|Hoofdstuk 67|

159 13 1
                                    

'Je bent gewond, hè?' Voorzichtig draaide ik me om in mijn bed, en duwde mijn lakens opzij, zodat ik naar het gezicht van Blake kon kijken. Ik wist niet wat ik moest zeggen. Blake zijn emoties waren moeilijk om te lezen, en ik wist niet of hij nog boos was. Dan kon ik me beter gedeisd houden. Langzaam kwam hij op me afgelopen, en knielde bij me neer. Ik durfde hem niet in zijn ogen te kijken, maar daar nam hij gelukkig genoegen mee. 'Ik was het.' Voorzichtig duwde hij de dekens opzij, en keek naar de wond die met verband gewikkeld was. 'Het spijt me.' Voorzichtig voelde hij aan het verband. 'Het is niet erg, het doet geen pijn meer'loog ik. Ik probeerde te glimlachen, maar dat geruststelde hem niet. 'Geef me je arm. Doe het nou maar.' Langzaam voelde ik hoe hij mijn arm vastpakte. Hij hield me stevig vast, terwijl ik voelde hoe langzaam de kracht uit zijn lichaam naar mij vloeide. Het was iets wat weerwolven konden doen. Anderen genezen. Maar het vergde een grote kracht, waardoor het alleen kon als je op volle sterkte was. En het werkte niet altijd. Bij Ellis en Drake was het onmogelijk om het op deze manier te doen. De alfa's hadden geen medelijden met ze gehad. Ze waren er te slecht aan toe. Nog steeds eigenlijk. Drake was de enige die stukje bij beetje opknapte. Maar Ellis lag nog steeds bewusteloos op de bank. Ik merkte dat Blake mijn arm weer losliet op het moment dat ik me beter begon te voelen. Ik kon aan hem zien dat hij er meteen door uitgeput was, maar hij leek tenminste weer een beetje gelukkig. 'Is het beter?' Ik knikte. De pijn was weg, en dat was het gene wat me de hele avond had wakker gehouden. 'Ik had je niet bang moeten maken. Ik had je niet moeten dwingen. Ik..ik.' Voordat hij nog meer kon zeggen legde ik mijn hand tegen zijn wang aan.  'Het is goed. Je had je redenen.' 'Ik heb hem niet gevonden, als je je dat nog afvroeg. De lafaard had 'm gesmeerd. Ik kon geen spoor meer van hem oppikken. De geluksvogel.' 'Hij deed niks verkeerds. We hadden alleen gepraat'legde ik aan hem uit, en gelukkig luisterde hij deze keer wel. Maar toch vond hij het alsnog geen fijn idee. 'Zijn bedoelingen zijn anders, Jen. Je moet hem niet vertrouwen.' 

Blake kwam langzaam omhoog en stond op het punt om weg te lopen. 'Waar ga je heen?' Hij keek nog even naar me om en zuchtte. 'Ik weet het niet, ik wacht tot Ellis beter is, en dan..' 'Ga je weer weg!?' Ik ging rechtop zitten en wachtte op een reactie. 'Ik denk het.' 'Maar je kan me niet zomaar alleen laten. Ik hoor toch bij je!' Blake zijn neergeslagen ogen richtte zich nu op mij. 'Je wilt niet de rest van je leven met iemand zoals mij doorbrengen. Je verdient beter.' Hij wende zich weer van me af, maar ik liet hem niet zomaar weglopen. 'Hoe kun je zo gemeen voor jezelf zijn!?' Hij schrok van mijn reactie, en bleef gelukkig staan. 'Ik doe je toch alleen maar pijn.' 'Dat maakt me niet uit. Ik weet hoe je echt bent!' Maar naar wat ik zei luisterde hij al niet meer. Hij verdween de kamer uit, en liet mij alleen achter. Tranen vulde mijn ogen maar ik verborg ze snel in mijn kussen. Ik sloot mijn ogen, en wachtte op het moment dat ik eindelijk wegzakte. Maar dat duurde wel even.

'Wat is dit?' Ik staarde om me heen, en voelde de ijskoude grond aan mijn voeten kleven. Ik was buiten, buiten op het zonnigste moment van de dag. Er was geen geluid, alleen maar stilte. De plek waar ik was, herkende ik niet. Het was alsof mijn eigen fantasie de overhand nam. Maar toch leek het allemaal zo echt. Ik droomde. Dat was zeker. Ik was goed in dat soort dingen te onderscheiden. Maar zo'n droom als deze had ik nooit meer gehad, waarbij alles zo echt leek. En dat kon alleen maar iets slechts betekenen. 'Hé, Jen.' Ik draaide me om, en keek naar het gezicht van Blake die breed naar me glimlachte. Een glimlach die ik in al geen tijden had gezien. Hij leek gelukkig. Eindelijk. Maar een koude windvlaag zorgde stukje bij beetje dat de sfeer omsloeg. Het werd kouder, en het leek donkerder te worden. Ik keek om me heen naar de bomen die dood waren. Het zag er verschrikkelijk uit. 'J..Jen.' Op het moment dat ik weer terugkeek naar Blake zag ik dat hij gewond was. Een zilveren dolk was door zijn hart geboord, en hij viel langzaam neer op de grond. Ik kon mijn ogen niet geloven. Wat gebeurde er?! 'Nee, word wakker!'dwong ik mezelf, maar het leek niet te helpen. Gefrustreerd keek ik naar Blake, die zijn ogen wijd open hield.

'Jennifer!' De zweetdruppels liepen over mijn gezicht terwijl ik naar Daniël keek, die stevig mijn schouders vasthield. 'Waar is Blake!?' Dat was het eerste wat uit mijn mond kwam. 'Hij is weg, hij is al een tijdje vertrokken. Ik dacht dat hij je dat al had verteld.' Meteen sprong ik op uit het bed, maar Daniël hield me tegen. 'Wat ga je doen?' 'Wat denk je!? Ik ga hem terughalen!' 'In deze kleren?' Ik keek naar mijn lange joggingbroek, en slaapshirt die niet helemaal geschikt waren voor het koude weer buiten. 'Ehm, nee. Tuurlijk niet..'glimlachte ik en gooide bijna mijn hele kast overhoop. 'Hoe denk je hem dan te vinden, hè? Volgens mij laten jouw zintuigen je een beetje in de steek.' Daniël koos echt een perfect moment uit om even de betweter uit te hangen. 'Kun je misschien heel even je kop houden!' Maar hij liet zich niet zomaar afsnauwen. 'Ik heb toch gelijk. Volgens mij wilt hij niet eens dat je hem zoekt.' 'En hoe weet jij dat?'vroeg ik op een geïrriteerde toon. 'Tja, ik kan dat soort dingen voelen. Dat zou jij ook kunnen, maar het lijkt erop dat jij op dit moment waardeloos bent.' Ik was het niet van Daniël gewend, dat hij zulke domme dingen zei. Het maakte me iniedergeval ongelofelijk woedend. En voor ik het wist zat er op zijn rechterwang een grote rode afdruk van mijn rechterhand. 'Waar was dat nou voor nodig!' Hij ontblootte zijn tanden, en ik zag hoe zijn ogen langzaam geel werden. 'Dat verdiende je.' 

Nadat ik wat kleren had aangedaan, rende ik naar beneden waar Daniël zat te mokken tegen Drake over wat er net was gebeurd. 'Je laat je toch niet zomaar slaan door een meisje'grinnikte Drake, maar Daniël leek het niet grappig te vinden. 'Ik ga jongens.' Ik trok mijn jas stevig dicht, en stond op het punt om naar buiten te lopen. Totdat ik zag dat er een lege plek op de andere bank was. 'Waar is Ellis?' 'Blake heeft haar waarschijnlijk meegenomen. Hij was niet van plan om hier nog terug te komen.' 'Nou, dat zullen we weleens zien..' Ik trok de voordeur open, en voelde de koude wind zachtjes langs mijn haren waaien. 'Doe wel voorzichtig.' Ik draaide me om, en keek in de vriendelijke ogen van Mila die me begroette. Ze had een tas in haar handen, een zware tas zo te zien. 'Hier.' Ze gaf hem aan mij, alsof ze wist dat ik achter Blake zou gaan. 'Dankje.' 'Ik heb eigenlijk liever niet dat je weggaat, Jennifer. Maar op het moment dat ik Blake het huis zag verlaten, wist ik dat je hem niet zo maar kon laten gaan. Ik hoop dat je wel weet dat er nog steeds gevaarlijke dingen zijn in het bos. En aangezien je alleen bent, ben je voor de alfa's een makkelijke prooi.' 'Ik red me wel. Jullie hebben al genoeg dingen aan jullie hoofd. Zorg er nou maar voor dat Drake helemaal geneest. En zorg dat je Daniël een beetje in toom houd.' Ik keek naar het raam, waar hij voor stond. Hij duikte snel weg, en ik wist dat Daniël eigenlijk niet wilde dat ik wegging. Maar ik moest. Wat al hetzelfde met Blake zou gebeuren als in mijn droom? Wat als mijn droom me wilde waarschuwen?





| Broken Spirit | Dutch | On Hold |Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu