61. Feylin

18 5 0
                                    

Gelukkig was de tocht naar het kasteel van de koning niet ver. Het kasteel was gelegen in dezelfde plaats als het helingcentrum, dus hoefde ik alleen maar een paar straten te passeren.

Toen ik met mijn hoofd om het hoekje van het grote hek kwam gluren, werd ik direct al door allerlei soldaten vreemd aangekeken. Fijn, ze hadden me door. Dit ging moeilijker worden dan verwacht. Onopvallend ergens naar binnen glippen was niet mijn specialiteit. Correctie, ik was er beroerd in. Echter moest ik wel op een manier binnen zien ze komen en ik wist geen andere manier. Ik had natuurlijk aan kunnen kloppen en kunnen vragen of ik binnen mocht komen. Of ze me dan binnen zouden laten? Waarschijnlijk niet.

Dus er zat geen andere manier op. Ik scande de muren om het kasteel en zocht naar een zwakke plek, of een plek waar ik ongezien omhoog kon klimmen. De muur was gelukkig niet gladgepolijst. Oftewel het beklimmen van de muur ging gemakkelijker dan verwacht. Een gevoel dat ik het dit keer niet compleet verprutste, overspoelde mijn lichaam en vol zelfvertrouwen klom ik naar beneden. Helaas had ik een loszittende steen niet opgemerkt, dus viel ik de rest naar beneden, boven op een soldaat.

'Auw,' kermde deze van de pijn. 'Wat te?' Hij keek op vanuit zijn liggende positie. Zijn ogen werden groot.

'Sorry,' zei ik snel. 'Ik ben niet zo handig.' Ik grinnikte. Daarna sprong ik van zijn rug en maakte ik dat ik weg kwam.

'Hé, wacht eens even dame!' riep de soldaat, die weer een beetje bij zinnen was gekomen. 'Kom hier!' Hij rende achter me aan en troffelde tussendoor meer soldaten bij elkaar.

Fijn. Ik was dan nu wel binnengekomen, maar veel kans van slagen had ik niet meer. Ten eerste wist ik niet waar ik Nirvana kon vinden, dus had ik een kaart van dit enorme kasteel of iets dergelijks nodig. Ten tweede werd ik achterna gezeten door een leger aan soldaten. Dit kon niet goed aflopen, nooit.

Ik rende zo hard als ik kon weg voor de soldaten en zocht wanhopig naar een verstopplek of een openstaande deur. Aan de achterkant van het kasteel, wat al een eeuwigheid rennen was geweest, vond ik eindelijk een openstaande deur. Ik rende naar binnen en sloot de deur met een klap achter me dicht, waardoor ik even tijd kreeg om op adem te komen.

De kamer waar ik in beland was, stond vol met eten. Waarschijnlijk was ik terecht gekomen in de opslagkamer en iets in mij vermoede dat deze kamer zou grenzen aan de keuken. Als ik mijn neus had gevolgd, dan kon ik dat ook wel zeker weten, want man wat rook het daar lekker.

Tijd om eten weg te kanen had ik echter niet, want de deur waar ik doorheen was gekomen, werd uit alle macht geprobeerd om open te maken. Ik moest mijn weg vervolgen en het eten achter laten, helaas.

Ik glipte de keuken in en rende door naar de volgende ruimte. Een enorme gang met voor mijn gevoel wel twintig vertakkingen. 'Ow help,' dacht ik bij mezelf.

'Feylin?' klonk het toen opeens in mijn hoofd. 'Feylin, ik kan je gedachtegang weer volgen, ben je dichtbij?' Ik herkende het direct, het was Nirvana die via mijn gedachtes tegen me sprak.

'Ik bevind me momenteel in het kasteel van de koning. Waar ben jij?'

Ik bedacht me dat het slim was om niet stil te blijven staan in het kasteel, zo zouden de soldaten me wel heel makkelijk kunnen grijpen. Dus ik zette me weer voort, concentrerend op mijn gedachtes.

'Ik ben opgesloten in een grote kerker, met meerdere draken,' kreeg ik terug.

'Weet je ook waar?'

De soldaten kwamen met een enorm kabaal vanuit de keuken naar me toe gerend. 'Grijp haar!' riep een soldaat. Ze waren nu met nog meer en hadden ook nog eens wapens in handen gekregen.

Was ik voor hen zo'n enorme bedreiging? Of hadden ze het gewoon niet zo op ongewenste gasten? Ik zette het weer op een rennen en rende de eerste en beste kamer binnen die ik kon vinden. Helaas liep deze kamer dood en was ik dus gevangen. De soldaten marcheerden de kamer binnen en omsingelden me.

'Geef je over!' riepen ze in koor.

Ik staarde naar de grond en gaf geen antwoord. Te koppig daarvoor of gewoon omdat ik moe was van het rennen. Een soldaat kwam voor me staan en zette zijn hand onder mijn kin, waarna hij mijn hoofd omhoogduwde zodat ik hem aan moest kijken.

'Wat doe jij hier, kleine meid?' snauwde hij in mijn gezicht.

Ik vertrok mijn blik van een starende naar een harde blik en keek hem daarmee aan. 'Ik wil de koning van Fregardos spreken en eis dat hij mijn draak vrijlaat!'

De soldaat lachte en duwde me naar de grond. Daarna draaide hij zich om naar de rest van de soldaten. 'Ze heeft wel veel pit, voor een kleine meid. Zullen we haar opsluiten en kijken wat de koning met haar wil doen?'

De rest van de soldaten knikten instemmend en twee van hen liepen naar me toe, pakten me vast en sleurden me over de grond mee.

Ik werd door de grote gang van het kasteel gesleurd, door verschillende deuren, de trap af en uiteindelijk kwam ik aan bij de kerkers, die voor mijn gevoel dus onder het kasteel lagen. Ik merkte verscheidene woeste drakenhoofden op en voelde hoe een draak woest brieste. De warme lucht deed me huiveren, maar hierdoor wist ik wel dat ze me dichtbij de draken zouden opsluiten.

Mijn vermoedens werden bevestigd. Nadat we de grote kooien in de kerkers waren gepasseerd, waar dus allerlei draken gevangen zaten, kwamen de kleine kerkers. Ik werd in een kerker gesmeten en al snel werd de deur achter me dichtgedaan.

Ik plofte neer op de grond en staarde naar mijn kapotte en besmeurde kleren. Mijn maag rommelde en ik zuchtte diep. Wat was mijn leven de afgelopen dagen toch een enorme ellende geweest. Het kwijtraken van Nirvana, het sterven van mijn vader en nu zit ik gevangen in deze rotkerker.

'Feylin,' klonk het weermaal in mijn hoofd, 'ik heb je gezien. We komen hier samen uit, okay? Vergeet niet dat je waterkrachten hebt en jezelf dus zo zou kunnen bevrijden.'

Nirvana had een punt. Ik was sterk genoeg om mezelf hieruit te bevrijden met behulp van water. Maar water was momenteel nergens te bekennen en ik was ontzettend uitgeput. Dus ik ging languit op de grond liggen en besloot dat het tijd werd voor een dutje, want het kon me toch allemaal niet meer zoveel schelen. Het enige wat ik nog steeds wilde, was wraak.

SIEGE S01 ©Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu