32. Black

47 6 3
                                    

Opmaak straks. W.I.P.


Zonder enig succes kom ik terug in de hoofdstad. Rack was niet in Fregardos. In de hoop dat hij Yawan wilde halen voor dat gesprek dat ik wilde ging ik toen maar door naar Fribelium, hopend dat hij daar zou zijn. En nee, natuurlijk niet, dus moest ik het doen met Yawan, waar zonder de aanwezigheid van Rack niet mee te onderhandelen valt. Wel mooi dat hij denkt dat wij vier oorlogen niet aankunnen. Wat is het soms makkelijk te liegen.

Er is wel iets positiefs aan mijn terugkomst. Ik zie mijn vrouw weer. Ik wil haar al een kus op de wang geven, maar ik zie dat ze niet helemaal lekker in haar vel zit.

'Theren, het is me niet gelukt.'

'Wat is je niet gelukt?'

'Ik kwam niet op die troon van Hankropia, het spijt me. En de nieuwe heerseres heeft je ook meteen een brief gestuurd.'

'Mijn vrouw, lieve Lave, wat liet je denken dat dat proberen een goed idee was?! Beeld je even in wat Serv zou denken als het je was gelukt: zijn hoogste officier is getrouwd met iemand op de troon van een ander koninkrijk. Dat is enorm gevaarlijk voor hem. Dat brengt zijn positie in gevaar.'

'Ik weigerde ook eerst, maar jij drong aan, zei dat de lijn van opvolging vrij zou zijn, vertelde me dat mijn nicht dood was, die eerder dan ik aanspraak had op de troon.'

'Lave, ik ben de afgelopen dagen weggeweest. Hoe zou ik je dat ooit kunnen vragen? Waarom zou ik je dat ooit vragen?'

'Theren, ik weet het ook niet.' Ze snikt.

'Het geeft niet. Wat staat er in die brief?'

'Dat ze je absoluut niet mag en dat een alliantie op onze buik te schrijven is.'

'Dan moet ik mijn dreigement misschien toch waar maken.'

'Daar heb ik over gehoord. Dat was voor mij nog meer reden.'

'Iemand heeft je misleid en is erg goed in illusie, of je hebt zitten dromen.'

'Ik weet het niet.'

'Lave,' begin ik voordat ik haar een kus geef. 'ik ga bijna direct weer. Blijf hier.'

'Waar ga je heen?'

'Een belofte vervullen aan een zeker leger.'

Ik ren de barakken in. 'Mannen, maak je klaar om te vertrekken. Het wordt tijd dat we Hankropia voor eens en voor altijd een les leren. "Generaal Black is er niet om mee te sollen." De paarden en beren moeten fit zijn, de rantsoenen moeten klaar zijn, de trebuchets moeten op karren worden gezet en elke soldaat moet bewapend en bepantserd zijn. Ik wil voor het avonduur vertrekken.'

Binnen drie uur staat iedereen klaar. Ik klim op mijn beer. 'Open de poort, we gaan!'

Ik zwaai nog snel naar mijn vrouw.

Op naar de overwinning. En hopen dat Serv dan verstandig is geworden wanneer ik terugkom.

We rijden al twee uren over de steppe. De nacht breekt aan. We zetten een kamp op. Drie schildknapen rijden de zes paarden terug die de trebuchets hebben getrokken.

Ik wil wel slapen, maar ik wil ook nieuwe spreuken ontdekken. Exploitatie moet zoveel te bieden hebben nog. Tot nu toe kan ik telekinese van voorwerpen en personen en levitatie. Met het aanpassen van het fundamentele van de wereld moet meer te bedenken zijn. Het kunnen zien van levensaura's? Ik focus me. Ik zie nog niets. Dat is niet waar. Ik zie wel iets. Vaag, zwak, ongeveer aan de andere kant van het kamp, een vlek. Ik loop die kant op. Het karkas van een hond. Precies het omgekeerde. Ik zag het gebrek aan een levensaura in een lichaam.

Goed genoeg.

's Ochtends breken we de rantsoenen aan. Snel gaan we weer verder.

Nog voor we bij de grens van Hankropia zijn komt een ander leger ons tegemoet, niet rechtstreeks dan, maar onze paden gaan kruisen. Ik heb al een vuurbal in mijn hand. Kan ik het vaandel herkennen dat voorop in de wind wappert? Nog niet. Exploitatie heeft er vast een oplossing voor, maar ik ken hem nog niet.

Dichterbij herken ik hem wel. De laatste dagen ben ik hem vaak genoeg tegengekomen. Het vaandel van niemand minder dan Rack. Er vliegt ook nog een ander vaandel naast, dat ik niet herken. Mijn vuurbal kan wel weg dunkt me.

Ik geef mijn leger aan te stoppen. Ik wil spreken met Rack.

Ook het leger van Rack stopt. Logisch.

Ik splits me af. Twee soldaten volgen me, de rest blijft achter.

'Koning Rack! U wilt niet weten hoelang ik u al probeer te spreken, heeft u mijn brief ontvangen?'

'Sorry, wie ben jij?'

'Generaal Theren Black, van Wickerxot.'

'Heb ik geen brief van ontvangen.'

'Iemand zit me te saboteren, ik vermoed iemand binnen Wickerxot.'

'Pardon, Theren, wat zei je?'

'Niets van waarde. Brief kwam erop neer dat ik graag met u, en met Yawan, maar dat heb ik al onsuccesvol gedaan, een gesprek wilde hebben over de diplomatieke verhoudingen. Wickerxot houdt u graag te vriend, zelfs al handelt onze koning er niet naar.'

'Dat hoor ik graag. Wij zijn momenteel onderweg naar Hankropia.'

'Net als ons op vriendelijke visite?' Ik wijs op onze trebuchets.

'Precies. Theekransje onder een regen van pijlen.'

'Dan zouden we ze samen van de kaart kunnen vegen. Het land boeit ons niet. We willen enkel mijn vrouw op de troon zetten, maar dat kan best nadat Hankropia wat land afstaat aan Fregardos.'

'Vergeet ons niet.'

'Sorry, wie ben jij?'

'Ik ben koningin Layla, van Shaflista.'

Ik val van verbazing bijna uit mijn zadel. Ik wil bijna iets stoms vragen, maar ik slik mijn woorden in.

'Ik zal maar geen vragen stellen.' 

SIEGE S01 ©Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu