Hug-12

467 22 0
                                    

'Wat?!' roep ik uit.

Elf mensen verdronken!

Weg.

Dood.

'Ja.' zegt hij, zet het glaasje water neer, en wrijft hard in zijn ogen.

Ik zie dat hij probeert niet te huilen.

Typisch jongens... denk ik.

Maar het maakt me nu even niet uit, ik heb wel wat anders aan mijn hoofd.

'Ook Max en Xander.' zegt hij zacht en bijt op zijn lip.

Een schok gaat door mijn lijf.

Max, het kleine jongetje en Xander zijn grote broer, verdronken.

Ik begin te huilen.

Voorzichtig legt Jack een hand op mijn rug en wrijft zachtjes heen en weer.

'Waarom zijn we hier?' snik ik.

'Ik wil gewoon naar huis.'

God, ik lijk wel een kleuter.

'Ik ook.' zegt Jack en legt zijn hoofd op mijn schouder.

Even schrik ik.

'O sorry.' zegt Jack.

'Nee is niet erg.' snik ik.

Voorzichtig legt hij zijn hoofd weer op mijn schouder.

Ik voel een soort raar gevoel door mijn buik gaan.

Ik ben toch niet verliefd hè?

Shit, nee ik ben al met David.

Ik voel een traan die niet van mij is over mijn wang glijden.

Ik kijk omhoog.

Het is van Jack.

Hij glimlacht kort door zijn tranen heen.

'Sorry.' zegt hij.

'Is niet erg.' Zeg ik terug, en veeg met mijn mouw een paar tranen weg.

Zo zeggen we een tijdje helemaal niks, en laten onze tranen stromen.

Ik wil terug naar huis, naar Oreo, naar mijn broertje, naar mijn ouders, vriendinnen, en naar David.

Ik wil weg van hier, van de trut, de verdronken mensen, het boek van Nova, van Joep, en van deze eindeloze zee.

'Wie zijn er verdronken?' vraag ik na een tijdje, terwijl Jack nog steeds op mijn schouder leunt met zijn hoofd.

'Ik weet niet precies wie, maar we zijn nog met zeven mensen over.'

Dus dat zijn: Jack, Noa en ik sowieso.

'Wie zijn er nog?' vraag ik.

'Wij, Noa, Lenna (oja zo heet die trut!), Joep (degene die toesprak de eerste nacht), Tijs (degene die het overnam van Joep), en Lisa (een één of ander meisje van dertig).'

Zeven mensen, galmt er door mijn hoofd.

Nog maar zeven mensen.

'Dus Karel is ook verdronken?' Vraag ik teleurgesteld.

'Ja, Noa heeft gelukkig reddingsvesten uitgedeeld, dus misschien zijn er nog een paar overlevenden, maar in die kou zullen ze het niet lang meer volhouden.' zegt Jack met veel verdriet in zijn stem.

Ik knik langzaam.

Ineens gaat achter ons de deur open.

'Hey, Miel.' zegt Noa met een zachte stem.

Meteen haalt Jack zijn hoofd van mijn schouder af, en begroet Noa.

'Hey, Noa.' zeg ik.

'Hoe gaat het?'

Ik haal mijn schouders op, en blijkbaar ziet Noa de grote wond, want ze wijst geschrokken naar mijn arm.

'Ik weet het.' zeg ik.

'Je hebt zeker ook gehoord van de elf mensen.' zegt Noa en staart naar de grond.

'Ja.' zeg ik en knipper snel met mijn ogen; geen behoefte om weer te huilen.

'Knuffel nodig?' vraagt Noa die het ziet.

Ik knik, en Noa loopt naar me toe.

Voorzichtig omhelst ze me.

Wat is het toch fijn om een vriendin te hebben.

'En hoe gaat het met jou?' vraagt Noa aan Jack na de knuffel.

'Mwah, overal blauwe plekken enzo maar verder gaat het.' zegt hij.

Ja, sure. denk ik sarcastisch.

Maar dan ineens schiet me iets te binnen.

'Jack, kun je Nova's boek pakken?'

Lost again (part 2)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu