Part 46

3.4K 99 1
                                    

• POV Liv •

'Jezus. Je stelt je zo aan! Weet je hoeveel gezeik je kan krijgen met de politie als je word aangegeven? Dit is verdomme gijzeling! Laat Jess nou eens los!' Zo gaat het al de hele middag. Lisa en Brandon maken al de hele dag ruzie. Sinds 09.00 uur tot nu, 15.00 uur. Ik zit boven op bed naar buiten te kijken en naar hun geschreeuw te luisteren. Sinds gister ben ik niet meer beneden geweest, ik heb niets meer gegeten maar ik heb geen trek. Dan ineens hoor ik een harde klap en ik zie Brandon boos naar buiten lopen. Hij stapt ik de auto en scheurt weg. Langzaam sta ik op en loop naar beneden. Lisa zit op de bank met haar handen voor haar gezicht. Ik leun tegen de deurpost en staar haar aan. Zodra ze me opmerkt rolt ze met haar ogen en veegt ze enkele tranen weg die over haar gezicht liepen. 'Wat wil jij nou?' 'Doe nou maar niet zo. Jullie zijn al de hele dag tegen elkaar aan het schreeuwen.' 'En wat boeit jou dat?' 'Niets.' zeg ik simpel. Ik haal mijn schouders op en ga op de bank zitten. 'Dus.' sis ik. 'Dus.' herhaalt ze. Ik grinnik en zij doet het zelfde.
'Wat heb jij al die jaren gedaan?' vraag ik dan maar. Meer uit beleefdheid dan dat ik het meen. 'Niets wat jou aan gaat.' zacht ze met een felle blik ik haar ogen. 'Jeez. Je kan best wat aardiger doen. We moeten het er het beste van maken. Ik vind het ook niet leuk hoor.' zegt ik versassend kalm.
'Je heb gelijk. Ik heb niet echt wat gedaan. Ik ben veel weg geweest. Ik ben net terug van Ibiza. Nooit gedacht dat ik jou nog zou zien. Niet hier in ieder geval. En ik hou echt van Brandon maar hij moet Jess echt los laten. Het is nu iets van 5 jaar geleden, ik weet het niet precies maar hij moet verder. Jou hier houden laat haar niet terug komen. Jake pijn doen laat haar niet terug komen. Dat moet hij in gaan zien.' 'Als ik zeg dat je gelijk heb hou je dan op?'
Meteen draai ik mijn hoofd om naar de deur opening. Brandon staat daar met zijn armen over elkaar geslagen. 'Nee want ik meen het en jij zegt dit enkel zodat je van mijn gezeik af bent.' Hij rolt met z'n ogen en gaat naast Lisa zitten. Hij pakt haar hand en verstrengeld het mijn de zijne. Een kleine glimlach komt op mijn gezicht en ik zie dat hetzelfde bij Lisa gebeurd. 'Het komt echt wel goed.' Ze rolt met haar ogen en laat zichzelf dan tegen Brandon aanvallen. Hij slaat haar armen voor even om haar heen maar laat haar snel weer los. Ze draait zich naar mij om en staart mij aan.

'Ik moet nog sorry zeggen voor wat ik heb gedaan jaren geleden. Ik had nooit met Jake naar bed mogen gaan en die ontvoering. Het had nooit mogen gebeuren. Ik wist hoeveel je van hem hield. Jullie horen bij elkaar. Vergeet dat niet.' Ik zucht en sta op. Ik loop naar de deur maar draai me nog 1 keer om. 'Ik heb geen trek.' zeg ik met een kleine glimlach omdat Brandon al een aanstalten maakte om iets te zeggen. Hij sluit zijn mond en er komt een kleine glimlach op zijn gezicht. Ik loop de gang in en wil de trap op lopen als ik iets glimmend zie liggen. Ik loop weer van de eerste tree en loop naar het kastje.
Sleutels met het Audi logo erop. Ik kijk 1 keer naar de deur, geen beweging. Zachtjes gris ik de sleutels van het kastje en loop naar boven. Eenmaal boven loop ik met grote passen naar mijn kamer. Ik sluit de deur achter me. Ik gris mijn tas onder het bed vandaan en gooi het op bed. Snel prop ik de kleren die in de kamer in mijn tas en rits het dicht. Ik doe mijn schoenen aan die naast het bed staan en wacht tot ik een deurbel hoor.

Waarschijnlijk gaat rond 18.30 uur de bel. Elke avond komt het eten rond deze rijd aan. Ik hoor de voordeur open gaan, zacht word er gesproken en de deur sluit weer. Voetstappen lopen door de gang en de kamer deur word open en dicht gedaan.
Ik wacht een paar minuten om zeker te weten dat ze aan tafel zitten. Ik open het raam en kijk naar beneden. Hoog. Met een twijfel gooi ik mijn tas naar beneden. Zacht komt het op de grond terecht. Half hang ik uit het raam. Twijfelend zet ik mijn benen op het raamkozijn. Op mijn hurken zit ik in de opening van het raam. Ik kijk nog 1 keer achterom maar laat mezelf dan voorover vallen. Ik val neer maar krabbel snel overeind. Ik gris mijn tas van de grond en ren naar de auto. Als een gek druk ik op het bovenste knopje van de sleutel om de auto te openen.
Buiten adem trek ik snel de deur open, gooi mijn tas op de bijrijdersstoel. Ik stap snel in de auto en doe de deur achter me dicht. Nog voordat ik de motor start doe ik de deuren op slot. Snel steek ik de sleutel ik het contact en scheur weg. Ik kijk niet meer in de spiegels, ik kijk alleen maar vooruit. Ik volg het pad tot dat ik bij een openbare weg kom. De 8 cilinder is duidelijk te horen en ik geniet eigenlijk dan ook volop, maar ergens zit de angst dat Brandon allang achter me zit.

Na lang door het bos te hebben gereden kom ik aan bij de openbare weg en het duurt dan ook niet lang tot ik de eerste afslag heb gevonden van de snelweg. Ik heb geen idee waar ik heen ga. Ik rijd de snelweg op en rijd gewoon met het verkeer mee. Ik neem de eerste afslag naar een tankstation en zet de auto daar stil. Ik zoek het navigatie systeem in de auto en typ snel het thuis adres is. 4 uur rijden. Shit. Snel blik ik op de tank maar zie dat die vol zit. Dat scheelt weer. Snel start ik de motor en begin mijn weg terug naar huis.

I want you 2 Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu