|Hoofdstuk 78|

184 13 1
                                    

'Hij opent zijn ogen, kijk!' Samen met Mila keek ik naar Blake, die eindelijk weer bij kwam. Hij zag er verschrikkelijk uit en aan zijn blik te zien leek hij zich nog niet echt goed te voelen. 'Jennifer?' Hij reikte met zijn hand naar mijn gezicht toe, die ik stevig vastpakte. Ik knikte naar hem, zonder één woord te zeggen. 'Je liet ons nogal schrikken.' Drake kwam op ons afgelopen met een vriendelijke glimlach op zijn gezicht. Blake wist niet wat hij moest zeggen. Er was veel gebeurd, en hij voelde zich nog steeds erg schuldig over Tyler. Dat kon ik aan hem zien. 'Rustig maar, het is goed'geruststelde Mila hem, terwijl ze met haar hand over zijn voorhoofd ging. 'Maar je moet wel rust nemen. Je hebt een flinke koorts.' Maar hij was te nerveus om rust te nemen. Iets anders spookte nog rond in zijn hoofd. Ik wist alleen niet wat, maar daar zou snel verandering in komen.

S'nachts om een uur of twaalf lag ik tegen Blake aan, terwijl hij zachtjes door mijn haren streelde. We hadden uren niet gepraat, maar dat was niet nodig. Hier waren we even aan toe. Gewoon helemaal niks. Ik had nog wel allerlei vragen voor hem. Waarom hij zo kil deed op het bal en hoe het verder moest samen. Maar daar was het nu niet de tijd voor. Langzaam merkte ik dat hij zijn ogen sloot, en hoe zijn ademhaling vertraagde. Ik vond het vreemd dat hij me gewoon kon vertrouwen. Na alles wat ik had gedaan, had ik verwacht dat iedereen me wel zoals Daniël zou behandelen. Die had mij de hele tijd al geen blik gegund. En als hij dat toch deed, was het wel van een afstandje. Hij was bang voor me. Dat was duidelijk. Ookal was ik niks om te vrezen, tenminste dat vond ik. Maar als ik in die weerwolvenvorm veranderde was ik dat misschien wel. Ik kon het niet goed weten, maar na alle verhalen moest ik wel geloven dat ik ook gevaarlijk kon zijn.

Terwijl ik zelf ook bijna in slaap weg doezelde, hoorde ik de voordeur met een flinke klap openslaan. Mijn huid verwelkomde de koude wind, waardoor ik meteen kaarsrecht zat. Ik keek nieuwsgierig naar de richting van de deur, en wachtte tot iemand zich liet zien. En dat deden ze ook. Voor me stonden twee gedaantes, een man en een vrouw. Ze hadden iets beheersends over zich maar leken niet slechte bedoelingen te hebben. De man kwam op me afgestapt en keek indringend naar de slapende Blake. 'Hij is er slechter aan toe dan ik dacht.' 'Ehm sorry, maar mag ik vragen wie jullie zijn?! Het is nogal onbeleefd om opeens binnen te stormen'zei ik maar de man leek niet blij met mijn reactie te zijn. 'Een beetje respect, jongedame. Wij komen voor Blake.' Nog steeds verward keek ik hen aan, terwijl de vrouw met moeite hem probeerde wakker te krijgen. 'Kom op jongen!' De man werd ongeduldig, en zijn rode ogen namen de overhand. Hij zag er angstaanjagend uit. 'Hou je in, Bill.' De vrouw haar blik schoot naar mij, en ze wist dat het me dwars zat. 'Mijn naam is Zara, en dit is mijn man Bill. Het spijt ons voor dit ongemak, maar we moesten weten of het goed ging met onze zoon.' Zoon? Geschrokken keek ik hen aan. Ik wist helemaal niet dat Blake zijn ouders nog leefden. Hij had me eigenlijk nooit over hen verteld. 'Dat kan niet..'fluisterde ik zachtjes, en op dat moment ontwaakte Blake uit zijn slaap. 'Wat is er aan de hand?' Wrijvend in zijn ogen keek hij naar beneden, totdat hij iets rook. Waarschijnlijk de geur van zijn ouders. 'Blake, we zijn zo blij dat..' 'Je hebt een ernstige fout gemaakt om hier te komen..' Blake zijn stem klonk gevaarlijk. Er zat een soort klank in, waardoor de rillingen over mijn lijf liepen. 'Maar.. maar.' Zijn moeder wist niet goed wat ze moest zeggen, maar het zag er naaruit dat ze geen happy family waren. 'Verdwijn!' Hij stond in een ruk op, met zijn vuist gebald. Iets waar zijn vader niet mee eens was. 'Durf je wel? Zo je oudere behandelen!' Zijn vader had geen moeite om zijn zoons gedrag te bestraffen. Zijn ogen werden weer rood, en zijn nagels werden langer. 'Bill! Je weet wat ik heb gezegd!' 'Als jullie niet weg willen, gaan wij wel.' Ik voelde dat Blake me vastpakte en meetrok. 'We moeten snel zijn, ik weet dat je het kunt. Geen vragen..' We renden door de voordeur het donker tegemoet. Ik zag dat Blake al aan het transformeren was. Het deed zeer, dat liet hij merken door een flinke kreet te laten horen. Maar dat stopte hem niet. Ook zijn poot, die nog steeds gewond was, leek hem niet tegen te houden. Hij rende weg, sneller dan mij. Ik kon niet transformeren, ik had geen flauw benul hoe het moest. Het lukte me gewoon niet meer. Maar rennen, dat kon ik wel. Die kracht was ik niet kwijt. 

'Blake, wacht.. Ik kan niet meer..'zei ik na een tijdje, maar de wolf was allang uit het zicht. Hij was niet echt meer met mij bezig. Alleen wegkomen, dat was zijn enige zorg. Wat niet in mijn voordeel hielp. Aangezien ik in het donker niks kon zien. Als ik toch maar ook met mijn wolvenogen door het bos kon kijken, maar die vaardigheid had ik niet meer. Misschien wel diep vanbinnen, maar die kon ik zelf niet beheersen. Ik bleef rennen en rennen maar mijn ogen lieten me echt in de steek. Ik viel keihard over een boomstam, die ik niet had gezien, en wilde zowat het uitgillen. Maar Blake hield me tegen. 'Shhh..' Hij was weer zichzelf, en hij stond voor me. Hij lette gelukkig nog wel op me. Maar aan zijn blik te zien was hij nog boos. Ik vroeg me alleen af waarom..



| Broken Spirit | Dutch | On Hold |Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu