Hoofdstuk 13

91 0 0
                                    

Zachtjes lopen Tess en Laurens naar de auto toe. Tess gaat naast Laurens zitten. Onderweg valt ze in slaap. Als ze weer thuis zijn maakt Laurens Tess zacht wakker. Schat, we zijn er weer zegt hij zacht. Slaperig kijkt Tess naar hem op. Wat, nu al zegt ze slaperig. Ja zegt Laurens. Ik draag je wel. Zachtjes draagt Laurens haar naar binnen. Wil je naar bed vraagt Laurens aan Tess. Ja graag zegt Tess zacht. Ik voel me zo moe en mijn buik doet pijn. Wil je een pijnstiller vraagt Laurens zacht. Mag ik dat dan vraagt Tess zacht. Ik ben zwanger Laurens. Ik wil geen troep nu in mijn lijf. Nee, het gaat wel vanzelf over denk ik zegt ze zacht. Zal ik een kop warme melk voor je maken vraagt Laurens zacht.  Ja lekker zegt Tess zacht. Ik kom nog wel even naar beneden. Ik ga eerst even douchen zegt Tess. Ik heb het koud.  Moet ik je helpen vraagt Laurens zachtjes. Nee, het gaat wel zegt Tess. Ga jij maar alvast wat melk opzetten.  Als Laurens terug komt, zit Tess op de bank. Wil je er wat honing in vraagt Laurens aan Tess. Nee rilt Tess. Veel te zoet. Ik wil alleen warme melk zegt ze zacht. Wil je nog wat tv kijken vraagt Laurens. Nee, ik ga zo maar naar bed zegt Tess. Ik ben echt kapot. We moeten morgen om tien uur bij de verloskundige zijn.

Ik kom zo zegt Laurens. Ik wil nog even het nieuws bekijken. God nee zegt Laurens zacht als Tess naar boven is. Die drie jongens zijn ontsnapt. Laurens, kom je nog vraagt Tess zacht. Ik kom zo schat zegt Laurens. Ik ruim even alles op. Als Laurens boven komt, ligt Tess al te slapen. Tess ligt languit over het bed heen. Zachtjes schud Laurens aan haar schouder. Tess, schat wordt eens wakker. Ik wil ook zo nog naar bed. In haar slaap schuift Tess een stukje voor hem op. De volgende dag worden Laurens en Tess vroeg wakker. Laurens, we moeten naar de echo zegt Tess verschikt. Lieverd, het is pas zeven uur zegt Laurens slaperig. Je had de afspraak toch pas om tien uur staan? Het is pas zeven uur schat. Blijft nog maar even liggen schat. Ik maak je zo wel wakker. Vind je dat niet erg vraagt Tess zacht. Nee, tuurlijk  niet zegt Laurens zacht. Ga maar slapen schat. Zachtjes geeft hij haar een kus op haar voorhoofd. Tess haar ogen vallen weer dicht. Laurens maakt zich ondertussen druk hoe hij het Tess gaat vertellen dat die drie jongens zijn ontsnapt. Laurens blijft naar Tess kijken terwijl ze slaapt. Laurens gaat de krant maar beneden lezen, want hij houd het niet uit.  Om negen uur loopt Laurens weer naar boven. Schat, wordt je wakker. Het is nu negen uur. Zachtjes wordt Tess wakker. W wat is het al zo laat fluistert ze slaperig. Rustig aan schat zegt Laurens zacht. Wordt even rustig wakker. Langzaam gaat Tess overeind zitten.  Laurens wat is er vraagt ze zacht. Je doet zo onrustig. Er is niks liegt Laurens. Ga je maar aankleden, ik kom je zo wel ontbijt brengen. Ik heb geen honger zegt Tess zacht. Kom op schat, je moet wat eten zegt Laurens. Eet desnoods een boterham. Ik maak wel een boterham voor je zegt Laurens. Met moeite eet Tess een boterham met pindakaas weg. Ik kom zo zegt Tess. Even mijn tandenpoetsen. Ik wil niet dat de verloskundige dalijk flauw valt vanwege  mijn mondgeur. Laurens begint hard te lachen. Nou, dat zou toch wel meevallen schat.

Voetstappen in het bosWhere stories live. Discover now