Six

3.7K 73 2
                                    

Maddie

Ongemakkelijk zit ik in zijn auto. De muziek staat zacht aan op de achtergrond. Ik speel met mijn vingers terwijl ik naar buiten kijk. De bomen met de herfsttinten razen voorbij en een rustgevend gevoel overspoeld me. Het is iets heel anders dan de hoge gebouwen en de drukken wegen uit Minnesota. Ik laat mijn hoofd achterover in de hoofdsteun vallen en draai mijn hoofd om naar Reece. Met een hand houd hij het stuur vast terwijl zijn andere hand rustig op de pook leunt. Zijn armspieren zijn aangespannen waardoor de aders in zijn hand prachtig verschijnen. Zijn bovenlichaam is bedekt met een wit shirt en een leer jasje. Hij heeft een blauwe, versleten spijkerbroek aan en een paar simpele witte sneakers.
'Waarom kijk je altijd zo moeilijk? Daar word je niet knapper op Mads.' Ik voel mezelf rood worden maar reageer niet. In plaats daarvan ga ik recht op zitten en draai me een kwartslag naar hem om. 'Waar gaan we heen?' 'Dat zul je wel zien.' Hij grijnst en kijkt me even snel aan. Ik buig me voorover en wil de radio harder draaien als hij snel voorover buigt en mijn pols vastgrijpt. Verschrikt kijk ik hem aan. 'Zit nooit, maar dan ook nooit, aan mijn radio.' Ik trek mijn pols los en trek een wenkbrauw op. 'Doe eens normaal. Ik wilde 'm alleen maar wat harder zetten.' Weer kijkt hij me snel aan maar dan kijkt hij weer voor zich uit. Opnieuw maak ik een poging om de radio harder te zetten en dit keer houd hij me niet tegen. Al snel klinkt de snelle rap in mijn oren en laat ik mezelf achterover vallen. Met Eminem en Rihanna op de achtergrond kijk ik weer naar buiten. Zacht zing ik het refrein mee van Monster even besteed ik er geen aandacht aan dat Reece naast me zit.

Wanneer de auto tot stilstand komt, klik ik snel mijn gordel los en stap uit. De frisse lucht adem ik diep in en ik kijk om me heen. We staan aan de rand van een bos. Naast de zwarte, grote auto van Reece staan nog twee auto's. Met enige gok heb ik zo'n idee dat die auto's van zijn vrienden zijn. 'Kom je nog of blijf je hier naar die auto's staren.' Ik draai me naar hem om en knik enkel. Hij komt los van de auto waar hij tegenaan leunde en loopt het bos in. Snel loop ik achter hem aan maar blijf een paar meter achter hem lopen.
Enkel het geluid van brekende takjes en de zachte wind die door de bomen raast, is te horen. 'Ik heb je toch niks misdaan dat je me naar een afgeleden bos brengt?' Hij begint te lachen en blijft even stilstaan. Hij draait zich naar me om en kijkt me lachend aan. 'Stel je niet aan en loop nou maar mee.' Hij grinnikt nog na maar hij draait zich weer om om door te lopen. Ik schud enkel mijn hoofd en loop weer achter hem aan.
Het is een wandeling wat nog ongeveer vijf minuten door gaat voordat we op een open plek aankomen. Ze zonnestralen schijnen op het meer in het midden van de open plek. Het gras is groen maar bezaaid met gekleurde bladeren die van de bomen zijn af gedwarreld. Dicht bij het meer zijn drie mensen te vinden. Ze zitten op een kleed en zijn duidelijk verwikkeld in een belangrijk gesprek. Ik ga naast Reece staan die tot stilstand was gekomen. Hij heeft zijn handen in zijn broekzakken laten glijden en zijn blik is op mij gericht. 'Wat?' Ik sla mijn armen over elkaar en draai mijn hoofd weg zodat mijn haar niet in mijn gezicht waait. 'Het enige wat ik wilde zeggen is dat Vince en Evan nogal raar kunnen overkomen in het begin. Nogal aanwezig of juist nors. Maar het zijn toffe gasten.' hij haalt zijn schouders op en kijkt hun kant op. 'Komt goed.' lach ik. Hij loopt hun kant op en ik loop achter hem aan.

Het duurt niet lang voordat ze ons opmerken. Mae begint vrolijk te zwaaien en voor me hoor ik Reece al grinniken. Mae staat op en trekt me haar kant op. Ik laat mezelf tussen Mae en Evan zakken en trek mijn knieen op tot mijn borst. Ik sla mijn armen om mijn knieen. 'Hoi.' is het enige wat is zeg. Reece slaat vriendschappelijk op de schouders van de jongens een ook zitten op het kleed. 'Wat hebben we gemist?' 'Niets bijzonders.' Vince kijkt hem grijzend aan maar verder geeft niemand een reactie. Even valt er een stilte en glijd mijn blik af naar het meer. De zonnestralen zijn zo fel dat dat mijn ogen bijna worden verblind maar het is een prachtig zicht. 'Waarom Portland?' Ik schrik op en kijk naar Vince. Vragend kijkt hij me aan. 'Hoe kom je bij Portland? Het is duidelijk dat je niet uit de buurt komt.' 'Hoe dat zo?' 'Je kijkt om je heen alsof je nog nooit een meer heb gezien of een bos. En het is duidelijk dat je Reece niet kent. Of ooit van hem heb gehoord.' grinnikt hij. Mijn blik glijd af naar Reece maar hij rolt enkel met zijn ogen. 'Laat het.' zegt hij nors. 'Minnesota.' is het enige wat ik zeg. 'Je komt uit Minnesota en gaat hier studeren?' Opnieuw glijden mijn ogen af. Deze keer naar Evan. Hij heeft een strakke kaaklijn en zijn krullende haar valt iets over zijn voorhoofd. Door de zon die in zijn gezciht schijnt zijn zijn ogen een tint lichter en hebben ze een goude tint. Ik haal diep adem en kijk even langs hem heen. 'Ik heb pas laat besloten dat ik wilde studeren. Ik heb me op allerlei universiteiten aangemeld maar Portland was de enige waar ik werd aangenomen. Ik ben zo snel mogelijk gekomen. Dat is dus ook de reden dat ik nog nooit van Reece had gehoord.' Terwijl ik de laatste zin uitspreek glijden mijn ogen af naar Reece en grinnik. Weer rolt hij met zijn ogen maar dan kijkt hij me strak aan. 'Er valt niks te horen.' zucht hij. 'Oh jawel.' Vince slaat op Reece zijn schouder en lacht. 'Deze jongen was de beste footballer bij ons op high school en had het aardig voor elkaar wat meisjes betreft.'
Reece haalt diep adem maar hij ontkent het niet. 'Hou je kop, Vince.' gromt hij. Vince begint te lachen en legt zijn hoofd in zijn nek. Het is zo'n zelfde lach als die van Reece. Warm en oprecht.

Het duurt niet lang voordat we in een gesprek zijn verwikkeld. Mae verteld over iets wat ze heeft meegemaakt op high school, maar ik volg er weinig van aangezien ze niet meer bij komt van het lachen terwijl ze het verteld. Toch is het aanstekeliijk aangezien er een lach op mijn geszicht komt. De jongens haken erop in en willen haar tegen spreken, wanneer ik word afgeleid. Ik mijn jaszak trilt mijn telefoon en terwijl ik lach vis ik die uit de zak. Zodra ik het berichtje lees, verdwijnt mijn lach als sneeuw voor de zon.

A new start Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu