|Hoofdstuk 47|

265 22 0
                                    

'Zullen we gaan?' 'Ehm, ik moet nog wat doen.. Ik red me wel.' Hij haalde zijn schouder op en liep naar buiten. Ik keek hem een beetje twijfelend na, maar wist zeker dat dit de juiste keuze was. Ik had gewoon even geen zin in Tyler. Punt uit. Na tien minuten liep ik ook het schoolgebouw uit en keek ik naar het bos wat voor me lag. Het zag er vredig uit. De blaadjes groeiden langzaam weer aan de bomen en het sneeuw was voor het meest ontdooid. Toch had het bos een vreemd gevoel waardoor ik de rillingen kreeg. Alsof het me naar binnen wilde opslokken. Maar dat zou onmogelijk zijn, dus stapte ik, zonder er nog enige aandacht aan te besteden, het bospad in. 

Vermoeiend liep ik door, zonder te weten waar ik eigenlijk was. Alle bomen leken zo op elkaar. Ik voelde me zo stom dus liep ik maar gewoon door, in de hoop dat ik het huis uiteindelijk wel zou vinden. Maar dat geloof had ik na een tijdje al niet meer. 'Volgens mij loop ik in rondjes want deze boom heb ik al drie keer gezien'zei ik tegen mezelf terwijl ik keek naar de grote eik, die hoger was dan de andere bomen. Zuchtend liep ik weer verder totdat ik in de verte Blake kon zien, die met zijn rug naar mij gekeerd stond. 'Blake!' Hij draaide zich met een serieuze blik om. 'Hey!'glimlachte ik en snelde naar hem toe. Nog steeds keek zijn gezicht me star aan en ik wist niet goed wat dat betekende. 'Gaat het wel met je?' 'Ik moet nog wat aan je uitleggen.' Hij probeerde voorzichtig mijn hand vast te pakken. Ik liet het toe, vooral omdat het zo'n vertrouwd gevoel gaf. 'Ja, dat verdien ik wel.' 

'Ik geef toe, ik praat er niet graag over. Het is een zwarte dag uit mijn leven, en daarop kom ik liever niet terug.' We gingen langzaam zitten op een boomstam, en ik kon zien aan hem dat hij het moeilijk had. 'Het is goed. Je kan me vertrouwen..' Even verscheen er een glimlach op zijn gezicht maar die duurde niet zo lang. 'Nadat je me had geraakt, heb ik mezelf weer hervonden. Dat weet je, toch?' Ik knikte, omdat bij zijn laatste woorden niet de gebroken geest tegen me sprak maar hijzelf. 'Ik dacht dat ik dood zou gaan, en dat ging ik ook. Zwart vulde mijn ogen, en ik wachtte op het moment dat ik eindelijk werd opgehaald. En dat kwam ook. Zwart verdween in wit. Het leek zo magisch, zo helder. Ik kreeg steeds meer het gevoel dat dit het beste voor me was. Maar het mocht niet zo zijn. Ik voelde de pijn in mijn borst, die steeds heviger werd. Ik verzette mezelf, ik vocht. Zo hard dat het voelde alsof ik uit elkaar brak. En doordat gevecht, wat in mijn ziel afspeelde, leefde ik nog. Mijn wilskracht was groter dan ik ooit had gedacht.' Het verhaal klonk ongelovig in mijn oren maar hij sprak het zo vastberaden uit, dat ik het wel moest geloven. 'Op het moment dat ik mijn ogen weer opende was het donker. Ik wist niet waar ik was, alleen dat er twee figuren, de grote speer uit mijn hart hadden gehaald. Wat waarschijnlijk voor de pijn zorgde waartegen ik vocht. Ik had geen kracht om me te verzetten, om ze op afstand te houden. Ze namen me mee, naar een donkere duistere plek waar ik liever nooit was gekomen. Er waren anderen, anderen van mijn soort. Tientallen vastgebonden, net zoals ik.' 'De alfa's! Hun waren het! Wat erg dat ze je dat hebben aangedaan. Maar hoe kwam je dan in de mijn terecht?' Hij werd verrast door mijn kennis die ik had maar dat weerhield hem niet om verder te praten. 'Het punt was dat ik niks waard voor ze was. Ik was niet het gene wat ze wilden hebben. Ze wilden Beta's, alleen Beta's.' 

Verward keek ik hem aan en hij zuchtte door mijn blik. 'Maar jij bent een Beta? Waarom wilde ze je dan niet?' 'Ik was veranderd'ging hij verder. 'Veranderd door die ene zwarte dag. Ik was anders geworden, herboren zoals sommige het zouden zeggen. Mijn sneeuwwitte vacht veranderde in een grijze, grauwe kleur. En dan heb je mijn ogen nog niet gezien..' Hij trok me iets dichter naar hem toe en we keken elkaar diep in de ogen aan. Zijn bruine stralende ogen, vastberaden maar toch vriendelijk. Ze gaven me altijd een veilig gevoel. Totdat ik iets in zijn ogen zag wat dat beeld totaal veranderde. Rond de pupil verscheen er een rode kleur die zich toe werkte naar het uiteinde. Rond het oog werd het zwart, zo zwart dat net met duisternis leek gevuld te zijn. 'Je ogen..' Geschrokken voelde ik mezelf naar achteren gaan maar Blake hield me tegen. 'Niet bang zijn..' Hij knipperde weer en het leek alsof het nooit was gebeurd, want zijn ogen hadden weer zijn mooie bruine kleur gekregen. 'Ik snap het niet.. Ze zijn rood.. maar hoe dan..' 'Ze noemen het een ware alfa, een kracht die je alleen kan verkrijgen als je zoveel wilskracht en doorzettingsvermogen hebt, dat je het niet van een ander hoeft te stelen. En zo is het met mij gegaan. Ik ben nooit gestorven. Ik ben herboren.' 

Het werd allemaal duidelijk. Dat was de reden dat hij niet meer bij zijn pack kon. 'Maar.. een alfa is toch nooit alleen?' Zachtjes ging ik met mijn hand langs zijn wang waarop hij voorzichtig de zijne legde. 'Ik wel, wie wilt er nou bij mij. Ik ben de gebroken geest, het moordwapen die iedereen dood wilde hebben. Als ze erachter komen vluchtten ze meteen weg.' Verdrietig keek hij naar beneden en door alle medelijden die ik met hem kreeg, pakte ik hem zachtjes vast. Het was fijn om weer even in zijn grote, sterke armen te kunnen zijn. Het veilige gevoel die ze me altijd gaven. Ookal kon hij zich niet altijd beheersen, hij probeerde het wel. 'Ik wil wel bij je horen hoor'fluisterde ik in zijn oor en ik voelde hoe hij me iets steviger vastpakte. 


| Broken Spirit | Dutch | On Hold |Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu