Deel 8

2.2K 97 1
                                    

Ik zag de auto van walid al staan. Ik stapte in en mompelde iets wat een hoi moest voorstellen.
'jij ook een goede middag.' Zei hatim sarcastische.
'heey.' Zei ik gapend. Hij proestte het uit van het lachen.
'ben je net wakker ofzo?'
'lessen waren slaapverwekkend.' Zei ik.
'meziane.' Zei hij alleen. Ik legde mijn hoofd tegen de hoofdsteun en sloot me ogen. Geconcentreerd luisterde ik naar de berbers muziek die de auto vulde. Ik dommelde helemaal weg. Totdat ik een hand op mijn schouder voelde. Ik keek met knipperende ogen op.
'w w wat?' zei ik stoned. Ik gaapte en rekte me overdreven uit. Mijn hand kwam bijna tegen zijn gezicht. Ik lachte om mezelf. Toen ik opzij keek zag ik dat hij glimlachte. Niet naar mij. Maar om wat ik deed. Toch deed het me goed hem te zien glimlachen.
'je slaapt veel.' Zei hij afwezig.
'omdat je zo saai bent.'
'oke, wat jij wilt.' Zei hij schouderophalend. Hij parkeerde voor de winkelcentrum. Geschokt kijk ik hem aan. 'ik wou naar huis!' klaagde ik.
'zo direct. We moeten boodschappen doen.'
'van wie?' vroeg ik.
'je wilt toch eten straks of niet?' zei hij terwijl hij de deur open gooide. Ik uit een diepe zucht en stap zelf ook uit. Ik loop slepend achter hem aan. We lopen de supermarkt in. Hatim pakte een boodschappenkar van de rijen karren. Hij draaide het nonchalant en duwde het voor zich uit. Hij keek opzij naar een paar blonde marokkaanse wijven. Hij knipoogde naar ze en draaide zogenaamd weer wild met de kar. Een raar gevoel borrelde in me naar boven. Boosheid met een fleugje jaloezie. Ik negeerde het. Maar toch liep ik op hatim af en duwde hem naar voren. 'we weten dat je een auto kan besturen, zied loop.' Zei ik gekweld. Hij draaide zich naar me om en stopte met lopen waarna ik vervolgens tegen hem aankwam. Hij hield mijn arm vast om te voorkomen dat ik over zijn voeten zou struikelen. Hulpzoekend hield ik mijn handen tegen zijn borst aan. Ik durfde alles behalve naar hem op te kijken. Ik hoorde gegrinnik. Hij trok me naar voren.
'waar ben je mee bezig?' zei hij zacht. Toen ik hem aankeek zag ik een speelse blik in zijn ogen. Zijn mondhoeken krulde omhoog. Hij is mooi. Amal hou je kop, schreeuwde ik tegen mijn tweede stem. gevoel en verstand strijden in mijn hoofd. Ik haalde mijn handen van zijn sterke bovenlichaam en deed een stap naar achteren. Wat sta ik verschut man. De vorige keer in België moest hij mij ook weer overeind helpen toen ik opstond. Sinds wanneer gaat het jou wat aan wat hatim over je denkt. Ik keek ongeïnteresseerd naar hem en liep voor hem uit. Ik hoorde hem nog na lachen achter me.
'wat zijn we grappig, hatim.' Zei ik beledigd toen hij maar steeds opnieuw begon met lachen. Hij kwam plotseling naarst me lopen en sloeg zijn arm om mijn schouders.
'het was gewoon grappig, joh meer niet.' Zei hij terwijl hij probeerde zijn wangen naar binnen te drukken zodat ik niet zou zien dat hij helemaal dood ging van het lachen. Toen ik zag hoe hij zijn wangen naar binnen drukte schoot ik in de lach.
'waarom lach je me uit?' vroeg hij verward.
'niks, binnenpretje oe saffi.' Zei ik snel. We liepen snel langs alle afdelingen en gooide alle benodigdheden in de kar. Het ongezonde won van het gezonde voedsel maar ik zei niets. Ook ik wilde genieten. Na het afrekenen gooide we alle tassen in de achterbak. Ik reed het karretje terug naar de plek waar alle karretjes stonden. Toen ik het haakje niet in het gleufje kon krijgen begon ik te stressen. We hadden een marokkaanse derham waar we altijd die karren mee opende. Dus die derham moest eruit. plotseling zag ik 2 handen aan beide kanten van mij. Ik draaide me om en stond oog in oog met hatim. Zijn ogen werden lichtgrijs door de zon dat in zijn gezicht scheen. 'waarom duurt het zo lang?' zei hij neutraal. Ik haalde mijn schouders op. hij duwde het haakje met kracht naar binnen terwijl hij nog steeds achter me stond. Ik durfde nauwelijks adem te halen.
'ben je klaar.' Zei ik toen hij de derham pakte. Ik duwde hem met mijn rug tegen zijn borst aan. Hij deed een paar stappen naar achteren. Ik liep alvast naar de auto. Hij liep op zijn gemakje achter me aan. Ik rende snel naar de auto en ging achter het stuur zitten. Dit was mijn kans om in walid's auto te rijden. Hatim kwam snel achter me aan en gooide het portier open.
'sta op.' zei hij. ik staarde hem recht in zijn ogen aan. Hij keek serieus. Bloedserieus. Toch schudde ik gewaagd met mijn hoofd nee.
'je weet dat je problemen gaat krijgen met walid?' hielp hij me herinneren wat de gevolgen hiervan zijn.
'in zijn ogen BEN ik een probleem. Dus wat dan nog?' zei ik somber. Hij keek me een tijdje aan. Vervolgens overhandigde hij me de sleutels en ging aan de passagiersstoel zitten. Ik kon het niet geloven. Ik startte de auto en reed de parkeerplaats uit.

Verwacht het meest onverwachteWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu