|Hoofdstuk 58|

265 20 2
                                    

'Laat hem met rust!' Voorzichtig probeerde ik op te staan, maar Tyler hield me tegen. 'Jij gaat helemaal nergens heen.' Zijn sterke greep bond zich om mijn schouder en drukte me tegen de grond aan. Hopeloos keek ik naar de vechtende wolven. Het was een gruwelijk gezicht. Vooral omdat Blake het gevecht niet leek te winnen. 'Stop!'schreeuwde ik, terwijl hij weer op de grond viel. Langzaam maar zeker veranderde de grijze wolf weer terug. Hij bleef kreunend van de pijn liggen, en het zag er naaruit dat de alfa's eindelijk konden doen wat ze de hele tijd al van plan waren. Ze kwamen op hem afgelopen met ontblootte tanden, en wilden die bijna in zijn hals steken. Totdat er iets gebeurde, wat niemand precies kon verklaren. Het maanlicht scheen in mijn gezicht en ik voelde een machtige kracht door mijn lichaam vloeien. Een kreet die uit het diepste van mijn longen tevoorschijn kwam, echode door het hele gebied. Mijn ogen straalden nog feller dan ze ooit hadden gedaan. En op dat moment gebeurde het. Mijn lange benen veranderde in sterke, krachtige poten. Mijn huid werd omringt door een sneeuwwitte vacht, die langzaam naar boven kroop. En op dat moment voelde ik me één worden met mijn enige echte wolvenlichaam.

Ik gromde en schraapte woedend over de grond. De alfa's staarde me vastberaden aan, en leken niet uit te wijken. Ze waren voorbereid op een gevecht. Maar nu met mij. Ik keek naar de maan, die me steeds meer kracht leek te geven. Mijn haren stonden recht overeind, en alweer liet ik een schelle kreet horen. Zo sterk, dat de alfa's achteruit vlogen naar achteren. Ze begonnen te piepen en te grommen, alleen wist ik niet waardoor. Ze waren ergens tegen aan het vechten. Iets wat zo sterk was, dat ze hun controle verloren. De controle om nog wolf te blijven. Langzaam veranderden ze beiden terug, en keken mij star aan. 'We moeten terugtrekken, ookal weet ze nog niet wat ze aan het doen is. Ze is krachtiger dan ik dacht'zei één van hen, die met pijn aan zijn hoofd zat. 'Goed dan, we vinden wel een andere manier om haar in handen te krijgen.' Boos sprintten ze weg, met Tyler er achter aan gerend. 

Blake lag op de grond, met ernstige verwondingen. Het zag er naaruit dat hij niet meer beter zou worden, en langzaam wachtte op zijn eigen dood. Hij ademde zwaar, en ik kon voelen dat de pijn hem te veel werd. Hij probeerde me nog even aan te kijken, maar ook dat ging bijna niet. 'Jennifer..' Hij glimlachte naar me, terwijl ik zielig bij hem ging liggen, met mijn snuit bij zijn gezicht gedrukt. 'Het spijt me voor alles.. Hopelijk kun je me ooit vergeven..' Langzaam sloot hij zijn ogen, wachtend op wat zou komen. Maar ik kon hem niet laten sterven. Ik moest iets doen. Wanhopig staarde ik naar de maan, en liet een luid gehuil horen. Met heel mijn hart hoopte ik dat er iets zou gebeuren, dat hij weer op zou staan. En mij weer in mijn armen kon houden. Maar er gebeurde niks. Ookal dacht ik dat de maan me kracht zou geven, het leek niet te gebeuren.

Terwijl ik naar Blake keek, die de strijd had opgegeven, voelde ik zachtjes een druppel water op mijn snuit vallen. Ik keek omhoog naar de donkere zwarte hemel, met een heldere lucht Gevuld met sterren. Maar toch bleven er regendruppels vandaan komen, steeds meer. Ik werd bedolven door de regen, maar het voelde heel anders aan. Dit was geen gewonde regen. Dit was een regen die ik gecreëerd had. Mijn blik ging naar Blake, waarvan zijn wonden één voor één als sneeuw voor de zon leken te verdwijnen. Zijn ademhaling kwam rustig weer op een gelijkmatig tempo. Ik voelde mezelf langzaam weer veranderen. De poten werden weer benen, en de vacht werd weer huid. Ik keek naar mijn handen, die niet meer gevuld waren met scherpe nagels. De regendruppels bleven aan mijn huid plakken, en de striemen die het touw had aangericht, waren ook geheeld. 'Ik.. Ik' Blake kwam langzaam weer rechtovereind, en ik probeerde hem te ondersteunen. 'Gaat het met je? Heb je nog ergens pijn?' 'Nee, helemaal niet'fluisterde hij zacht, en keek mij verbaasd aan.

Ik hielp hem nog wel omhoog, ondanks dat hij helemaal genezen was. Hij staarde diep in mijn ogen, en het leek alsof hij ergens gefascineerd door was. 'Je ogen..' 'Wat is er nou weer mis met mijn ogen?'zuchtte ik, maar probeerde wel naar hem te glimlachen. 'Ze zijn weer normaal. Bruin.' Verward keek ik hem aan, en hij knikte om me gerust te stellen dat het echt zo was. 'Het heeft dus niet alleen mijn wonden geheeld'zei hij zacht, en voelde langzaam over mijn wang. 'Ik wil je nog bedanken, zonder jou had ik nu dood geweest.' 'Ik wil jou juist bedanken'zei ik er gelijk achterna. 'Als jij niet gekomen was hadden ze mij gevangen genomen.' 'Tja, misschien. Je bent sterker dan je lijkt.' 'O, dus jij vind dat ik er niet sterk uit zie.' 'Je bent nou eenmaal een meisje'grijnste hij, en ik vouwde mijn armen in elkaar. 'Niet meer.' Hij glimlachte naar me, en leek gelukkig te zijn dat ik nu net als hem was. Ookal liet hij wel enige twijfel zien. 'Wat is er?'vroeg ik meteen terwijl ik dat merkte, en hij staarde nadenkend voor zich uit. 'Ik weet het niet, je bent gewoon anders. Dat baart me een beetje zorgen.' 'Hoe anders?' 'Zo anders dat iedereen alles zal doen om jou in handen te krijgen. En ik wil niet dat je iets overkomt. Dat snap je wel.' 'Tuurlijk, snap ik dat. Maar met jou aan mijn zijde gebeurt er toch niks.' 'Je weet het niet, Jen.' Zijn gezicht keek naar me met een serieuze blik. 'Ik wou dat ik je kon beschermen maar het lijkt erop dat ik te zwak ben om dat ook maar te kunnen proberen. En dat geeft me een verschrikkelijk gevoel.'



| Broken Spirit | Dutch | On Hold |Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu