D2 | Chapter 13

1.9K 95 18
                                    

Ik kijk even om mij heen. Als mijn hart nog klopte, zou hij nu stil staan.

Daar staat hij. Glimlachend leunt hij tegen de muur.

"Heb je mij gemist?"

--

- P.O.V Danica -

Dit kan niet waar zijn. Dit is niet echt.

Voorzichtig stap ik uit bed en zet een stap naar voren. Zijn gezicht, zijn lichaamsbouw. Het is nog precies het zelfde, maar toch zo anders.

Zijn zwarte haren en blauwe ogen zijn nog precies het zelfde. Maar er zijn toch weer dingen anders.

Hij zet een stap naar voren en ik weer snel naar achteren. Dit kan niet echt zijn. Ik heb waarschijnlijk het Stockholm syndroom of zo.

"Blijf staan." zegt hij zachtjes. Ik schud mijn hoofd. "Dit is niet echt." fluister ik. Tranen wellen op in mijn ogen.

In een onwerkelijk snelheid staat hij ineens voor mij. Zijn blauwe ogen kijken mij bezorgd aan. Hij heft zijn hand voorzichtig omhoog en veegt een traan weg van mijn wang.

"Ik ben er nu." zegt hij weer zachtjes. Weer schud ik mijn hoofd. "Je was dood, we hadden een ceremonie voor je." zeg ik gebroken. Hij glimlacht klein naar me.

"Ik ben er weer, Danica." zegt hij. "Je bent dood, Xandro." zeg ik standvastig. Hij kijkt me gepijnigd aan.

"Je denkt nog steeds dat dit nep is?" vraagt hij. Ik knik. "Dit kan gewoon niet echt zijn." mompel ik. Hij verkleint de ruimte tussen ons, tot dat onze lippen nog maar enkele millimeters van elkaar af zijn.

"Dit bewijst dat het echt is." fluistert hij. Hij drukt zachtjes zijn lippen op de mijne. Dat is het moment dat de tranen hun vrije loop gaan over mijn wangen.

Xandro trekt zich terug en kijkt me aan. "Geloof je me nu?" Hij pakt mijn gezicht tussen zijn handen. Huilend knik ik en leun met mijn hoofd tegen zijn borstkas.

"Je.. Je hartslag." zeg ik geschrokken. "Je hebt me veranderd, ik leg het je ooit uit." zucht hij en drukt mijn hoofd weer tegen zijn borstkas.

"Het spijt me." fluistert hij. Ik kijk hem in zijn blauwe ogen aan. "Voor wat?" niet begrijpend kijk ik hem aan.

"Slaap." fluistert hij en raakt met zijn vingers mijn voorhoofd aan. Alles wordt gelijk zwart om mij heen.

*

Vermoeid open ik mijn ogen. Alles van vannacht komt weer terug en vluchtig kijk ik om mij heen. Ik zie dat ik in bed lig. Het was wel een droom..

Hoofdschuddend stap ik uit bed en pak schoon kleding. Ik fris mijzelf even op in de badkamer en trek mijn kleding aan.

Gapend kom ik in de keuken. Lucy en Jake zitten aan het keuken eiland met elkaar te praten. Waarschijnlijk wat zaken. Ik ving iets op over de pack uitbreiden.

Ik open de koelkast en kijk wat er allemaal is. "Danica?" vraagt Lucy. "Hm?" Ik kijk op uit de koelkast. "Wie was er in je kamer vannacht? Je was de heletijd aan het praten en de ander ook maar ik kon niet horen wie het was." zegt Lucy. Ik slik even.

"Het was geen droom." fluister ik. "Hoe bedoel je, geen droom?" niet begrijpend kijkt Lucy mij aan.

Ik zucht en vertel vervolgens alles.

Zodra ik klaar ben met vertellen, kijken Lucy en Jake mij met open mond aan. "Hij is er weer? Levend?" vraagt Jake nog een keer. Ik knik en laat mijn hoofd op tafel vallen.

Ik hef mijn hoofd gelijk weer als ik mijn telefoon voel trillen. Wie stuurt mij tegenwoordig nog een berichtje via de telefoon?

Ik open het berichtje en zie een onbekend nummer.

Over een kwartier bij de grens van de Crystal Blood Pack.

Ik schuif mijn telefoon naar Jake en Lucy die gelijk het berichtje lezen. "Zou het Xandro zijn?" vraagt Lucy. Ik haal mijn schouders op. "Daar komen we op maar één manier achter." zucht ik.

*

Nog maar een paar meters, en dan ben ik bij de grens. In het berichtje stond niet waar bij de grens, dus ga ik maar op mijn gevoel af.

Zodra ik aankom bij de grens kijk ik gelijk om mij heen. Er is letterlijk niemand, behalve ik. Tot ik takjes hoor breken, draai ik mij snel om.

Daar staat hij dan. In het daglicht, duidelijk te zien. Zijn zwarte haren zitten netjes in model, zijn blauwe ogen staan vrolijk. Hij draagt een zwarte spijkerbroek met een zwart blousje met de bovenste knopen open.

"Xandro." fluister ik.

"Danica." zegt hij met een glimlach.

Ik val op mijn knieën en laat mijn hoofd in mijn handen rusten. Tranen sluipen weer over mijn wangen. Ik merk aan de geur dat hij nu bij mij staat. Hij pakt mijn handen vast en haalt ze voor mijn gezicht weg.

"Kijk me is aan." zucht hij. Langzaam kijk ik op. Zijn blauwe ogen staan bezorgd. "Ik zal je alles vertellen, ik beloof het je." zegt hij. Ik knik langzaam.

We zijn een stukje verder gaan lopen tot we bij een soort van verlaten parkje komen. We gaan zitten op een bankje en afwachtend kijk ik Xandro aan.

"Goed, uhm. De dag dat je mij wou marken was er dus iets mis gegaan. Je had me niet optijd gemarked want mijn hart stond al stil. Wel kreeg ik zeg maar het vloeistof binnen. Ik heb alles van bovenaf gezien. Het verdriet dat jij had, dat je dacht dat het jou fout was. De ceremonie.. Ik heb alles gezien. Uiteindelijk, 2 jaar geleden, was er een groepje seculars die wouden iets uitproberen. Wolven en mensen uit de dood halen. Hoe erg ik ze ook haat, ze hebben mij wel weer tot leven gebracht. Ik kwam er vrij snel achter dat ik een Hybrid was en bepaalde krachten had. Zoals in jouw dromen voorkomen en mensen in slaap kunnen brengen, wat ik bij jou deed vannacht. De negatieve dromen komen niet van mij af, alleen de dromen waar ik je glimlachend aankeek." verteld hij.

Alles was echt. Het was allemaal waar.

"Toen, die ene avond.. Was dat ook echt? Dat ik achter je aan rende?" vraag ik. Xandro knikt.

Ik ben nooit gek geworden, het was allemaal echt.

Untamed | HerschrijvenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu