P.O.V Danica
Zachtjes wordt ik heen en weer geschud. Vermoeid open ik mijn ogen en kijk even verward om mij heen. Oh ja, we zaten in het vliegtuig.
'Hey slaapkop,' hoor ik naast me. De blauwe kijkers van Xandro kijken me aan. 'We gaan zo landen, doe je gordel om,' zegt hij. Ik knik en klik mijn gordel vast. Langzaam daalt het vliegtuig. De druk op mijn oren wordt zwaarder dus begin ik veel te slikken, in de hoop het te verlichten. Ik had kauwgom mee moeten nemen..
Een zucht van opluchting verlaat mijn mond, het vliegtuig is netjes geland.
Xandro en ik wachten tot de meeste drukte weg is, waarna wij ook het vliegtuig verlaten.Een stoot van warmte komt mij tegemoet. Genietend sluit ik mijn ogen. 'Welkom in Italië,' fluistert Xandro in mijn oor. Ik open mijn ogen en kijk hem glimlachend aan. 'Laten we onze tassen halen,' zegt hij. Ik knik en volg hem naar de band waar onze tassen straks voorbij komen.
'Waar slapen we eigenlijk?' vraag ik. 'Een goeie vriend van me woont in de stad, we kunnen bij hem blijven zolang we willen,' Ik maak een goedkeurend geluidje. 'Is die vriend van je net zoals ons?' vraag ik nieuwsgierig. Het zal wat zijn als hij niet van ons bestaan weet. 'Nee,' zegt Xandro. Ik kijk hem met gefronste wenkbrauwen aan. 'Maar, hij weet wel van ons bestaan af. Hij is één van de weinige die er van weet,' gaat hij verder. 'Er zijn dus meer mensen die er van weten?' verbaasd kijk ik hem aan. Xandro knikt grijnzend naar me.
*
'Hier,' Xandro overhandigd mijn rugzak. Ik neem hem over en hang hem over mijn schouder. 'Als het goed is wacht die vriend van me voor het vliegveld op ons,'
We lopen het grote gebouw uit, op zoek naar de vriend van Xandro.
'Xandro! My man!' roept er iemand. Ik kijk om me heen waar het vandaan kwam. Ik zie een jongen, rond de 20 jaar, grijnzend onze kant op komen. Hij heeft donker bruin haar, groene ogen en een zon gebruinde huid. Xandro geeft zijn vriend een bro-hug, tot hij zich naar mij keert. 'Wie is deze belezza die je hebt meegenomen?' Hij kijkt mij van top tot teen aan. 'Marciano, dit is Danica,' zegt Xandro. Marciano neemt mijn hand en geeft een kus op de rug van mijn hand. Ongemakkelijk kijk ik om me heen.
'Kom, kom. We gaan naar mijn huis, dan kunnen jullie uitrusten van de lange vlucht,' zegt Marciano. We lopen achter hem aan naar zijn auto.
Marciano houd de deur voor mij open, ik glimlach kort naar hem voor ik instap. Xandro stapt voor in, naast Marciano.
'Dus, hebben jullie een prettige reis gehad?' vraagt Marciano. 'Op zich wel, heb er niet veel van meegekregen,' zeg ik. Marciano kijkt plots schichtig in de achteruitkijkspiegel, naar mij. Vragend kijk ik hem aan. Marciano schud zijn hoofd en kijkt weer naar de weg. Oké?
De rest van de autorit blijft het stil. Ik kijk naar alle huizen die langs komen. Het zijn kleine en grote huizen, verschillend door elkaar heen.
We stoppen voor een stoplicht. Zuchtend kijk ik naar de mensen die buiten lopen. Mijn aandacht wordt getrokken door een huis, die los staat van alle andere huizen. De ruimte tussen de huizen er naast is groter dan de rest. Beelden van mijn dromen schieten voorbij.
De lichte inrichting. De crème kleurige meubels. Mensen die daar rondlopen, maar ik kan hun gezichten niet zien.
Ik klik mijn gordel los en stap snel de auto uit. 'Danica!' roept Xandro, maar ik negeer hem. Ik loop op het huis af. Een afschuwelijke geur komt mijn neus binnen. Ik schrik door een hand die mijn arm vast pakt. 'Dani! Wat doe je?' sist Xandro bezorgd.
'Er zitten hier vampieren binnen,' zeg ik zachtjes. Xandro kijkt me niet begrijpend aan, tot hij het zelf ruikt. Zijn ogen veranderen langzaam naar geel, van woede. 'Je ogen,' mompel ik. Xandro knippert een paar keer met zijn ogen, tot ze weer normaal blauw zijn. 'Kom,' zegt hij en trekt me terug naar de auto.
Ik moet terug naar dit huis.
*
'Welkom thuis,' zegt Marciano, zodra we zijn huis binnen stappen. Het is behoorlijk groot, maar niet zo groot dat je verdwaald kan raken.
'Zeg, Marciano?' Vragend kijkt hij me aan. 'Hoeveel weet je over ons?' vraag ik. 'Genoeg om te weten dat ik jullie niet boos moet maken,' lacht hij. Ik rol met mijn ogen. 'Wist je dat er vampieren in dat ene huis zitten?' vraag ik. Marciano slikt even en lijkt te zoeken naar woorden. 'Ja dus,' zeg ik nors. 'Er leven hier meer vampieren, ook wel wat weerwolven,' zegt hij. 'Geweldig,' zucht ik.
'Waar zijn onze kamers?' vraagr Xandro, om van het onderwerp te veranderen. 'Uh ja, volg mij maar,' zegt Marciano, een beetje gespannen. We lopen een trap op waarna we gelijk in een gang terecht komen. 'De achterste twee deuren, die tegenover elkaar staan, zijn van jullie,' zegt Marciano. Ik loop gelijk naar de kamers toe en open de deur aan de linker kant.
Het is een vrij ruime kamer, met een eenpersoonsbed en een kleding kast. Dat is een keer wat anders, inplaats van een tweepersoonsbed telkens.
Ik leg mijn rugzak op bed en begin met uitpakken. Mijn kleding leg ik netjes in de kast en mijn rugzak leg ik onderin de kast.
'Mooie kamer, jammer van het bed,' hoor ik achter mij. Ik draai me om en zie Xandro me grijnzend aankijken. 'Wel fijn, keertje een kleiner bed,' zeg ik. 'Dat kan, ik heb als nog een groot bed,' hij steekt zijn tong. Ik rol me ogen en geef hem als grap een duw.
'Op naar een nieuw begin,' mompel ik. Zuchtend ga ik op bed zitten. Xandro neemt naast mij plaats en slaat zijn arm om mij heen. 'We kunnen dit wel,' zegt hij.
Beide schrikken we van een harde klap.
A/N: Het heeft even geduurt, maar hier is een nieuw hoofstuk. Het is wat minder goed dan de rest, maar ach.
Hoe oud zijn mijn lezers?
JE LEEST
Untamed | Herschrijven
WerewolfUntamed Deel 1: Ik loop de school binnen en ze komen gelijk op me af. Ik blijf stokstijf stil staan. 'Dat je hier nog durft te komen, Rogue' zegt hij fel. 'Waarom gun je me zoveel aandacht?' zeg ik rustig. Zijn ogen beginnen langzaam geel te worden...