Maddie
Van wat gestommel word ik wakker. Ik knipper een paar keer met mijn ogen en wacht totdat mijn blik is scherpgesteld. Ik schrik wanneer zijn blik de mijne vind. Ik trek de deken op tot over mijn schouders en kijk hem boos aan. 'Donder op Reece.' Met zijn benen languit op mijn bureau gelegd en zijn handen achter zijn hoofd in elkaar geslagen kijkt hij me met een kleine grijns aan. 'Doe eens wat vrolijker. Dit gedrag staat je niet.' 'Als je me vrolijk wilt hebben moet je me koffie geven.' Hij haalt zijn benen van het bureau en gaat recht zitten. Hij pakt een mok van het bureau en geeft het aan mij. 'Met melk, zoals je het altijd drinkt.' Ik glimlach voorzichtig en ga ook recht zitten. Ik trek de bandjes van mijn hemdje recht en pak de mok aan. 'Dankje.' mompel ik. Ik neem een slok en sluit mijn handen om de mok. 'Het is nogal raar dat je naar me kijkt terwijl ik slaap.' Hij grinnikt en slaat zijn armen weer over elkaar. 'Als je nou even doorgaat dan kunnen we gaan. Eigenlijk wilde ik al over een kwartiertje gaan maar dat gaat duidelijk niet lukken.' fronsend kijk ik hem aan terwijl ik nog een slok neem. 'Ik denk dat ik iets gemist heb want ik heb geen idee waar je het over heb.' Hij glimlacht en aan zijn ogen te zien geniet hij. Ze zijn een stuk lichter en hebben een kleine twinkel. 'Wij gaan wandelen.' 'Pardon?' Hij rolt enkel met zijn ogen. 'Je heb me wel gehoord. Dus hup, uit dat bed en maak je klaar.' Hij staat op, pakt de mok uit mijn handen en slaat de dekens van me af. Even ben ik verbaast over wat er gebeurd, maar zodra hij mijn pols vastpakt en me uit bed sleept heb ik geen tijd meer om verbaast te zijn. 'Nu Mads.' Dat gezegd te hebben loopt hij mijn kamer uit. Snel trek ik mijn kast open en pak wat kleren. Ik loop naar de badkamer en spoel mezelf snel af terwijl ik mijn tanden poets.
Wanneer ik aangekleed en wel de woonkamer in kom lopen zit hij al klaar. Zijn leren jas hangt over zijn schouders en met zijn sneaker tikt hij ongeduldig op de grond. 'Dat is wat je aandoet?' Zijn ogen glijden over mijn lichaam en ik doe het zelfde. Op mijn simpele jeans heb ik een shirtje aan waarover een blouse hangt. 'Je hoeft maar een keer aan een tak te blijven haken en er zit een scheur in die blouse.' Hij staat op en loopt langs me heen. Hij verdwijnt zijn kamer in en even hoor ik wat gerommel maar dan komt hij terug, met een hoodie in zijn hand. Hij gooit het kledingsstuk naar me toe. 'Trek die maar aan.' Ik knik. 'Dankje.' gimlach ik. Ik trek de blouse uit en gooi die over de bank terwijl ik de hoodie aantrek. Het is een grote zwarte hoodie die valt tot over mijn billen, met het logo van Tommie Hilfiger. 'Heb je stevige schoenen?' Ik haal mijn schouders op. 'Ik heb Nikes.' Hij knikt. 'Trek die dingen aan en dan kunnen we eindelijk gaan.' Ik loop langs hem heen de gang in en stap in mijn zwarte sneakers. Reece is al langs me heen gelopen en heeft het appartement al verlaten.Ik trek de deur achter me dicht en snel loop ik de trap af. Wanneer ik het complex verlaat heeft Reece zijn auto al uitgeparkeerd. Snel ren ik naar zijn auto en trek de deur open. Snel stap ik in en doe mijn gordel om. Meteen rijd Reece weg. 'Waar gaan we heen?' Kort kijk hij me aan maar dan richt hij zich weer op de weg. 'Ik wil je iets laten zien.' Ik reageer niet. Ik kijk enkel naar buiten terwijl ik met de lange mouwen van zijn trui speel.
