Zachtjes loopt Tess weer naar Laurens zijn kamer toe. Laurens, ben je daar roept ze zacht. Laurens geeft geen antwoord. Tess duwt de deur open en ziet tot haar opluchting dat Laurens diep in slaap ligt. Voorzichtig kruipt ze bij Laurens in bed en slaat zijn arm om haar heen. Laurens wordt half wakker omdat hij voelt bij hem in bed kruipt. Verbaast kijkt hij op. He schat zegt hij zacht. Het spijt me dat ik boos wegliep zegt Tess zacht terwijl ze in zijn armen kruipt. Het geeft niet schat zegt Laurens zacht. Ik wil gewoon niet dat je wat overkomt, okee? Ja, okee zegt Tess zacht. Ik moest je de groeten doen van een zuster die hier werkt. Ze heet Anna. Ik ken geen Anna zegt Laurens afwezig. Heeft ze je arm niet ingezwachteld vraagt Tess zacht. O, ja zegt Laurens. Waar was je nou de hele tijd Tess, ik miste je zucht Laurens. Ik was met Anna aan de praat geraakt zegt Tess stilletjes. Ze vroeg waarom ik zo boos was, dus toen vertelde ik het haar. Je ziet er moe uit Tess zegt Laurens zacht. Ik kan wel aan de zuster vragen of ze een bed naast dat van mij kan zetten als je wilt. Nee, ik wil hier blijven liggen zegt Tess zacht. Of wil je dat ik uit je bed ga? Nee, blijf maar zegt Laurens. Ik wil je dicht bij me hebben, dat slaapt lekkerder. We moeten echt aangifte doen Laurens fluistert Tess. Ik bel morgen naar het bureau of er een agent onze aangifte kan opnemen. Ja zegt Laurens. Maar je gaat eerst slapen schat. Zachtjes geeft Laurens Tess een kus op haar voorhoofd. Slaap lekker schat. Tess doet zacht haar ogen dicht. Slaap lekker lieverd zegt ze slaperig. Laurens komt ook naast haar liggen, en al snel slapen ze allebei.
De volgende morgen wordt Tess al vroeg wakker omdat de baby haar schopt. Met moeite komt ze overeind. Langzaam loopt Tess naar de gang, naar de wc. Laurens ligt nog diep in slaap. Snel poetst Tess haar tanden en gooit wat water over haar gezicht. Laurens wordt na een tijdje ook wakker. Hij merkt dat Tess niet meer naast hem ligt, en raakt in paniek. Tess, waar ben je roept hij zacht. Hier klinkt het uit de badkamer. Ik kom zo goed? Na tien minuten komt Tess uit de badkamer. Wat is er vraagt ze zachtjes. Je lag niet meer naast me in bed mompelt Laurens. Ik dacht dat er wat met je gebeurd was. Nee zegt Tess zacht. Ik was eruit gegaan omdat de baby zo schopte, en ik werd daar misselijk van. Gaat het wel vraagt Laurens gelijk. Het gaat wel mompelt Tess. Het misselijke gevoel trekt langzaam weg nu. Hoe gaat het met je arm vraagt ze zacht. Doet het nog erg pijn? Ja zegt Laurens. Maar als ik pijnstillers inneem is de pijn wel te doen. Arme schat zegt Tess bedenkelijk. Bel jij zo de politie of ze een agent kunnen sturen voor onze aangifte. Onze aangifte zegt Laurens verbaast. Ga je toch aangifte doen schat? Ja, uhm ik denk het wel zegt Tess zacht. Helemaal nu ze jou te pakken hebben genomen. Ik ga het gewoon doen zegt ze beslist. Bel jij even het politiebureau schat. Ik moet me even aankleden. Ik bel al zegt Laurens. Laurens pakt met zijn goede arm zijn telefoon van zijn nachtkastje en belt het politiebureau. Met politiebureau Amsterdam Zuid, met agent Jagersma. Waar kan ik je mee van dienst zijn? Ik wil graag aangifte doen zegt Laurens. En mijn verloofde ook zegt hij snel als Tess hem aankijkt. Kan u een agent naar het ziekenhuis sturen, waar ik lig vraagt Laurens zacht. Natuurlijk zegt agent Jagersma. In welk ziekenhuis lig je? Laurens noemt de naam van het ziekenhuis. Ik kom er zo aan zegt agent Jagersma. Tess is inmiddels helemaal aangekleed, en zit haar haar te borstelen. De agent komt er zo aan zegt Laurens. O zegt Tess afwezig. Ja, dat is goed. Wat is er schat vraagt Laurens zacht aan Tess. Je wil toch aangifte doen? Jawel stamelt Tess. Je had toch het kenteken genoteerd schat vraagt ze snel. Ja, dat klopt zegt Laurens. Ik had het in mijn telefoon gezet. Een kwartier later wordt er op de deur van de kamer geklopt. Goedemiddag, ik ben agent Jagersma. Mag ik binnenkomen ? Tuurlijk zeggen Tess en Laurens tegelijk. We willen aangifte doen zegt Tess zacht. Ik van mishandeling en misbruik zegt Tess zachtjes. Gaat het nu wel met je meisje vraagt agent Jagersma vriendelijk. Nou, nee zegt Tess. Ik ben zwanger van een van hen. O, god zegt agent Jagersma. Wat een schoften, sorry dat ik het zeg. Waar wil jij aangifte van doen jongen vraagt agent Jagersma aan Laurens. Ze hebben mij in elkaar geslagen zegt Laurens. Ik moest vertellen waar zij was, kijkt naar Tess. Maar dat kon ik niet. Ze is mijn verloofde agent zegt Laurens zacht. Die jongens moeten zo snel worden opgesloten, anders zijn we dalijk nergens meer veilig. Agent Jagersma noteert hun aangiftes. Heb je nog bewijsstukken jongen toen je in elkaar werd geslagen. Getuigen die iets hebben gezien? Ik heb het nummerbord opgeschreven zegt Laurens. Het is van de auto waarmee ze vluchten. Snel geeft Laurens het door aan agent Jagersma. Dit is het nummerbord zegt Laurens zacht. Denk je dat jullie ze nu kunnen oppakken? Ik denk het wel jongen zegt agent Jagersma met een zucht. Het is niet de eerste keer dat die drie jongens dit doen. Er zijn al veel slachtoffers gevallen door deze bende.
YOU ARE READING
Voetstappen in het bos
NonfiksiTess loopt met haar bruine labrador in het bos. Het is een normale dag zoals alle andere dagen. Maar het bos is toch niet zo onschuldig als het op het eerste gezicht lijkt...