Maddie
Het genietende gevoel neemt langzaam af en een ongemakkelijk gevoel begint mij te overheersen. Ik kruip van zijn schoot en herschik mijn haar met mijn handen. 'Wacht ik,' Maddie, niet doen.' Ik kijk hem aan maar de gedachtes vliegen door mijn hoofd. 'Niet paniekeren.' Ik haal diep adem maar ik draai me om en loop door naar mijn kamer. Ik sluit de deur achter me en voor enkele seconden laat ik mijn hoofd er tegen aan rusten. Mijn oversized shirt verruil ik voor een trui en ik stap in mijn sneakers die bij de kast staan. Ik trek de deur open en trek mijn jasje van de kapstok, maar zonder dat ik het door heb is Reece achter me komen staan. 'Niet doen.' Vol schrik draai ik me om en kijk hem met open ogen aan. 'Ik moet alleen even een luchtje scheppen.' Hij kijkt me wantrouwend aan maar zegt niks. Ik zet een stap bij hem vandaan en maak de deur open, maar hij duwt 'm hard weer dicht. 'Als ik te ver ben gegaan moet je het zeggen. Wees gewoon eerlijk tegen me, maar loop niet weg.' Ik laat mijn hoofd vallen en ik word steeds benauwder. 'Ik meen het Reece, alleen een luchtje scheppen.' Hij schud zijn hoofd maar dat zet hij een stap opzij. Ik trek de deur open en stap naar buiten. Achter me hoor ik hem zacht vloeken maar ik ren de trappen af. Zodra ik de voordeur openduw overvalt de koude buitenlucht mij en meteen haal ik diep adem. Met stevig stappen loop ik door naar mijn auto en stap achter het stuur. Ik pak mijn telefoon uit mijn broekzak en zet het toestel uit. Ik start de motor en rijd weg. Waarheen weet ik niet.
Wanneer ik de oprit van de snelweg oprijd komt er pas een idee bij me binnen. Ik zou naar de plek kunnen gaan, maar dat doet me teveel aan Reece denken. Ik knijp in het stuur maar zodra mijn gedachtes op de automatische piloot overgaan rijd ik er toch heen.
Tijdens de rit is het stil. De radio staat niet aan en er zijn bijna geen auto's op de weg. Het enige wat je hoort is de wind die voorbij mijn auto suist.
Als ik echter de snelweg afrijd en door wil rijden naar het standaard parkeerterrein, besluit ik door te rijden, in de hoop dat ik iets anders tegen kom. Eigenlijk volg ik gewoon de auto's die voor me rijden, maar als ik een bord langs de weg zie staan gooi ik het stuur om en rijd het parkeerterrein op. Ik parkeer in het eerste parkeervak wat ik tegenkom en gooi mijn telefoon in het handschoenenvak. Ik stap uit, steek mijn handen in mijn zakken en loop het bos in. Ik volg het pad en kijk recht naar de stappen die ik zet. Pas wanneer ik een steiger oploop kijk ik voor me uit. Ik kijk over een groot, stil meer wat omgrenst word door bomen. Ik zucht maar loop door. Pas aan het einde van de steiger kom ik tot stilstand en ga zitten. Ik sla mijn armen over elkaar en laat de stilte op me inwerken, en meteen overvalt de rust me. Mijn hoofd word rustig en wanneer ik mijn ogen sluit besef ik me pas wat er allemaal is gebeurd.
Reece heeft mij compleet bezopen mee naar huis gekomen. Ik ben gaan ratelen, aangezien ik dat altijd doe. En hij heeft me gezoend. Hij heeft me gezoend en ik ben weggerend. Ik ben weggerend nadat ik mee ging in zijn zoen. Ik laat mijn hoofd vallen en grijp met mijn handen naar mijn haar. Het besef dat ik het heb verpest komt bij me binnen. Hij wil me niet meer, dat lijkt me logisch. Paniek dringt tot me door en eigenlijk weet ik niet eens waarom. Ik weet niet eens wat ik wil. Wil ik überhaupt een relatie met hem?
Twijfelend bijt ik op de onderkant van mijn lip, maar ik doe niets. In plaats daarvan blijf ik zitten en blijf ik uitkijken over het meer.Pas wanneer het begint te schemeren sta ik op en loop ik terug naar mijn auto. Wanneer ik instap besef ik pas hoe koud ik het had en meteen draai ik de verwarming aan. Ik rijd het parkeerterrein af en kijk even naar de tijd. Het is pas kwart over vijf maar een roze oranje gloed neemt de lucht over.
Als ik de snelweg oprijd, rijd ik een file in en met een diepe zucht draai ik de radio aan. Love is gone dringt door de speakers meteen draai ik het volume harder. Ik schreeuw mee met het nummer en vergeet alles om me heen. Langzaam rijd ik mee met het verkeer maar voor ik het weet sta ik weer op het parkeerterrein van het appartement. Mijn zangsessie heeft zelfvertrouwen in mij opgewekt en meteen ren ik mijn auto uit. Ik open de deur en ren de trappen op. Zodra ik boven ben wil ik snel de deur openen maar natuurlijk werkt het niet mee. De sleutel valt op de grond en pas wanneer ik rustig ademhaal en langzaam de sleutel in het slot steek, lukt het me om de deur te openen. Met grote stappen loop ik de gang door maar Reece is niet in de woonkamer. Ik open zijn slaapkamer deur maar ook daar is hij niet. Voor de zekerheid controleer ik de badkamer maar die is zoals gedacht leeg. Ik zucht en loop naar mijn kamer en pak een elastiekje om mijn haar in een staart te doen. Als ik dan mijn telefoon wil pakken voel ik dat mijn zakken leeg zijn. Snel ren ik terug naar mijn auto en pak het toestel uit het vakje. Terwijl hij opstart kijk ik over het parkeerterrein, maar de auto is inderdaad nergens te zien. Ik schrik op als mijn telefoon begint te piepen. Verschillende appjes van Reece met de vraag waar ik ben lichten op, maar de laatste is al twee uur geleden verstuurd. Mompelend begin ik te vloeken, maar ik start de motor en rijd weg. Met maar een doel voor ogen rijd ik door naar de universiteit in de hoop dat hij bij Mae is, maar na de korte rit opent de huisgenoot van Mae de deur met het bericht dat ze geen idee heeft waar ze is. Rustig loop ik terug naar de auto, maar er komt geen idee binnen met een locatie waar ik heen kan rijden.
Ik weet dat Vince buiten de stad woont, dus daar zijn ze niet. Hoop ik. Waar Evan woont weet ik eerlijk gezegd niet eens. Als ik enkele seconden doelloos voor me uitstaar start ik de motor. Even kijk ik naar de tijd, maar als ik zie dat het half zeven is komt er nog een idee in me op.
Ik rijd naar het café enkele straten verderop en parkeer langs de weg. Zonder te kijken of er eigenlijk wel een bekende auto staat loop ik door naar het café waar we toen hebben geluncht. Ik kijk over de mensen heen maar niemand die ik ken krijg ik in het vizier. De hoop vloeit uit mijn lichaam en ik loop weer terug naar de deur. Ik trek de deur open maar midden in de deur opening word mijn pols vastgegrepen. Ik schrik en draai me om, maar ik kijk recht in de heldere zilvere ogen van Reece. 'Daar ben je.' fluistert hij. Ik zou zweren dat ik opluchting door zijn stem heen hoor.
JE LEEST
A new start
RomanceZe heeft een nieuw kapsel, een nieuwe naam en een nieuwe stad. Het enige wat ze nog mist is een huis. Maddie Jones vlucht van haar oude leven en haar toelating voor University of Portland zorgt ervoor dat ze eindelijk een mogelijkheid heeft om weg...