Deel 137

1.3K 54 11
                                    

De volgende ochtend maakte mijn moeder me wakker.
'Amal! Zied zied, je hebt je verslapen!' zei mijn moeder schreeuwend. Ik stak een vinger op terwijl ik mijn ogen nog dicht had.
'Ze is klaarwakker.' Zei ik met heldere stem. Mijn moeder liep gelukkig naar beneden. Ik deed mijn telefoon aan.
2 gemiste oproepen van Rayan en 3 van Fouad. Een van Bilal. Ik belde als eerst Fouad omdat hij de enige is die op de hoogte is.
'Salaam, heb je lekker geslapen.' Vroeg Fouad.
'Hm, nee. Waar ben jij.' Zei ik.
'Kantoor. Jou kantoor. Je werk afmaken. Kom je?'
'Ja zometeen.'
'Amal. Ik heb even nagedacht over gisteren. Ik denk dat je meer bereikt als je het voor je houdt.' Zei Fouad ineens iets totaal belachelijks.
'Ben je high of wat. Het liefst ga ik met een bijl naar hem toe.'
'Ja dat begrijp ik. Maar wat wij hebben gezien is een momentopnamen. En Rayan, lijkt mij niet iemand die zo respectloos naar jou toe is. Stel dat er niets is, en er speelt iets anders waardoor hij met haar zat daar, dan komen we er snel genoeg achter, en stel dat er wel wat speelt, dan geven we ze de ruimte om zoveel mogelijk fouten te maken totdat jij genoeg feiten hebt om te zien hoeveel hij je nog waard is, als je er nu over gaat beginnen gaat hij stoppen met haar te zien, maar dat komt dan door jou, en niet omdat hij het zelf niet wil, en als er echt niks is, dan komt dat ook boven tafel. En daarbij..we moeten ons nu inzetten voor het project, jou project waar je zo hard voor geknokt hebt. Volg je me?' ik luisterde aandachten met knipperende ogen toe.
'Fouad heb je je hersencellen teruggevonden?' zei ik.
'Ja gister in me autovelgen.' Zei hij. Ik schoot in de lach.
'Nou...?' vroeg hij.
'Je hebt een punt.' Zei ik.
'We kunnen niet ontkennen dat ze best afstandelijk tegenover elkaar zaten. Ik zag niks intiems.' Concludeerde hij.
'Waarschijnlijk lag het gewoon aan je blindeerde ramen.'
'Ja joh. Zeg gewoon dat je me auto mooi vindt.'
'Ow ik ben de beroerste niet om je een compliment te geven hoor. Besahtek, een hele mooie bak.' Zei ik gemeend.
'Haha allahieteksahaa. Dankjewel.' Zei hij bescheiden.

Ik kwam als een model de auto uit. Ik deed mijn zonnebril af. Je kon bijna zeggen dat ik te overdresst ben. Het viel net mee. Het was zakelijk, shjiek. Als mensen denken dat ik met rode ogen en een grote portie zelfmedelijden naar werk kom dan heb je het mis. Het enige waar ik nog onzeker over was, was hoe ik me zou opstellen tegenover Rayan nu ik niks ga zeggen over wat ik weet. Één ding is zeker, ik laat me door niemand tweemaal breken.
Fouad ving me op bij de balie. Hij stond met Soraya te praten. Hij keek me aan en liep op me af.
'Hoe gaat het?' vroeg hij voorzichtig. Ik glimlachte naar hem.
'Als de zaken maar goed gaan heh. Kom laten we beginnen.'
'Uhm ik dacht het even niet, waar kom jij zo laat vandaan?' vroeg Rayan.
'Pardon?' zei ik omdat ik tijd nodig had om iets te verzinnen.
'Je belde me niet terug, waar was je.'
'Bespreking.'
'Waarom weet ik daar niets van?'
'Ow shit, omdat het mijn schuld is. Amal vroeg aan mij of ik het je door wou geven maar ik was het helemaal vergeten. Nou weet ik wat je bedoelde met verantwoordelijk zijn!' riep hij scheef uit. Rayan geloofde het.
'Hoe ging het?' vroeg Rayan afwezig want hij werd gebeld.
'Ow goed hoor, mijn kussen die vond dat mijn dekbed te oud is en mijn dekbed die vond dat hij zijn werk nog goed doet, en ik ook want hij houdt me nog lekker warm.' Zei ik.
'Ow wat goed. Oke... goedemiddag met Rayan.' Zei hij. Hij hoorde niet eens wat ik zei. Fouad liep rood aan van het lachen. Ik liep zonder nog wat te zeggen naar mijn kantoor. Fouad zat nog uit te lachen. Ik moest er een beetje om lachen maar ik was wel boos.
Na een uur besloten we te gaan eten. Rayan gaf aan dat hij een bespreking had buiten de deur. Fouad duwde me mee naar het centrum.
'Waar gaan we eten?'
'Wie zegt dat wij samen gaan eten?' zei ik verbaasd.
'Ik, Italiaans of thais?'
'Thais.'
'Zied auto in..'
Ik liep met hem mee de auto in. Mijn telefoon ging af. Het was mijn broer.
'Ewaah Walid!'
'Ewa boefje. Waarom was je gisteren niet naar me toegekomen?'
'Ewa ik had chaos in mijn hoofd. Wilde slapen.'
'Zijn drukke dagen nu voor jou heh?'
'Ja man, but i can handle it. i got some help here.' Zei ik terwijl ik dankbaar naar Fouad keek.
'Oke oke goed toch. Ik weet dat jij het aan kan zusje. Maar kun je na werk even naar me toe komen. Op kantoor, niet thuis.' Zei hij luchtig.
'Zijn er problemen?'
'Nee alleen dingen die besproken moeten worden.' Zei hij.
'Oke ik rij straks even langs.'
'Isgoed tot straks.'
'Beslama.'
'Wie is dat?' vroeg Fouad.
'Mijn broer.'
'Ahh. Okeej.' Zei hij.

Verwacht het meest onverwachteWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu