Hoofdstuk 9

102 0 2
                                    

Jullie mogen terug naar de kamer zegt de schoonmaakster die net haar hoofd om de hoek van de wachtkamer steekt. Dankjewel zegt Tess. Kan je lopen denk je vraagt Laurens zacht. Ik denk het wel zegt Tess. Maar blijf voor de zekerheid maar achter me lopen. Heel langzaam lopen Laurens en Tess naar de kamer toe. Tess, wil je even op het bed gaan zitten vraagt Laurens zacht. Tuurlijk, waarom vraagt Tess verbaast. Dat zie je zo wel schat. Tess gaat op het bed zitten. Laurens haalt er een klein doosje uit zijn tas. Tess kijkt met grote ogen naar het doosje in Laurens hand. Laurens pakt zacht haar handen beet. Tess, ik weet dat het misschien een beetje snel is, en je hebt veel meegemaakt. Ik wil voor jou en je baby zorgen voor de rest van mijn leven. En dat meen ik echt Tess zegt Laurens met tranen in zijn ogen. Laurens knielt voor Tess neer. Wil je met me trouwen lieve Tess? Tess zit met open mond naar Laurens te kijken die op een knie voor haar zit. Laurens kijkt haar vragend aan. Ja zegt Tess ook met tranen in haar ogen. Ja, ik wil met je trouwen Laurens. Laurens geeft haar zacht een kus op haar mond. Maar ik wil pas trouwen als de baby er is fluistert Tess. Ik wil niet kotsmisselijk voor het altaar staan. Nee dat begrijp ik zegt Laurens zacht. Ik hou echt heel veel van je Tess. Ik hoop dat je dat nu gelooft. Ik geloof je zegt ze zacht. Laurens schuift voorzichtig een gouden ring met een diamantje om haar vinger. Laurens, wat is hij mooi zegt Tess zachtjes. Vind je hem echt mooi vraagt Laurens onzeker. Tess kust hem als antwoord. Hij is prachtig schat zegt ze zacht. Ik vind het zo raar om je weer schat te noemen zegt ze zacht. Ik heb sinds het uitging met jou geen vriend meer gehad. Het is gewoon wennen zegt Tess. Het geeft niks zegt Laurens. Ik snap het wel. Ik geef je alle tijd schat zegt Laurens. Hoelang had je die ring al Laurens vraagt Tess zachtjes. Ik heb hem gekocht vlak voor het uit ging met ons fluistert Laurens. Ik heb hem altijd bewaard. Ik weet niet waarom, maar ik voelde dat we gewoon weer bij elkaar kwamen op een dag. Tess kijkt Laurens met tranen in haar ogen aan. Meen je dat nou echt fluistert ze. Ik meen het lieve schat zegt Laurens en kust haar.

Ik moet even liggen zegt Tess opeens. Ik wordt een beetje duizelig. Wacht, ik help je. Laurens helpt haar om in het bed te gaan liggen. Wil je wat eten of drinken schat vraagt hij aan Tess. Tess schud haar hoofd. Ik heb niet zo’n dorst of honger.  Je moet wat eten of drinken houd Laurens vol. Moet ik wat voor je halen? Doe maar iets zegt Tess zacht. Het maakt me niet uit. Ik haal wel wat zegt Laurens. Ik ben zo terug. Als er wat is, ik heb mijn telefoon bij me. Zacht kust Laurens haar op haar voorhoofd. Tot zo. Tess blijft in bed liggen. Ze kijkt naar haar ring die Laurens net om haar vinger heeft geschoven. Jemig, hij heeft me ten huwelijk gevraagd schiet het door Tess haar hoofd. Vol verwondering staart Tess naar de ring om haar vinger. Plotseling steekt Tineke haar hoofd naar binnen. Mevrouw de Wit, er is bezoek voor je zegt ze zacht. Kom maar binnen zegt Tess zacht denkend dat het haar ouders zijn die terug zijn gekomen. Misschien zijn het Laurens zijn ouders wel denkt ze hoopvol bij zichzelf. Maar, dit had ze niet verwacht. De drie jongens die haar misbruikt en mishandeld hebben komen een voor een de kamer binnen. Trillend van angst trekt Tess de dekens over haar hoofd. L laat me met rust snikt ze. Een van de jongens die Fabian heet stoot zijn vriend aan. Hij wijst op Tess haar buik. Zijn vriend Stan begint keihard te lachen. Ben je lekker zwanger mop? Het zou vast van mij zijn zegt hij gemeen. Laat me met rust snikt Tess. Ik heb jullie niks gedaan. Plotseling slaat Stan haar in haar gezicht. Kop dicht. Als je dit aan je vriend verteld of wat het ook is van je is, ga je eraan. Zijn derde vriend Jan Willem houdt de deur in de gaten. Trillend houd Tess haar hand voor haar wang. Hou op gilt ze. Jij bent zo stom om van een van ons zwanger te raken zegt Stan gemeen. Het is je eigen schuld. Ik wou dit niet snikt Tess. Ik heb hier niet om gevraagd.  Stan slaat haar nog een keer keihard in haar gezicht. Kop dicht zei ik toch. Kom jongens, we gaan er vandoor zegt Stan gemeen. Laat haar maar lekker liggen. We hebben gedaan wat we moesten doen. Dit is haar eigen schuld. Snel rennen ze ervandoor, langs de bewakers die bij de ingang staan. Tess blijft trillend en bont en blauw in bed achter...

Voetstappen in het bosWhere stories live. Discover now