The great wall

1.9K 175 13
                                    

Ik sta naast negentien assassins, en allemaal staan we klaar om te sprinten. Tegenover ons staat een enorme klimmuur, en op de grond ligt geen mat. Als je valt dan is het hopen dat je goed terecht komt...

Ik denk terug aan hoe we getraind hebben. Een grote ruimte was ingericht speciaal voor mij. Er werden speciale klimwanden gemaakt en op de grond lagen zachte matten voor als ik zou vallen. Maar ik ben geen enkele keer gevallen. Ik ben lenig, wendbaar en snel. Ik kan goed klimmen. Maar het nare van deze proef is dat we elkaar mogen duwen. En aan de blikken van sommige jongens zie ik dat ze zeker van plan zijn om dat te doen. Ik ben snel en kan goed klimmen, maar ik ben zeker niet de sterkste hier. Er zit zelf een jongen bij van bijna vier keer mijn omvang. Hopelijk wordt dat geen probleem...

Een luide bel klinkt, en iedereen stormt naar voren. Ik wacht, net als een paar andere. Wie niet sterk is moet slim zijn. Als de meeste jongens een paar meter hoog zijn begin ik met klimmen. Meteen moet ik uitwijken, een donkere jongen valt schreeuwend naar beneden. Ik hoor hem terecht komen op de grond en durf niet te kijken. Ik ga er vanuit dat de meeste hier wel weten hoe ze moeten vallen, net als ik. Maar ik weet het niet zeker. 

Ik klim steeds hoger, slingerend van links naar rechts om vallende jongens te ontwijken. Ik had gelijk wat vallen betreft; de meeste die vallen staan meteen weer op en beginnen meteen weer te klimmen. Ik ben halverwege de muur van ongeveer honderd meter als een jongen met een kwaadaardige grijns naar me toe begint te klimmen. Hij wil me eraf duwen. Mijn hartslag gaat steeds sneller slaan, maar daardoor klim ik nog sneller. Ik moet nog twintig meter, maar hij begint me in te halen. Hij is één van de drie die ik als concurrent heb bestempeld: Julian. Julian is mager en schichtig. Maar kan even goed en snel klimmen als ik. Ik voel zijn handen die mijn been vast grijpen en ik probeer me los te schoppen. Bij de derde poging raak ik hem in zijn gezicht. Hij slaakt een kreet, en valt een paar meter omlaag, maar vind dan weer houvast. Ik klim zo snel als ik kan omhoog, eigenlijk wil ik hem nog een trap geven. Maar ik hou me in. Niet opvallen, niemand eraf duwen. 

Als een van de laatste kom ik boven. Net voor Julian. Niet omdat ik niet snel genoeg was, maar omdat ik het zo gepland had. Mijn tactiek van niet opvallen heeft nu al voordelen: De meeste jongens probeerden degene die zij als concurrent zagen eraf te trekken, en lieten mij met rust. Ik kijk naar beneden en slik bij de aanblik van een lichaam dat levenloos op de grond ligt. Volgens mij is het Devin, maar ik weet het niet zeker. Hij ligt in een vreemde houding, en zelfs van deze hoogte zie ik dat hij dood is. Ik kijk snel de andere kant op.

Plots hoor ik voetstappen achter me, iemand probeert me stil te besluipen. Ik doe alsof ik het niet hoor en kijk om me heen, nog steeds vlak bij de rand van de klimmuur. Op het moment dat hij me eraf probeert te duwen buk ik me, rol ik over de grond en duw zo hard als ik kan. Een jongen met bruine krullen stort naar beneden. Ik schrik en kijk naar beneden? Alsjeblieft, laat hem goed vallen! Alsjeblieft, laat hem niet doodgaan! Natuurlijk zou dat slecht zijn voor mijn tactiek, maar op dit moment maak ik me vooral zorgen om het feit dat hij misschien wel dood gaat. Hij schuurt langs de muur naar beneden en probeert zich ergens aan vast te grijpen. Op het laatste moment weet hij twee handvatten te grijpen en hij hijst zichzelf omhoog. Ik zucht opgelucht als hij weer begint te klimmen. Dat was op het nippertje...

Assassinated (Voltooid✔)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu