49. Feylin

30 6 10
                                    

Goed slapen had ik de afgelopen nacht niet gedaan. De geluiden van het bos deden me telkens weer opschrikken en als het even stil was, dreven mijn gedachten naar Nirvana. Hoe zou het nu met haar gaan? Zou ze momenteel al meevechten in een oorlog? Ik hoop het niet, straks zal ze omkomen en dat was alles wat ik wilde voorkomen.

Ik stond op en keek naar de stand van de zon. Het was nog vroeg in de ochtend, dus ik hoefde me niet te haasten naar mijn werk. Al was werken momenteel niet echt waar ik zin in had. Ik wilde Nirvana zoeken, maar kon niet zomaar wegblijven van werk. Als ik mijn werkgeefster om een paar dagen vrij zou vragen, zou ze het vast wel goed vinden. Hoopte ik.

Tergend langzaam liep ik richting het genezingshuis. Echter, naarmate ik dichterbij kwam, versnelde ik mijn pas. Ik had namelijk het gevoel dat er iets ergs aan de hand was daar.

Mijn vermoedens werden bevestigd toen ik eenmaal aankwam. Alle helers waren al druk in de weer met de talloze gewonde mannen die binnen waren gekomen vannacht.

'Feylin!' riep mijn werkgeefster toen ze me in het oog kreeg. 'Wat fijn dat jij er ook al zo vroeg bent. We kunnen momenteel alle genezende handen gebruiken! Het is chaos, veel te veel gewonden.'

Ik liep verder naar binnen en wierp een blik op de lijst met gewonden. Bovenaan zag ik het getal staan. 400 in totaal? Hoe kon dat gebeurd zijn?

'Waarom zijn er ineens zo veel gewonden? Wat is er in vredesnaam gebeurd?' vroeg ik bezorgd. We liepen allebei al richting de kamer waar alle gewonden lagen en voor even vergat ik het feit dat ik achter Nirvana aan moest.

'Fregardos was verstrikt geraakt in oorlog met Hankropia, maar dat liep helaas niet zo goed af. Hankropia was echter veel sterker dan Fregardos en Fregardos verloor. Ik hoorde dat op het slagveld mogelijk nog een paar overlevenden liggen en dat er ook veel strijders gesneuveld waren.'

Ik huiverde. 'Mijn vader vocht mee in de oorlog!' Tranen sprongen in mijn ogen. 'Is hij hier?'

'Ik weet het niet, daarvoor zal je rond moeten kijken.'

Zonder een reactie te geven begon ik met rennen. Ik rende de hele ziekenboeg door en de moed zakte langzaam in mijn schoenen, naarmate ik het einde naderde. Mijn wangen waren doorweekt met tranen en het zicht voor mijn ogen verdween steeds meer.

Bijna aan het eind zag ik hem dan eindelijk liggen. Zijn ogen waren gesloten, een arm was afgehakt en zijn benen waren open. Hij zag er niet goed uit. Ik knielde naast hem neer, pakte zijn andere arm en gaf er een kus op. Aan zijn ademhaling kon ik gelukkig horen dat hij nog leefde, al ademde hij zwaar.

'Het komt goed papa. Ik zal je genezen.'

Ik rende zo snel als ik kon naar de bakken met water en sjouwde ze terug naar mijn vader. Ik bewoog het water via mijn waterkrachten naar mijn vaders afgehakte arm en probeerde de wond te genezen. Het ging moeilijker dan gedacht. De wond was te groot en moest gehecht worden. Ik riep om een hechter en ging daarna zelf verder met de kleine wondjes in de benen. Gelukkig waren die makkelijk te helen, maar met zijn afgehakte arm ging het flink mis. Er kwam maar geen hechter aan en de arm verkleurde langzaam. Als er niet snel iets ondernomen zou worden, zal mijn vader komen te overlijden door de wond.

'Iemand! Kom helpen!' schreeuwde ik in blinde paniek. Iedereen was echter druk bezig met de andere patiënten en konden niet zomaar deze kant op komen.

Ik probeerde uit alle macht het ontstoken gedeelte van de arm te genezen. Alle kracht die ik in me had gebruikte ik ervoor. Frustratie kwam tevoorschijn toen ik zag dat het allemaal niet lukte en mijn vaders ademhaling steeds zwakker werd. Ik begon te huilen en raakte in blinde paniek. Weermaal schreeuwde ik om hulp. Waarom kon ik die stomme arm wond niet genezen? Waarom was ik hiervoor niet sterk genoeg? Wat was er met me aan de hand?

Ik schrok op toen ik zag dat mijn vader zijn ogen open had gedaan en dus wakker was geworden. Hij kreunde van de pijn. 'Feylin...' mompelde hij en hij streelde met zijn hand langs mijn wang.

'Papa, ik ga je helpen. Het komt goed,' fluisterde ik zacht.

Mijn vader begon te hoesten. Ik keek hem geschrokken aan. Hij sloot zijn ogen weer en prevelde nog wat. 'Het ga je goed, Feylin.' Daarna hapte hij voor zijn laatste keer een flinke teug lucht naar binnen, kuchte nog een paar keer en viel weg. Hij was dood.

'Nee!' krijste ik. 'Nee, nee, nee, nee! Papa kom terug!' Ik ging nog harder huilen dan ik voorheen al had gedaan. Ik pakte zijn arm en duwde mijn gezicht ertegenaan, wilde dat hij terugkwam. Het feit dat ik zijn hart niet meer kon horen kloppen, liet me echt realiseren dat hij dood was. Dat ik hem kwijt was. Dat hij niet meer terug zal komen. Nooit meer.

Ik voelde een hand op mijn schouder en keek op. Het was mijn werkgeefster.

'Feylin, gaat het een beetje?' Voor het eerst in de jaren dat ik haar al kende, keek ze me oprecht bezorgd aan.

'Nee,' mompelde ik, 'ik heb zojuist mijn vader laten overlijden, omdat ik het niet in me had om hem te genezen.' Ik begon nog harder te huilen en bedacht me toen weer dat ik Nirvana ook nog kwijt was geraakt. 'Plus, de koning heeft mijn draak van me afgenomen, mijn beste vriendin. Ik ben in de afgelopen twee dagen alles kwijtgeraakt waar ik om geef. Echt alles.'

Mijn werkgeefster trok me mee in een knuffel en streelde door mijn haren. 'Je krijgt vrij, voor de rest van deze week. Ga op zoek naar je draak en ontspan een beetje. Wij redden het hier wel.'

'En papa dan?' Ik keek terug naar mijn vader. Mijn lichaam schokte bij het zien van zijn dode geraamte.

'Ik zal een bericht sturen naar je moeder, maar ga, nu.' Mijn werkgeefster loodste me voorzichtig naar buiten. 'Het ga je goed, Feylin!'

Mijn lichaam schokte weer eens. Dat waren dezelfde woorden als de laatste woorden van mijn vader. Ik voelde de tranen alweer branden, maar onderdrukte ze ditmaal. Ik was sterk, sterker dan ooit tevoren. Ik voelde het.

Ik draaide me weg bij het gebouw vol met onheil en bedacht me zojuist mijn doel in mijn leven. Ik zal Nirvana terugkrijgen en wraak nemen op degene die mijn vader heeft vermoord. De koning van Fregardos zal niet langer veilig zijn. Met die gevoelens van wraak zette ik mijn tocht voort. Op naar de koning van Fregardos.

SIEGE S01 ©Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu