P.O.V Danica
Verward kijk ik naar Xandro. 'Hoorde jij dat ook?' Xandro knikt langzaam en staat op. Ik sta ook op en beide lopen we snel naar beneden.
In de keuken vinden we Marciano, die snel wat spullen opruimt. Op het aanrecht is een grote brand plek te zien.
'Gast, wat heb je gedaan?' vraagt Xandro verbaast. 'Niets,' zegt hij snel. 'Gewoon een ongelukje,' Wantrouwend kijk ik Marciano aan. 'Een ongelukje veroorzaakt niet zomaar een brand plek,' zeg ik. 'Als ik zeg dat het een ongeluk was, dan was dat het ook,' zegt Marciano fel. Ik hou mijn handen omhoog als overgave. 'Chill your balls,' mompel ik. Xandro grinnikt even.
'Het is al laat, laten we gaan slapen,' zegt Marciano, om van onderwerp te veranderen. Ik kijk hem even met opgetrokken wenkbrauw aan. 'Prima,' mompel ik. Ik draai me om en loop weer richting mijn slaapkamer.
Ik pak een hemd en een kort broekje en kleed me om. In de badkamer poets ik mijn tanden even en ga vervolgens op bed liggen. Best zacht dit bed.
"Gaan we morgen bij dat huis kijken?" vraagt Caillin hoopvol. 'Dat zou wel kunnen, moeten we alleen een smoes hebben om weg te komen,' zeg ik. "Gewoon, de stad verkennen," Goedkeurend knik ik.
Een geeuw verlaat mijn mond en genietend sluit ik mijn ogen.
*
'Help me!' het gegil doet mij schrikken. Verward open ik mijn ogen. Weer die kamer.. 'Danica! Help me!' gilt de persoon weer. Ik spring op uit bed en loop de kamer uit. Tenslotte de eerste keer dat ik deze kamer verlaat..
Het wel bekende meubilair komt weer in mijn zicht. Wit en crème kleurig door elkaar. 'Nee!! Help me!' gelijk sta ik alert.
'Waar ben je?!' roep ik. 'Help!!' is het enige wat ze roept. Ik versterk mijn reukvermogen en probeer een geur op te vangen. Een vieze walm komt mijn neus binnen. "Vampieren!" roept Caillin. Nog twee geuren komen mijn neus binnen. De een is onbekend en nieuw voor mij, maar de ander..
'Mama!!' roep ik. 'Danica! Volg mijn geur!' roept ze terug. Ik doe wat zij zegt en ren de gangen door. Het is net een doolhof hier.
Rechtdoor lopen.
Links af.
Gelijk weer links.
Rechts af.
Rechtdoor.
Een grote metalen deur staat aan het einde van de gang. Met voorzichtige stappen loop ik naar de deur toe.
Ik adem voorzichtig uit en ga met mijn hand naar de deurkruk. Voorzichtig duw ik hem naar beneden en open de deur langzaam.
Ik stap de kamer binnen-
'Danica! Verdomme!' Ik open geschrokken mijn ogen.
'Nee.. Nee, nee, nee!' roep ik in paniek. 'Jezus, wat is er met jou?' vraagt Xandro. 'Als je me niet had gewekt, dan wist ik waar mijn moeder was,' sis ik boos naar hem. Xandro kijkt me niet begrijpend aan.
Ik zucht even en leg hem alles uit. Over de aanval op mijn pack, hoe ik een Hybrid ben geworden, dat ik dacht dat mijn moeder was overleden en dan mijn dromen wat eigenlijk werkelijkheid is.
'Wow,' zegt Xandro zachtjes. 'Dat, uh, is nog al wat,' Ik knik. 'Ze is in dat huis, Xandro. Ik meen het,' wanhopig kijk ik hem aan. Xandro zucht even en lijkt na te denken. Zijn wenkbrauwen zijn naar elkaar getrokken en bedenkelijk kijkt hij voor zich uit.
'Ik ga met je mee, maar we moeten een plan bedenken,' zegt hij vastbesloten. 'Wat voor plan?' ik kijk hem vragend aan. Xandro gaat goed zitten en verteld me het hele plan.
*
'Oké, je weet nog wat het plan is?' vraagt Xandro. Ik knik gespannen. We zitten in de auto, een paar meter van het huis vandaan. We hadden tegen Marciano gezegt dat we even de stad wouden verkennen, maar blijkbaar moest hij zelf ook weg.Xandro en ik stappen uit. Nerveus frunnik ik aan mijn nagels. Xandro komt tegenover mij staan en legt voorzichtig zijn warme hand op mijn wang. Ik kantel mijn hoofd iets schuiner, naar zijn hand toe.
'We kunnen dit,' zegt hij zachtjes, met een bemoedigend glimlachje. Ik glimlach lichtjes terug. 'Dank je wel, voor alles Xandro,' Ik sla mijn armen om zijn nek en leg mijn hoofd in zijn nek. Een hele lichte geur prikkelt mijn neus. Xandro slaat ook zijn armen om mij heen en zo blijven we eventjes staan.
Ik duw me uiteindelijk iets van Xandro af. 'Laten we het doen,' zeg ik zelfverzekerd. Xandro knikt en pakt een paar dingen uit de auto.
Xandro bind mijn handen vast op mijn rug en doet een zak over mijn hoofd. Hij pakt mij bij mijn bovenarm vast en trekt me mee richting het huis.
Xandro klopt op een bepaald ritme op de deur en wacht tot er wordt open gedaan. Ik hoor de deur open gaan en wacht af tot de persoon begint te praten.
'Wat?' zegt een mannenstem nors. 'Ik heb via bepaalde mensen gehoord dat hier martelingen plaats vinden?' vraagt Xandro serieus. Zijn stem is best eng op dit moment. 'Kom verder,' mompelt de man. Xandro en ik lopen verder het huis binnen, ik hoor de deur achter mij dicht gaan.
"Welke kleur heeft de inrichting?" mind-link ik naar Xandro. "Licht, erg licht. Dit is volgens mij het huis," mind-linket hij terug.
'Dus, vertel. Wat weet je hier over?' vraagt de man vervolgens. 'Ik heb via iemand gehoord dat het bovennatuurlijke hier gevangen wordt gehouden en gemarteld wordt,' zegt Xandro. 'Dat klopt, wat heeft dit grietje gedaan?' je hoort de afkeur in zijn stem. Xandro zijn grip verstevigd iets om mijn arm.
'Moord, op mijn mate,' zegt hij. 'Perfect,' mompelt de man. Heeft Xandro zijn mate verloren?
'Kom maar mee,' zegt de man. Xandro trekt me weer mee tot we bij een trap komen. Xandro tilt me op en gooit me over zijn schouder. Zodra we boven zijn zet hij me weer neer en probeert onopgemerkt het touw bij mijn polsen los te maken. Zodra mijn polsen los zijn houd ik ze op mijn rug, zodat de man niks merkt. Xandro haalt de zak van mijn hoofd.
We lopen rechtdoor.
Links af.
Gelijk weer links af.
Dan lopen we rechts en daarna rechtdoor.
Precies zoals mijn droom.
Zodra we bijna bij de grote metalen deur zijn, kijk ik Xandro even aan die knikt.
Ik laat mijn Hybrid nagels groeien en ren op hoge snelheid op de man af. Ik spring op zijn rug en snij zijn keel open met mijn nagels. De man begint te hoesten en grijpt naar zijn keel. Om het af te maken breek ik in een snelle beweging zijn nek. De man valt met een doffe klap op de grond.
'Wat. De. Fack!!'
JE LEEST
Untamed | Herschrijven
WerewolfUntamed Deel 1: Ik loop de school binnen en ze komen gelijk op me af. Ik blijf stokstijf stil staan. 'Dat je hier nog durft te komen, Rogue' zegt hij fel. 'Waarom gun je me zoveel aandacht?' zeg ik rustig. Zijn ogen beginnen langzaam geel te worden...