Hoofdstuk 63

36 0 0
                                    

Langzaam komt John op Tess haar bed zitten. Hey, ik geloof je wel hoor zegt John troostend terwijl Tess ligt te snikken onder de dekens. Langzaam komt Tess na een tijdje overeind zitten. Geloof je me vraagt Tess ongelovig. Ja, ik geloof je zegt John. Het klinkt misschien heel gek zegt John. Maar mag ik je een knuffel geven?  Ik weet: het kan niet wegnemen wat je allemaal hebt meegemaakt, maar ik hoop dat ik je kan troosten. Ik vind het vreselijk om je verdrietig te zien. Blozend knikt Tess. Je mag me een knuffel geven hoor.

John slaat zijn brede armen om Tess heen. Aarzelend legt Tess haar hoofd tegen zijn borst. Vind je het erg dat ik dit doe bloost Tess. Anders stop ik meteen. Nee, ik vind het fijn zegt John aarzelend. Het mag eigenlijk niet, maar..

Maar wat vraagt Tess zacht. Ik mag niks met mn gasten beginnen zegt John. Ik bedoel, het is me nog nooit overkomen dat ik dit van iemand in de groep toeliet. Waarom ik wel dan wilt Tess weten. Ik ken je nog maar net zegt John. Maar je viel me gewoon meteen op in de groep. Je trok iets in me aan.

Blozend kijkt Tess naar beneden. Waarom viel ik op dan zegt Tess zachtjes. Je leek zo verloren in de groep. Zo voelde ik me ook fluistert Tess. Dit is mijn eerste keer dat ik alleen op vakantie ben, na dit alles zegt Tess. Ik moest er gewoon uit. Die jongens zijn nog steeds niet gepakt, en ik voel me nergens veilig bekent Tess. Ik heb een huis gehuurd vlakbij mijn ouders gaat Tess verder. Als ze me nog een keer iets aan doen, kunnen mijn ouders snel komen. Ik vind eigenlijk niet dat je vanaf nu alleen mag zijn zegt John. Maar wie dan zegt Tess.  Ik heb geen broers of zussen. Ik zorg wel voor iets zegt John zacht.  Langzaam zakken Tess haar ogen oppeens dicht. 

Voorzichtig geeft John haar een kus op haar voorhoofd. Hij schrikt er zelf van. Het uhm lijkt me beter als je even gaat rusten. Blozend knikt Tess. Je moet goed uitrusten fluistert John. We moeten ons binnenkort weer bij de groep aansluiten. Ik ga wel even water voor je halen zegt John.  Nee, blijf hier fluistert Tess. Ik wil niet alleen zijn. Goed, goed ik blijf hier sust John. Ik ga wel  even de andere gids bellen hoe het met de groep staat. Terwijl Tess in een rusteloze slaap valt, belt John Sam op.. John loopt even de gang op.

Hey Sam
Hey John zegt Sam verrast.
Hoe gaat het met de groep vraagt John meteen.
Met de groep gaat het prima antwoord Sam.
We hebben vanuit Bangkok de nachttrein naar Chiang Mai gepakt en daar zijn we nu.
Hoe gaat het met je zieke reizigster? Knapt ze al een beetje op?
We zijn in het ziekenhuis antwoord John. Ze was uitgedroogd, dus ze moet nog tot morgen blijven.
O dat klinkt niet goed antwoord Sam. Zorg je wel goed voor haar John? Tuurlijk antwoord John snel, iets te snel.
John zegt Sam dringend. Je weet dat je niks met reizigsters mag beginnen he? Dit kan je je baan kosten! Ik weet het zucht John. Maar ik kan er niks aan doen. Het gevoel is sterker dan ikzelf ben. Sam, ze heeft onwijs veel meegemaakt en ik wil voor haar zorgen. Het klinkt gek, maar zo voelt het wel voor me fluistert John. Ik kom zo snel mogelijk naar Chiang Mai zodra ze is opgeknapt. Dat is goed zegt Sam. Met ik zie je snel gozer sluit Sam het gesprek af.
Tot snel zegt John en hangt op.

Zachtjes loopt John weer terug naar de kamer van Tess. Tess ligt diep in slaap, haar lange blonde haar verspreid over het kussen. John staat een tijd naar haar te kijken. Tegen de avond komt er een zuster de kamer binnen met een etenskarretje. Do you want something tot eat vraagt ze in gebrekkig engels aan John. Yes, it is okay antwoord John. Give her something, don't matter what it is. De zuster schept aardappelpuree, wat vlees en worteltjes op. Here you are zegt ze tegen John. Do you want help for her vraagt ze aan John. No, I can handle this. Thank you for asking. Snel loopt de zuster de kamer uit. Voorzichtig stoot John Tess aan. Tess, wordt eens wakker. Je moet wat eten. Versuft kijkt Tess John aan. Huh?!  Je moet wat eten herhaald John. Langzaam gaat Tess overeind zitten. Ik heb geen honger mompelt Tess. Kom op Tess zegt John. Als je morgen ontslagen wilt worden uit het ziekenhuis, moet je wat aansterken en dus wat eten. Goed dan mompelt Tess na een tijdje. Met tegenzin en met lange tanden zit Tess te eten.  John zit zachtjes te lachen. Wat zegt Tess met volle mond. Je zit te eten alsof dit je galgenmaal is reageert John lachend. Ik vind het ook niet erg lekker zegt Tess zacht. Maar toch eet ze haar bord leeg...

Voetstappen in het bosWhere stories live. Discover now