Terwijl we naar de rand van de stad rijden is het stil in de auto. De radio staat niet aan en geen van ons twee neemt de moeite om een gesprek aan te knopen. Enkel het geluid van auto's die ons inhalen is te horen. Ik zucht en buig me voorover naar de display. Het is een zelfde display die mijn vader had, alleen dan een stuk ouder. Ik volg de instructies en connect mijn telefoon met zijn auto. Wanneer ik weer rechtop ga zitten kijk ik even naar Reece, die mij met opgetrokken wenkbrauwen aankijkt. 'Wat? Muziek kan nooit kwaad.' zeg ik schouder ophalend. Hij knikt en kijk weer voor zich uit. Het verbaast me dat hij niet zo reageert als de vorige keer, maar het kan me weinig schelen. Ik zet een random playlist aan en al snel klinkt de stem van Bon Jovi door de speakers. 'Je heb tenminste smaak.' hoor ik hem zacht zeggen.Wanneer ik uit de auto stap staat Reece al naast me. Op het parkeerterrein staan weinig auto's en het enige wat te horen is, is de wind die door de bomen raast. Ik begin te lopen naar de ingang van het natuurgebied. Wanneer ik door heb dat Reece me niet volgt draai ik me om maar ik blijf doorlopen. 'Kom je nog?' Hij begint te lachen en even legt hij zijn hoofd in zijn nek. Dan stopt hij zijn handen in zijn zakken en begint te lopen. Ik draai me om loop verder. Ik stop mijn handen in de buidel van de trui en blijf stilstaan bij het bord. De verschillende paden zijn aangegeven met verschillende kleuren. 'Wat dacht je van het rode pad?' Ik kijk naar rechts, in de veronderstelling Reece daar te zien, maar in tegendeel. 'Kom je nog?' Ik draai mijn hoofd en zie hem al minstens vijftien meter verder. Ik zucht en begin snel naar hem te lopen. Als ik eenmaal naast hem loop heb ik al een gejaagde ademhaling. 'Reece, iets rustiger mag wel.' hijg ik zacht. Hij grinnikt en staat even stil. Hij draait zich naar me om en gaat vlak voor me staan. 'We zijn nog niet eens begonnen en je bent nu al kapot.' grinnikt hij. Ik kijk hem enkel aan maar zeg niks. 'Kom nou maar.' Weer draait hij zich om en begint te lopen.
Inmiddels heb ik geen idee hoe lang we al aan het lopen zijn. Het voelt als uren maar ik heb zo'n idee dat het wel meevalt. Reece en ik heb amper een woord gewisseld. Hij loopt zo'n vier meter voor mij en telkens wanneer ik een gesprek aan wil knopen kijkt hij me aan over zijn schouder en zegt hij: 'Minder lullen, sneller lopen.' Inmiddels ben ik drie keer gevallen en zijn de blauwe jeans die ik aan heb, niet meer blauw. Waarschijnlijk zit ik onder de blauwe plekken en heb ik schrammen op mijn armen vanwege de takken die in de weg hangen. Het zal me niks verbazen als mijn voeten vanavond onder de blaren zitten en op dit moment verlang ik naar een zuurstoftank.
'Hoe ver moeten we nog?' hijg ik. Weer lacht hij maar hij antwoord niet. 'En welk pad zijn we in vredesnaam aan het lopen? Je kan mij niet wijsmaken dat dit het zwarte pad is, dit is veel zwaarder.' Weer duw ik de takken opzij en klim weer eens over een rotsblok. Dan draait hij zich om en bied hij zijn hand aan. Voor het eerst sinds deze wandeling wacht hij op me en trekt hij me op over een rotsblok. 'Dankje.' fluister ik terwijl ik zijn hand vastpak. Hij trekt me op maar zodra we staan laat hij mijn hand niet los. Samen lopen we verder maar dit keer is het op mijn tempo. 'We zijn er.' zegt hij zacht. Ik kijk voor me en mijn mond valt open. Ik grijp zijn hand steviger vast en sla mijn andere arm om de zijne.

JE LEEST
A new start
RomanceZe heeft een nieuw kapsel, een nieuwe naam en een nieuwe stad. Het enige wat ze nog mist is een huis. Maddie Jones vlucht van haar oude leven en haar toelating voor University of Portland zorgt ervoor dat ze eindelijk een mogelijkheid heeft om weg...