dad-43

416 21 5
                                    

'Wake up darling.' hoor ik een stem fluisteren.
Ik voel een frisse windvlaag zachtjes over mijn gezicht waaien.
Langzaam open ik mijn ogen.
Wow wacht.
Ik ben in mijn kamer.
Ik zie mijn blauwe gordijnen zachtjes wapperen, mijn rommelige bureau, de vele posters van One Direction, en mijn zachte rode kleed naast mijn bed.
meteen komt er een vraag in me opborrelen:
Is dit een droom?
Of was het neerstorten en overleven een droom?
Oké, bedenk ik, ik kan dit maar op één manier checken.
Mijn gewonde arm.
Ik haal hem van onder de dekens en tot mijn schrik zie ik niks.
Geen wond.
Geen blauwe plekken.
Niks.
Mijn hart begint steeds sneller te kloppen.
Was dan echt alles een droom?
Snel sta ik op en ren naar beneden.
daar staan mijn vader en moeder!
'Papa mama!' roep ik blij en ren op ze af.
Ze kijken me raar aan.
O shit, ik moet natuurlijk niet zo doen, want zij weten niet van mijn droom.
'Ehh sorry.' zeg ik snel.
'Hoezo ben je zo vroeg op? het is weekend.' vraagt mijn moeder.
'Weet niet.' zeg ik.
Hoe kan het dat ik dit alles ben vergeten?
'Eitje?' vraagt mijn vader.
'Ja hoor.' zeg ik met een raar gevoel in mijn buik.
Ik besluit aan de dikke houten tafel te gaan zitten.
Zou Jack dus verzonnen zijn?
Zal ik hem nooit meer zien?
En Noa, waar is ze dan?
Ik voel een paniekerig gevoel opkomen.
'Waar is Noa?' vraag ik.
Mijn moeder draait zich om en kijkt me raar aan.
Nee toch?
Zou Noa ook een droom zijn?
Zou ik dus helemaal nooit in Spanje zijn geweest?
'Welke Noa?'
Shit.
'En David?' vraag ik snel.
'Mila wat doe je? je weet zelf ook wel dat je geen Noa of David kent.'
Was David ook een droom?
Heb ik dus geen vriendje?
Verslagen en hulpeloos zak ik in de grijze stoel.
'Eitje!' zegt mijn vader die een warm bord met ei voor mijn neus schuift.
'Dankje.' mompel ik en begin te eten.

'Gaan we zo wandelen?' vraagt mijn vader als ik het ei op heb.
Wandelen?
Geen zin, maar misschien kan ik wat dingen aan mijn vader vragen.
'Ja.' zeg ik, en sta op om mijn bord in de keuken te zetten.
'Kom, trek je kleren maar aan.'
Ik loop naar boven, en trek meteen de badkamerdeur open.
Ik kijk in de spiegel.
Ik heb gelukkig mijn lange haar weer!
Weetje, misschien is het wel beter zo.
Ik moet gewoon die droom vergeten.
Nova, Noa, Jack, David, iedereen.
Al weet ik niet of dat zo makkelijk gaat.
Ik draai de kraan open, laat een dikke straal water in mijn handen lopen, en gooi het in mijn gezicht.
Daarna pak ik een handdoek en droog mijn gezicht.
Een droom.
dat alles was een droom.
Kon het wel een droom zijn?
Het leek echt.
Aanraakbaar.
Maar nu is het blijkbaar weg.
Ik zucht en loop naar beneden, waar mijn vader al staat te wachten.
Ik trek snel mijn zwarte dikke jas, die aan de kapstok hangt aan, en doe de deur open.
'lieverd, wat doe je?' vraagt mijn vader met een opgetrokken wenkbrauw.
'wat?' vraag ik en kijk naar mezelf.
'je jas, die doe je toch niet in de zomer aan, mallerd.' mijn vader schudt lachend zijn hoofd en stapt naar buiten.
beschamend trek ik snel mijn dikke jas uit, en loop vlug achter hem aan.
we lopen eerst rechtdoor, dan links de straat uit, en vervolgens weer rechtdoor langs de rijen bomen.
zonder een woord te zeggen.
ken je dat gevoel als je lang naar een film hebt gekeken, daarna het licht aan gaat en de film klaar is, en dat je dan zo moe bent en het even lijkt alsof je aan het dromen bent?
zo voelt het dus, de hele tijd.
ik weet al niet meer hoe we moeten lopen naar huis, en eigenlijk ook niet wat we aan het doen zijn.
'pap, ik heb heel raar gedroomt.' zeg ik na een hele tijd.
we lopen langs een aantal weilanden met grazende koeien.
niet van die mooie zwart wit gevlekte koeien, maar die viezige witte koeien, zonder ook maar één mooie vlek.
vanuit mijn ooghoek zie ik zijn gezicht naar me toe draaien, maar ik heb geen zin om hem aan te kijken.
'wat dan schatje?'
ik haal mijn schouders op en zucht diep.
'het leek zo echt. het voelde echt. ik dacht dat het echt was, tot vanochtend.'
'ja, je had het over David ofzo, toch?'
'David, Noa, Oreo, Lisa, Joep,  Tijs, Lenna.' bij het woord Lenna haal ik even mijn neus op.
'en natuurlijk Nova.' 
ineens staat mijn vader stil.
'Nova?' vraagt hij.
ik stop ook met lopen en kijk hem aan.
'ja, Nova.' 
'Nova.' zegt hij, en tot mijn schrik klinkt zijn stem vervormt.
er zit iets donkers in, zijn echte stem is niet zo.
'pap, wat doe je?'
'Nova!' zegt hij steeds harder, en steeds vreemder.
'doe even normaal!' zeg ik en kijk hem met op elkaar geknepen ogen aan.
maar dan gebeurt er iets waardoor mijn nekharen overeind gaan staan.
voor ons staat een persoon.
uit het niets.
donker gekleed, zwarte bivakmuts waar een paar zwarte plukjes haar onderuit steken.
dit kan maar één iemand zijn.
Nova.
'Nova!' schreeuwt mijn vader, alsof hij mijn gedachtes kan lezen.
en voor ik het weet is het gebeurt.
Nova weg, mijn vader op de grond.
precies wat er ook met Noa en Jack's ouders zijn gebeurt.
meteen ren ik naar mijn vader toe en kniel bij hem neer.
de tranen rollen als gekken over mijn wangen en ik kan niks doen.
helemaal niks.
'papa.' huil ik.
zonder iets te bewegen ligt hij op de grond.
ik staar naar hem.
zijn linker schouder is ondertussen helemaal rood gekleurt.
ineens grijpt hij mijn hand vast.
ik slaak een gil en kijk hem met grote ogen aan.
'pas op Mila, Nova is er nog steeds,' kreunt hij, 'waar je ook bent, hij zal bij je zijn. en ik weet hoe je h...' en hij is weg.
'papa nee!' schreeuw ik hulpeloos, maar deze keer geeft hij echt geen teken van leven meer.
verslagen kruip ik tegen hem aan.
op de een of andere manier moet ik denken aan de Lion King scene.
die scene dat Simba tevergeefs tegen zijn vader aankruipt in de hoop dat hij nog leeft.
maar dan zie ik ineens van alle kanten mensen op ons af lopen.
allemaal zwart en met een bivakmuts.
ze lijken op Nova, maar toch ook weer niet.
'ga weg!' schreeuw ik en zwaai dreigent met mijn handen, maar ze stoppen niet.
met grote passen komen ze steeds dichterbij.
'help!' gil ik zo hard ik kan.
dit kan niet.
dit kan niet echt zijn, toch?
of wel?
ineens knielt een van de mensen bij me neer en begint iets te fluisteren.
'geloof niemand.' klinkt een koude, kille stem in mijn oor.
een jongensstem.
ik kijk degene met betraande, niet begrijpende ogen aan.
'help.' zegt hij.
en voor ik het weet grijpen honderden handen me hardhandig vast en wordt alles zwart.

Lost again (part 2)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu