar daar heb je niks aan, daar heeft je volk niks aan. Je moet sterk zijn.'
Op het moment dat ze dat zei, merkte ik lichte veranderingen in haar bouw op. Haar oren werden iets puntiger en ze ging eleganter lopen. Ook merkte ik dat het haar een andere structuur kreeg.
Ik staarde haar aan.
Wat is er? Je kijkt me aan alsof je een geest hebt gezien!'
'Geen geest, een elf!'
Glanola keek om zich heen.
'Ik zie geen elf? Hoe eens op me in de maling te nemen!'
'Je snapt het niet! Jij bent de elf!'
Glanola kijk eens naar zichzelf. Ik had gelijk, ze was een elf geworden.
'Maar hoe?'
'Elven worden geboren als een mens. Op hun dertigste krijgen ze hun ware gedaante en identiteit pas. Op hun dertigste zijn elven officieel volwassen.'
'Maar ik ben helemaal niet jarig! Hoe kan dat dan?!'
'Misschien ben je altijd voorgelogen over je verjaardag, omdat je op de dag van de blauwe maan bent geboren? Je weet wat ze zeggen. De zege komt met de blauwe maan.'

Datum Uitkomst: 23 April 2018
Schrijver: OnzinPower ©
Koninkrijk: Fribelium

SIEGE S01 ©Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu