Hoofdstuk 10

95 0 0
                                    

Zachtjes wordt er op de deur geklopt. Tess geeft geen antwoord. Tess, ik ben het zegt Laurens. Tess, mag ik binnen komen? Tess geeft nog steeds geen antwoord. Zachtjes duwt Laurens de deur open. Tess ligt zacht in bed te huilen. Schat, wat is er vraagt Laurens. Stil draait Tess haar gezicht om. Prompt laat Laurens het broodje en de koffie uit zijn handen op de grond vallen. W wat is er gebeurt stamelt Laurens. D de drie jongen snikt Tess. Ze kwamen terug.  Ze zeiden d dat dit mijn eigen schuld was. Maar dat was het niet. Ik wou het niet snikt ze. Shhht zegt Laurens stilletjes. Ik laat je niet meer alleen, nooit meer. Laat me je gezicht eens zien zegt Laurens tegen Tess. Tess haar wang begint dik te worden. Ik vraag wel voor een ijscompres voor je wang schat zegt Laurens zacht. Snikkend pakt Tess de handen van Laurens vast. N nee laat me niet alleen smeekt ze. Ik roep wel even een zuster zegt Laurens zacht.  Laurens drukt op de knop die bij Tess haar bed zit. Tineke komt de kamer in. Geschrokken zegt ze tegen Tess: Wat is er gebeurt meis? Ik ik, die jongens die me dit hebben aangedaan kwamen terug snikt Tess. Ze sloegen me en zeiden dat ik mijn mond moest houden omdat ik er anders aan ging. Geschrokt kijkt Laurens haar aan. Heeft u een kompres voor haar wang vraagt hij zacht aan Tineke. Tuurlijk jongen zegt Tineke snel. Trillend ligt Tess in bed. Snel slaat Laurens zijn arm om haar heen. Stil maar schat. Misschien zijn er wel camerabeelden gemaakt.  Er hangt een camera bij de deur. Tess ligt met haar hand  tegen haar wang te snikken in bed. Stil gaat Laurens bij haar op bed zitten. Ik laat je vanaf nu niet meer alleen zegt hij zacht. Dat is je geraden snikt Tess. Tineke komt terug met een kompres. Hier meis, houdt het maar tegen je wang aan. Laat mij je helpen zegt Laurens zacht. Hij pakt het kompres en legt het zachtjes tegen haar wang aan. Zachtjes wordt er geklopt op de deur. Het is Tineke die zachtjes binnen komt.

Het spijt me dat we ze binnen gelaten hebben zegt Tineke. Maar ze zeiden dat ze je broers waren. Ik heb helemaal geen broers snikt Tess. Ik ben enigst kind. Het spijt me zegt Tineke nog een keer. Kan ik wat voor je doen mevrouw? Nee zegt Tess zacht. Zachtjes loopt Tineke weg. Maar ik wil wel wat eten zegt ze zacht. Kom maar schat zegt Laurens. Ik neem je mee naar het restaurant hier beneden. Ik wil eerst even naar het toilet zegt Tess. Wil je meegaan alsjeblieft. Ik ben bang zegt ze zachtjes. Hoe wisten ze dat ik hier was? Ik denk dat ze mijn vader hebben aangesproken zegt Laurens zacht. Ze moeten hem gevolgd zijn. Laurens belt snel zijn vader op. Pa, met Laurens. Heb je toevallig toen je wegliep 3 jongens deze richting op zien lopen? Ja, er waren 3 jongens herinnert zijn vader zich. Ze zeiden dat ze Tess haar  broers waren en ze vroegen waar ze haar konden vinden. Ik heb ze haar kamernummer gegeven. Hoezo, is er wat gebeurd? Ze hebben haar in haar gezicht geslagen pa. Haar gezicht is bont en blauw. Ze heeft geen broers zegt Laurens boos. Ze is enigst kind. Dat wist je pa zegt Laurens boos.  Dat waren die jongens die haar mishandeld en misbruikt hebben in het bos. Je wordt bedankt pa zegt Laurens boos. Het spijt me jongen zegt zijn vader zacht. Ze waren zo geloofwaardig. Mag ik Tess even vraagt zijn vader zacht. Tess,mijn vader wilt je spreken. Hoi zegt Tess zacht. Het spijt me meisje zegt Laurens zijn vader zacht. Ik wist niet dat hun het waren. Dat kon u ook niet weten zegt Tess zacht. Het erge is, ze zijn niet gepakt. Ze kunnen zo weer toeslaan. Ik ben zo bang snikt Tess. Ik ga vragen of je bewaking voor je deur kan krijgen hoort zijn vader Laurens zeggen. Geef me mijn vader maar even zegt Laurens tegen Tess.  Tess geeft snel de telefoon aan Laurens. Nou, pa ze is bang, je wordt bedankt. Sorry jongen zegt zijn vader zacht. Dag pa. Boos hangt Laurens op. Tess kijkt hem huilend aan. Wat moeten we nou Laurens?

Voetstappen in het bosWhere stories live. Discover now