Hoofdstuk 4

127 1 0
                                    

Laurens pakt vliegensvlug het mes af en tilt snel Tess op. Laurens gooit snel het mes weg het bos in, en loopt met Tess het huis uit. Laurens belt snel zijn ouders op. Mam: ik kom nu naar huis zegt hij. Waarom leg ik zo wel uit.  Als ze de straat uit zijn begint Laurens te rennen met Tess in zijn armen. Laurens rent naar het huis van zijn ouders waar zijn ouders al in de deuropening staan. Wat is er gebeurt stamelt zijn moeder. Wat is er in godsnaam met Tess gebeurt? Ze is aangevallen door een aantal jongens in het bos tijdens de hond uitlaten zegt Laurens zachtjes. En ze is in elkaar geslagen en misbruikt. Laurens ziet hij zijn moeder schrikken. Mam, ik breng haar zo even naar het ziekenhuis zegt Laurens zachtjes. Mag ik de auto zo even lenen?  Tess ziet liggend in Laurens armen opeens  Bo staan. He, Bo zegt ze zachtjes. Kom eens hier jongen. Voorzichtig laat Laurens haar op de bank zakken. Tess haar gezicht vertrekt van de pijn door al de blauwe plekken die ze heeft. Sorry zegt Laurens zachtjes.  Zachtjes legt Bo zijn kop op Tess haar schoot. Voorzichtig streelt Tess de kop van haar hond. Wil je wat drinken vraagt Laurens aan Tess. Doe maar thee alsjeblieft zegt Tess zachtjes. Wil je wat rechterop zitten Tess vraagt Laurens moeder vriendelijk aan haar. Mag ik een kop thee vraagt Tess zachtjes. Ik heb het zo koud. Laurens, pak jij eens een deken voor Tess vraagt zijn moeder zachtjes. Laurens rent naar boven, haalt een fleecedeken van zijn bed af. Hier, Tess, en slaat het om haar heen. Dankjewel Laurens zegt Tess.  Moet ik echt naar het ziekenhuis? Hoor je Laurens: Ja, dat moet. Ik wil dat de dokter je gaat onderzoeken. Met trillende handen houdt Tess haar kop thee vast. Het was zo eng fluistert ze. Laurens trekt haar voorzichtig tegen zich aan.

Shhht, Stil maar fluistert hij. Ik breng je zo wel naar het ziekenhuis. Ik blijf bij je. Tess fluistert zachtjes: Echt waar? Ja echt waar zegt Laurens. Hij tilt haar voorzichtig op nadat ze haar thee op heeft. Ik breng je naar het ziekenhuis. Laurens zet Tess in de auto en rijd naar het ziekenhuis. Ze komen bij de receptie aan. Ik heb geen afspraak begint Laurens. Maar dit meisje is mishandeld en misbruikt en  ik wil haar laten onderzoeken door een arts. Neemt u maar plaats in de wachtkamer zegt de receptioniste zacht. Even later komt er een arts op hun afgelopen. Bent u Tess de Wit vraagt de dokter aan Tess.  Ja zegt Tess zacht. Ik wil u even onderzoeken zegt de dokter zacht. Komt u maar mee. Gedwee lopen Tess en Laurens met de dokter mee. Tess loopt onwijs langzaam omdat ze pijn heeft. Ondertussen onderzoekt de dokter Tess en doet allerlei onderzoeken bij haar. U bent zwanger zegt hij zacht. Al een tijdje. Bent u onlangs nog ongesteld geworden mevrouw? I, ik ben het altijd onregelmatig stamelt Tess. Bent u momenteel aan de pil vraagt de arts aan Tess. Nee zegt Tess zacht. Die slik ik niet meer. Ik zie dat je 12 weken zwanger bent  zegt de dokter.  Ik kan je wel een paar foldertjes meegeven als u wilt. Na dit gezegd te hebben loopt de dokter de kamer uit.  Tess wordt spierwit. Nee, nee dat kan niet stamelt ze. Opeens herinnert ze zich dat ze misbruikt is. Tess begint keihard te huilen. Laurens pakt Tess zachtjes vast. Wat is er vraagt hij zacht. Ik ben misbruikt snikt Tess. Door die 3 jongens. Ik weet niet van wie ik zwanger ben, maar ik kan het niet houden. Wat moet ik nou met een kind Laurens? En, als ik je help zegt Laurens zacht. Het is niet mijn kind, maar ik laat je niet alleen met een kind zitten. Zo ben ik niet opgevoed. Tess kijkt hem snikkend aan. Nee, Laurens dat moet je niet doen. Je vergooit je hele leven als je het doet. Waarom niet vraagt Laurens verbaast. Dit doe ik ook niet voor iedereen hoor. Ik doe het alleen voor jou. Tess kijkt het snikkend aan. Je, je hebt nooit gezegd dat je kinderen wilde. In al die drie jaar niet dat we samen waren. Laurens begint zacht te huilen. Tess zit  hem verbaast aan te kijken. Laurens, wat is er nou zegt ze zacht. Laurens begint  zacht te praten. Tess, toen ik je zo zag liggen op dat bed, helemaal bont en blauw, wist ik dat ik voor je wilde zorgen. Maar ik wilde dat die jongens je niet zo’n pijn hadden gedaan. Ik kon het niet aanzien, en ik heb je meegenomen. Je lag er zo zielig bij zegt hij zacht. Mijn hart brak gewoon. Ik wou je het liefst daarvandaan nemen. En dat heb ik dus gedaan zegt Laurens zacht. Ik wil met jou dit kind opvoeden alsof het mijn kind is. Sorry zegt hij zacht. Hoor je Tess zacht: Waarom zeg je sorry? Tess zit hem met grote ogen van verbazing aan te kijken. Meen je dit echt zegt ze zachtjes. Laurens pakt haar hand vast. Ik meen het schat zegt hij zacht.  Tess begint zacht te huilen. Zachtjes pakt Laurens haar gezicht beet. Waarom huil je nou? Zoiets liefs heeft nog nooit iemand tegen mij gezegd zegt Tess snikkend. En ik vind het zo ontzettend lief van je dat je het kind met mij wilt opvoeden terwijl het niet je eigen kind is. Ik ben dat echt niet waard snikt Tess. Laurens pakt zachtjes haar gezicht beet. Nee, dat mag je niet zeggen zegt Laurens zacht. Ik vind je wel de moeite waard schat. Anders doe ik dit echt niet hoor. Tess pakt zacht Laurens zijn handen vast. Je vergooit echt je leven met mij zegt ze zacht. Nu pakt Laurens Tess haar handen vast. Tess, nou moet je goed luisteren zegt Laurens zacht. Zo mag je niet over jezelf praten. Ik ga je helpen zegt hij zacht. Maar dan moet je wel mijn hulp accepteren zegt hij zacht.

Voetstappen in het bosWhere stories live. Discover now