116. Vythe

36 4 4
                                    

Een paar uur later stap ik met mijn paard een stadje in. Volgens de rapporten waren Yawan en Glanola in deze streek gezien, en ik verwachtte dat ze misschien wel het idee hadden opgevat om een warm en droog bed te krijgen in een hotel. De huizen staan vrolijk in het licht van de zon, en het is net alsof hier nooit een ramp heeft plaatsgevonden. Ik kijk om me heen.

'Mevrouw!' Een vrouw van rond de twintig komt op me afrennen. Zodra ze er is komt ze slippend tot stilstand.

'Ik heb u gezien in mijn voorspelling! Ga niet achter die twee mensen aan, de voorspelling zei dat als u achter ze aan gaat, er iets met u gaat gebeuren. Die vrouw komt dan achter u aansluipen met een mes...'
'Ho, wacht,' onderbreek ik haar. 'Het begin graag. En je naam, als dat even kan.'

De vrouw haalt even diep adem. 'Oké. Ik ben Feylin, en een uur geleden kreeg ik een visioen. Ik zag u bij een fontein, en u zag eruit alsof u iets zocht. Daarna renden er opeens twee mensen weg, en u probeerde ze te vangen. U ving de eerste persoon, en toen u probeerde hem vast te binden kwam de vrouw van achter op u af sluipen. Toen sprong het beeld naar iets anders, waar twee slangen wegkruipen.'

'En dat zag je allemaal?' Ik trek een wenkbrauw op.

'Ja, mevrouw. Ik denk dat ik een voorspellende gave heb.'

'En het was geen droom of iets dergelijks.'

'Nee, nee. Ik raakte in een soort trans. Het was echt een soort visioen. Daarbij lijken u en de stad veel te veel op de vrouw en de stad in mijn dromen. Dat kan toch geen toeval zijn?'

Ik knik langzaam met mijn hoofd. 'Je zag niet of ik daadwerkelijk werd neergestoken?'

'Nee,' antwoordt Feylin. 'Het beeld stopte op precies dat punt.'
'Bedankt voor de waarschuwing,' zeg ik. 'Maar dit is te belangrijk om te stoppen voor een halve voorspelling, waarvan niet eens duidelijk wordt wat er gebeurd.' Voordat Feylin kan reageren begin ik al weg te rijden, haar verbouwereerd achterlatend.

Ik rijd verder de stad in. Dat was... vreemd. Ik weet wel dat er mensen in de geschiedenis zijn die een soort van voorspellende gave hadden, maar die zijn er al heel lang niet meer. Zou Feylin de waarheid spreken? Uiteindelijk kom ik op een plein. Op het plein staat een fontein, waar allerlei mensen staan. Sommigen gooien muntjes erin, anderen gooien een ander erin. Veel mensen zoeken er vooral verkoeling op deze hete dag in de brandende zon. Feylin had het erover dat ze bij de fontein zouden zijn, zou dat deze zijn? Ik neem aan dat het over Yawan en Glanola ging, dat zijn de enige personen die ik op dit moment zoek. Mijn oog valt op een stelletje. Een slanke vrouw met lichtbruin haar zit met haar ogen gesloten op de rand van de fontein, met haar hoofd rustend op de schouder van de zwartharige man naast haar. De vrouw lijkt op Glanola, en de man heeft wel wat weg van Yawan, de laatste keer dat ik hem zag. Mijn blik en die van de man kruizen elkaar. Hij kijkt mij kort aan, maar fluistert iets in het oor van de vrouw. Haar hoofd maakt zich los van de schouder en kijkt heel kort mijn richting op, voordat ze subtiel naar de man kijkt. Alsof ze alleen maar naar zijn gezicht wilde kijken. Ze zeggen wat tegen elkaar. Ik loop dichterbij, en terwijl ik dichterbij kom wordt mijn vermoeden steeds meer bevestigd. Het zíjn Yawan en Glanola. Feylin had gelijk. Maar wat nou als het gewoon toeval was?

Opeens springen Yawan en Glanola op, en beginnen hard weg te rennen. Ik laat mezelf van mijn paard vallen en race achter ze aan. Mensen lopen in de weg, en ik duw ze dus subtiel aan de kant. De wind suist door mijn oren, mijn voeten trappen de grond onder zich vandaan.

Het duurt niet lang voor ik Yawan bereik. Ik ren op hem af en zorg dat we op grond vallen. Ik hoor hem iets van 'shit' roepen, voordat we de grond raken.

Dit klinkt als iets dat Feylin zei.

De lucht wordt uit zijn longen geslagen, aangezien hij als eerste de grond raakt en ik hem als een soort schild heb. Snel klem ik mijn benen om hem heen, grijp ik een van zijn polsen en klik er een soort metalen boei omheen. Een van de wat nieuwere uitvinding van het techniekteam. Zodra hij merkt wat ik aan het doen ben verplaatst hij zijn arm zo ver mogelijk van me vandaan.

SIEGE S01 ©Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu