62. Conley

25 4 9
                                    

De reis naar Fregados zal niet mee vallen, eerst moet ik door Fribelium zelf komen, enorm rotsachtig en laatst volledig in gifgas gezet. Gelukkig kunnen wij als dwergen tegen dit gas, vanwege lange, maar in laag genoege dosis, blootstelling aan het gas. Maar door de rotsen kom je toch nauwelijks vooruit, laat staan met een zware kruisboog op je rug. Wel was het vooral afdalen vanaf mijn huis naar de grens, dus dat kwam goed uit. Er was niet veel meer te zien in Fribelium, omdat ze laatst zijn omgekomen in wat waarschijnlijk een enorme bosbrand was, waardoor het bovengrondse gifgas was aangestoken, ik heb werkelijk geen idee. Overal waren verlaten dorpjes, met lijken er nog bij, helemaal zwartgeblakerd. Ach ja, wat kan mij het schelen, ik heb die mensen toch nooit gekend of gemogen. Misschien dat ze iets interessants hebben wat ik kan gebruiken, even een huisje checken en ik zie al meteen dat dat geen enkel nut heeft, want alles is zwart, onder het roet. Zonder nog om te kijken loop ik door alle verlaten dorpjes, er valt toch niks te zien.

Eenmaal bij de grens aangekomen ziet het er al een stuk levendiger uit, de bomen zijn grijs in plaats van pikzwart. Het is al een verbetering. Na wat ongeveer een uurtje lopen was werden de bomen weer groen, ook kwamen weer dieren hier en daar tevoorschijn. Het begon alweer te schemeren en ik moest iets bedenken om de nacht door te brengen. Ik kon een herberg opzoeken, maar daar zijn teveel mensen naar mijn mening. Ik kon een snel onderkomen maken, wat me wel de beste optie leek, anders heb ik die slaapzak ook voor niks meegenomen. Snel een klein hutje van staal maken met magie en klaar is Kees. Ik leg mijn slaapzak klaar en ik begin met het zoeken naar droog hout om een kampvuur te maken, moest lukken, het heeft al in tijden niet meer geregend hier. Kwartiertje later en ik zat mijn gepekelde vlees bij een kampvuur te eten. Bij een dichtstbijzijnd beekje mijn waterzak vullen, maar in het donker hoor ik iets wat je niet wilt horen 'snachts, wolvengehuil. Het was oorverdovend luid, nauwelijks tien meter hiervandaan. Na eventjes rond te kijken zie ik een wolvenwelp bij een liggende wolf zitten, huilend. Naarmate je dichterbij kwam werdt het duidelijk dat de ene dood was, morsdood, ten eerste de stank, ten tweede de pijl in de kop. Dus hier is een jager bezig geweest die dacht dat wolven aanvallen een goed idee was. Eentje was op slag dood door de pijl in zijn kop, de ander is waarschijnlijk meteen op de jager gesprongen, en dood gegaan aan zijn verwondingen? Misschien kan ik iets van nut vinden bij die gast, ongeveer twintig meter hiervandaan is de stank nog ondraaglijker, twee dode wezens, de jager en de andere wolf. Kijken wat die gast bij zich had, een boog van wilgentakken, super licht en flexibel, pijlen inclusief pijlenkoker en een dolk, gemaakt van een groen metaal, geen idee, nog nooit gezien, misschien gekocht in Joplatla, daar hadden ze wel meer exotische dingen. Ik neem het allemaal wel mee, kan geen kwaad. Ondertussen zie ik dat dat wolvenjong me achtervolgt, heeft dat beest honger ofzo? Nou ja, wat is de moeite nou weer, ik heb genoeg rantsoenen bij mijn "tent". Terug aangekomen geef ik dat beest een stuk vlees en ga ik slapen.

De volgende ochtend draai ik me om en zie dat het jong er nog steeds zit, hebben we dat ook nog, hij denkt vast dat ik zijn nieuwe moeder ben, fijn. Ach, het is altijd beter gezelschap dan mensen kunnen zijn. Ik geef hem nog een stuk vlees en ik begin mijn spullen weer in te pakken. Half uurtje later en ik loop weer, met een welp aan mijn zijde...

Paar uurtjes verder en ik kom op een stenen pad met bordjes, hoofdstad, drie uur die kant op. Ook kwam ik steeds meer mensen op de weg tegen, ze deden allemaal hetzelfde, ze keken naar mij, trokken een raar gezicht en daarna keken ze naar mijn gezelschap, trokken ze nog eens een raar gezicht en liepen ze snel door. Vijf uurtjes later was ik in de hoofdstad, een wachter komt naar me toe om me meteen staande te houden.

'En wat heeft dit te betekenen meneer?'

'Eh, wat bedoel je?'

'Hier, overgeladen met wapens bij de poort terwijl het leger van Fregados nog niet in staat is te vechten?'

'Ja, want wij zijn een waar tweemansleger die deze stad zo over kunnen nemen.'

Hij pakt mijn sarcasme op en zegt dat ik door kan lopen, voordat ik vertrek vraag ik waar ik de koning kan vinden, hij geeft het antwoord:"dat zul je zelf wel zien." Hij had gelijk ook, in het midden van de stad staat een enorm kasteel, drie keer raden waar ik naartoe moest. Bij de volgende poort aangekomen wordt ik nog een keer gestopt.

'Sorry, mar de heerser kan op dit moment geen bezoek ontvangen, hij is te druk bezig met andere zaken.'

'En wanneer kan dat dan wel?'

'Weet ik niet, als u even hier kunt blijven wachten, zal ik het hem vragen.'

Dan maar wachten, ik heb vrij weinig keus.

SIEGE S01 ©Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu