• POV Liv •
Het gevoel dat iemand over mijn hand wrijft glijd door mijn lichaam. Ik probeer mijn ogen te openen maar het lukt niet. Iemand zit tegen me te praten, ik let er niet op. Het enige waar ik me op focus is om mijn ogen te openen. Heel langzaam komt er een klein beetje ligt bij de vele zwart wat ik zie.
Mijn ogen knipperen snel en wennen niet aan hele vele ligt. Een zachte kreun verlaat mijn mond maar meteen word ik overvallen door een hoestbui. Ik schiet overeind, trek mijn hand los en probeer toch nog lucht binnen ge krijgen. Er worden twee handen op mijn schouders gelegd die mij zachtjes naar achter drukken. Ik luister maar het hoesten houd niet op.'Hoe pak aan.' Voor het eerst open ik snel mijn ogen en gris het bekertje uit zijn handen. Gulzig wil ik het achterover gooien maar dat lukt niet. Na één slok verslik ik me. 'Liv doe eens rustig. Het is logisch dat je een droge keel heb maar je moet voorzichtig zijn.' Snel neem ik een klein slokje en meteen houd het hoesten op. Ik open mijn ogen maar knijp ze dicht zodat ik maar weinig zie. Het ligt is te vel. Verslagen laat ik me achterover in het kussen vallen. Ik haal diep adem en raap de moet bij elkaar om mijn ogen weer te openen. Snel open ik ze en knipper een paar keer. Dan pas raken mijn ogen gewend aan het felle ligt. Ik kijk om me heen. Ik lig in een witte kamer, ik hoor gepiep, met draden is mijn hand aan een monitor verbonden, ik heb een slang in mijn neus en een zuurstofmasker op en Niels zit naast me. Ik staar hem aan. Hij kijkt terug en de tranen lopen over zijn wangen.
'Wat is er gebeurd?' fluister ik met moeite. 'Ik ga een dokter halen.' zegt hij zacht terug. Ik knik ligt en sluit mijn ogen. Ik hoor een stoel naar achter schuiven en er klinken zachte stemmen. Voetstappen komen mijn kant op maar ik neem de moeite niet om mijn ogen te openen. 'Mevrouw Adams?' word er gefluisterd. Ik open mijn ogen en staar een man in een lange, witte jas aan. 'In ben Dokter McMiller, ik heb u geopereerd. Ik ben blij dat u al wakker bent, dat hadden we niet verwacht. Hoe voelt u zich?' 'Ik heb barstende koppijn.' zeg ik bot. 'Dat begrijp ik, dat is normaal in dit soort situaties. Kunt u mij misschien vertellen of u nog weet wat er is gebeurd?'
Ik probeer terug te denken maar het blijft zwart met lichte vlagen. 'Het spijt me. Ik heb geen idee.' fluister ik. De man kijkt me moeilijk aan. 'Ik ben zo terug. Wij gaan zo even wat testjes doen me u.' Dat gezegd te hebben loopt hij weg. Meteen kijk ik naar Niels die weer naast me is komen zitten.
'Wat is er gebeurd?' fluister ik omdat ik nog steeds de kracht in mij stem kwijt ben. Hij zucht en meteen wellen er tranen op in zijn ogen.
'Je was ineens weg. Je had een briefje achtergelaten met "ik moest". Je had het uitgemaakt met Jake. Hij is er kapot van. Hij snapt het niet. Een dag later werd ik gebeld dat je hier lag. Je armen zitten onder de brandwonden, je heb een hersenschudding en een schotwond. Wij zijn meteen in de auto gesprongen en hiernaartoe gereden. Je lag in een kunstmatige coma. Wanneer je wakker werd was één grote vraag. Die avond ben in bij Jake gebleven. Ene Brandon kwam langs, hij vertelde alles. Papa heeft je neerschoten en je appartement in de fik gezet om van je af te komen. Puur omdat jij dat werk niet wilde doen.'
De tranen lopen in een sneltrein over zijn wangen en snikken verlaten zijn mond. De flarden in mijn hoofd worden duidelijker en langzaam komt die avond terug. Hoe mijn vader vroeg of ik met hem wilde werken, hoe hij me neerschoot, hoe Bart en Brandon meteen naar me toe snelde en me bij bewustzijn wilde houden en hoe de hitte mijn armen raakten. Ik plaats mijn hand enkel op zijn wang. 'Er is niks aan de hand. Ik ben er nog.' Hij knikt ligt en lacht klein.
'Het spijt ons dat we dit moment moeten verstoren maar wij moeten u testen.' Ik schrik op en kijk naar een kleine groep dokters. Niels knikt en loopt weg.
——
Niels loopt mijn kamer weer in. Zijn wangen zijn droog maar zijn ogen zijn rood. Ik wil mijn mond openen om hem te troosten maar DNA vliegt de deur weer open. Daar staan ze. De vier belangrijkste mensen in mijn leven. Op één na. Meteen gaan de tranen bij Emma over de wangen rollen. Ze komt in actie en loopt naar me toe. Ze slaat haar armen om me heen en luide snikken vullen de kamer. Langzaam trekt ze zich terug en kijkt me aan. 'Je bent echte weer wakker.' Ik lach klein en kijk naar de rest. Luc en Jason staan in de hoek van de kamer. 'Heb ik de twee badboys nou laten huilen?' fluister ik. 'Ja.' zeggen ze in koor. Meteen komen ze in beweging en beide pakken ze een hand vast. Beide geven ze een klein kneepje in mijn hand. Ook Sophie staat in de kamer en vliegt me kort om de nek.
Ik kijk ze stuk voor stuk aan. 'Waar is Jake?' Meteen kijken ze elkaar vragend aan, maar niemand geeft antwoord.

JE LEEST
I want you 2
RomanceHet verhaal gaat verder. Lees hoe het ju met Liv en Jake gaat. Zijn ze nog steeds samen? Wat hebben ze gedaan in die 3 jaar? Hoe zit het tussen Liv en Jelle? Wat doet Liv als het blijkt dat niks is wat het lijkt? Lees het nu! Wel eerst deel 1 leze...