Deel 25

1.8K 82 1
                                    


Ik liep zwijgend naar boven en deed de dakdeur open. Ik werd fris ontvangen door de zwarte lucht met mooie lichtgevende puntjes. Bijna romantische als je hier met de juiste persoon zou zijn. Ik zuchtte diep en liep naar het muurtje om naar de lucht te kijken. Ik voelde hoe een zachte windvlaag mijn haren deed wapperen. Ik hoorde gedempte stappen op de trap.
'wat doe jij hier?' vroeg een stem dat ik uit duizenden herkend zou hebben. Een stem die mijn hart in een seconde sneller deed kloppen. Een stem die ondanks de frisse lucht hier mij kon opwarmen. En zijn blik die het vuur in me weer wist aan te steken. Ik wist me geen houding te geven dus bleef ik strak naar de lucht kijken.
'niets.' Zei ik schor. Bijna onhoorbaar. Een huivering ging langs mijn rug.
'koud?' vroeg hij terwijl hij enkele stappen dichterbij kwam en zijn handen op mijn schouders legde.
'valt mee.'
hij kwam naarst me staan en keek me onderzoekend aan.
'je vraagt je zeker af wat dat hele gebeuren van net was hé?' wist hij mijn gedachten te lezen. Ik knikte. Mijn stembanden lieten mij nu in de steek. Deze man wist mij het onmogelijke gevoel te geven waarvan ik niet eens wist dat het bestond. En mijn hartje klopte inmiddels sneller dan hij aankon. Ik was bang dat mijn hartje het op een gegeven moment op een rennen zou zetten. Ik moest glimlachen bij die gedachten.
'je bent zo stil, amal.'
'mag dat niet?' probeerde ik me te verschuilen achter mijn bijdehante gedrag. Dat was mijn schild. En ik wist niet hoelang hij het nog zou volhouden voordat me schild me in de steek liet. Aangezien hatim letterlijk door je heen kon kijken, recht in je ziel.
'natuurlijk mag dat. Je wou zeker alleen zijn.' Zei hij lichtjes verlegen. Alsof hij inzag dat hij stoorde. Hij moest eens weten dat mijn hart alles behalve wilde dat hij weggaat. En aangezien deze zo hart moest kloppen wilde ik voor even mijn verstand opzij zetten.
'nee, je stoort niet.' Zei ik hoofdschuddend. Toen ik opzij keek zag ik een glinstering in zijn lichtgeven grijze ogen. Ik wist dat het absurd was en dat het enkel door het lampje van de dak kwam. Maar liefde maakt blind, maar blijkbaar ook magische. Straks ga ik nog geloven dat een Eenhoorn met vleugels komt aanvliegen en dat hatim en ik er samen voor altijd vandoor gaan.
'wat zit je dwars?' zei hij nu duidelijk lichtjes ongeduldig.
'ik wil weten wat er aan de hand was net.' Gaf ik toe.
'doet dat er iets toe?' vroeg hij duidelijk niet van plan mij iets uit te leggen.
'ik wil alleen weten of jullie gevaar lopen. Wat daar ook aan de hand is.' zei ik gemeend. Ik keek op en ontmoette de grijze kijkers die mij elke keer het onmogelijke lieten voelen.
'we lopen geen gevaar, amal. Walid loopt geen gevaar.' Zei hij.
'jij ook niet?' rolde er zo maar uit mijn lippen. Ik was zo bang hem te verliezen, terwijl ik nog niet eens van hem was. Een rare blik kwam terug in zijn ogen. Ik las iets van aarzeling en onzekerheid.
'nee. Amal. Dat beloof ik.' Zei hij met een voorzichtige glimlach.
'ik ben toe aan...' zei ik terwijl mijn zin werd onderbroken door een gaap.
'aan een knuffel?' vroeg hatim die het blijkbaar aanvoelde. Alhoewel ik dat niet eens van plan was te zeggen, maar ik het uit de diepste van mijn hart wel voelde. Hij strekte zijn armen open. Ik zag hoe zijn brede borstkas bewoog bij deze gebaar.
moet ik daartegen aanleunen? Vroeg ik ongelovig in mezelf. Dit was een droom. En net dat ik naar hem toe zou lopen om me in zijn vertrouwde armen te storten zou ik wakker worden. Maar hatim stond er nog. Zijn blik maakte plaats voor onzekerheid. En net dat hij zijn armen wilde zakken liep ik op hem af. Ik legde voorzichtig mijn hoofd op zijn schouder. Ik voelde hoe hij heel voorzichtig, alsof ik van glas was, zijn armen om me heen sloot. Ik legde onzeker mijn handen om zijn middel en hield zijn shirt vast alsof ik bang was dat hij een mythe was. Een illusie dat elke moment, met één oogknipper zou verdwijnen. Wat er door mijn lijf gierde was gewoonweg teveel om op te noemen. Mijn hart had de 200 km per uur bereikt. Ik voelde hoe ik warmer werd en hoe de vlinders in mijn onderbuik wakker leken te worden.
dit gevoel. Dit gevoel was onbeschrijfelijk.
'niet beloven als je het niet kunt waarmaken. Het lot heb je niet in eigen handen.' Hervatte ik het gesprek terwijl ik voelde hoe hij zijn greep verstevigde.
'nee. Maar je stuurt het wel. En zo erg ligt de situatie nou ook weer niet.' Deed hij een poging mij gerust te stellen.
'ik vertrouw je op je woord.' Zei ik.
Ik wilde dat dit gevoel nooit weg zou gaan...

Verwacht het meest onverwachteWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu