Hoofdstuk 7

107 0 0
                                    

Zachtjes lopen haar ouders de kamer uit. Laurens, ik wil niet dat je dit doet zegt Tess zacht. Je moet met andere meisjes gaan Laurens. Ik, ik kom er wel uit zegt Tess zacht. Ik woon nu nog bij mijn ouders. Ik ga wel op zoek naar een huis voor mezelf zodra het geboren is zegt ze zacht. Ik heb ons huis nog in Amsterdam zegt Laurens zacht. Ik wil echt heel graag dat je daar komt wonen Tess. Wil je dat echt fluistert Tess zacht. Ik wil het echt heel graag zegt Laurens. Die stomme irritaties tussen ons begon ik zelfs te missen. Bij Tess staan de tranen in haar ogen. Tess, ga nou niet huilen zegt Laurens zacht. We komen er wel uit samen. Laurens buigt zachtjes naar Tess toe en kust haar zacht.  Tess zoent Laurens zachtjes terug. Mag ik vannacht bij je blijven vraagt Laurens zacht. Als je het niet wilt, snap ik het ook. Ik wil graag dat je hier blijft zegt Tess zacht. Ik voel me anders zo alleen. Ik bel mijn vader wel even of hij wat kleding naar het ziekenhuis kan brengen zegt Laurens. Laurens, ik moet 7 dagen in het ziekenhuis liggen. Ik wil je niet vragen of je een week bij me blijft Laurens. Tess, ik wil het zegt Laurens zacht. Ik ga werk zoeken om ons te kunnen onderhouden. Werk je niet meer bij Philips vraagt Tess zachtjes. Ik ben er een paar maanden geleden weggegaan zegt Laurens zacht. Jij was weg, en ik vond het werk niet meer leuk. Dus, we hebben allebei geen werk zegt Tess zacht. Zachtjes wrijft ze over haar buik. Ik haal mijn ouders er weer even bij. Pap, mam willen jullie weer komen. Haar ouders komen weer de kamer in. We willen beide voor het kind gaan zorgen begint Tess.  Tess, hoe wil je dat gaan doen vraagt haar moeder bezorgt.  Je hebt geen werk. En het is in deze tijd niet gemakkelijk om aan werk te komen. Nee mam dat weet ik zucht Tess. Laurens wilt werk zoeken om ons te onderhouden. Laurens, weet je zeker dat je dit wilt vraagt haar moeder zacht.  Ja, Rita, dat weet ik zeker zegt Laurens beslist. Waar gaan jullie dan wonen vraagt Tess haar vader aan Laurens. Ik heb ons huis in Amsterdam nog zegt Laurens. Daar kunnen we weer gaan wonen. Tenminste, als Tess het ook wilt. Laurens kijkt Tess vragend aan.  Ik wil het ook zegt Tess zacht. Ik heb lang genoeg bij jullie gewoond zegt Tess zacht. Ik red me wel. Ik zorg voor haar zegt Laurens. Ik bel even mijn vader of hij even wat kleren wilt brengen. Ik ben zo terug. Laurens loopt even de gang op. Pap, met mij zegt Laurens zacht. Ja, we zijn nog in het ziekenhuis. Ze moet een week blijven vanwege een gebroken rib en ze is zwanger. Hoelang al vraagt zijn vader zacht. 12 weken zegt Laurens. Ik ga haar helpen met de opvoeding pa. Het is dan niet mijn kind, maar ik vind het zo zielig voor haar. Ik hou nog steeds van haar pa zucht Laurens.  Dat weet ik Laurens zegt zijn vader. Maar het is een grote verantwoordelijkheid. Weet je zeker dat je het wilt? Ja, ik weet het zeker zegt Laurens. Ik ben nog nooit ergens zo zeker van geweest. Ik kan haar nu toch niet laten zitten? Nee jongen, zo heb ik je niet opgevoed zegt zijn vader. Pap, kan je wat kleren brengen naar het ziekenhuis vraagt Laurens zacht. Ik blijf deze week bij haar.  Dat is lief van je zegt zijn vader. Ik kom er zo aan. Dankjewel pa zegt Laurens. Tot zo. Laurens drukt zijn vader weg en loopt terug naar de kamer. Mijn vader komt even wat kleren brengen zegt hij tegen Tess. Pap, mam jullie hoeven niet te blijven zegt Tess zacht. Ik red me wel. En, Laurens is bij me. Het komt wel goed. Weet je het zeker meis vraagt haar moeder zacht. Mam, ik red me wel, ga nou maar zegt Tess zacht. Ik bel wel als er wat is.

Zachtjes lopen haar ouders de kamer uit. Zo, we zijn alleen zegt Tess zacht. Ja zegt Laurens zacht. Dat is een tijd geleden. Kan ik wat voor je doen Tess vraagt hij zacht. Wil je bij me komen liggen vraagt Tess zacht. Tuurlijk schat zegt Laurens zacht. Maar je bed is niet zo breed. Zo dik ben ik nog niet hoor zegt Tess grappend. Kom maar. Tess schuift een klein stukje op in het bed. Zachtjes slaat Laurens zijn arm om Tess heen. Ik ben blij dat je er bent zegt Tess zacht. Tess, ik kon je toch niet daar achterlaten zegt Laurens zacht. Ik, ik hou nog steeds van je. Meen je dat nou echt vraagt Tess zacht. Ik meen het schat.  Laurens trekt Tess naar zich toe en kust haar zacht. Ik ben gewoon altijd van je blijven houden. Tess kijkt Laurens verdrietig aan. Het zou wel, zodra de baby er is, ben je weg. Zo gaat het altijd. Geschokt kijkt Laurens Tess aan. Nee, Tess, ik laat je niet in de steek zegt hij zacht. Dit gaan we samen doen. Zachtjes wrijft Laurens over haar haar. Het komt goed Tess. Echt waar. Heb je ergens pijn vraagt Laurens aan Tess. Mijn buik doet zo’n zeer kreunt Tess. Ze hebben gewoon een rib gebroken Laurens. Zoiets doe je toch niet. Shhht zegt Laurens zacht. Het is goed. Ik ben bij je. Ik blijf voor altijd bij je als je dat wilt. Je, je bedoelt trouwen zegt Tess zacht. Ja, als jij het ook wil. Laurens kijkt Tess aan.  Zou je dat willen schat? Twijfelend kijkt Tess Laurens aan. Ik, ik weet het niet zegt ze zacht. Wil je echt de rest van je leven met mij doorbrengen en met dit kleintje. Tess wrijft over haar buik. Ja, dat wil ik zegt Laurens zacht. Toen het uit was tussen ons, miste ik je zo. Er waren wel andere meisjes Tess. Maar ze waren niet zoals jij bent. Tess kijkt Laurens met traanogen aan. Dat heb je nooit tegen me gezegd. Ik durfde het niet zegt Laurens zacht. Je zou me toch niet geloven. Ik geloof het nu wel zegt Tess zachtjes. Nu je het zo tegen me zegt wel. Je bent lief zegt ze zachtjes. He, je hebt mijn tas met kleding bij je. Bijna vergeten zegt Laurens zacht. Je moeder gaf de tas aan me. Ik zou het aan je geven zodra je wakker was. Tess kijkt snel in de tas. Jemig, mijn moeder heeft kleding meegegeven voor een maand zegt ze half grappend. Kom eens hier zegt Laurens. Je hoeft je niet groot te houden hoor. Ik zie echt wel dat je pijn heb. Ik  zie het in je ogen. Snel draait Tess haar gezicht weg. Laurens pakt haar gezicht vast. Tess, je hoeft je echt niet groot te houden voor me. We hebben twee jaar samen gewoond. Laurens kust haar zacht. Ik weet wanneer je pijn heb, en dat is nu. Ik ben zo misselijk zegt Tess  zacht. Wil je even een spuugbakje halen alsjeblieft vraagt ze aan Laurens. Tuurlijk schat zegt Laurens snel. 

Voetstappen in het bosWhere stories live. Discover now