Deel 31

1K 55 1
                                    

Geschrokken keek Romaissa haar broer aan. "Waar ging dat over?" "Ik heb echt geen idee." Met een diepe zucht liep Romaissa de gang uit. Youssef bleef verstijfd voor de deur staan in de hoop dat ze zich bedenkt, dat ze weer aanklopt en in z'n armen springt. Na een kwartier voor de deur te hebben staan wachten geeft hij de hoop op. Nassira loopt op de autoweg aangezien er geen looppad is. Geen auto, geen mens, alleen zij die in het donker met een te zware koffer loopt. Heeft ze wel goed gehandeld? Youssef heeft haar niks aangedaan maar daar gaat het ook niet om, ze wil daar miet meer zijn, ze bleef ongevraagd weken slapen en to h hebben ze nooit laten merken dat ze haar stiekem zat zijn. Ze is zo onbeleefd geweest, hun voor haar laten zorgen, alrijd een volle koelkast, altijd een net warm bed en de mensen waten zo beleefd en zachtaardig voor haar. En zo loopt ze dan uren te denken, over wat ze heeft bereikt in haar leven, over de mensen die echt om haar geven en natuurlijk over waar ze nu eigenlik heen gaat. Ze blijft maar lopen zonder ook maar even op adem te komen en ze kokt ook aan. Ze komt aan in de grote stad, haar grote stad. Wat er ook gebeurd ze komt hier telkens weer terecht. Alleen moet je rond dit tijdstip als dame niet op straat zijn. Ze blijft maar lopen en komt aan bij het huis, haar ouderlijk huis ze heeft hier haar mooiste maar ook haar slechtste herinneringen liggen.
Maar wat doet ze hier? Verlangt ze zo erg weer naar dit huis? Naar haar ouders? Ze weet het allemaal niet meer maar wat ze wel weet is dat ze ergens moet slapen en dat is dan hier. Ze liep naar de achterkant van het huis en ging op de grond zitten. Ze kan niet naar binnen hoe graag ze het ook wil. Voor zich zag ze alles gebeuren. Vanaf heg moment dat Nassim werd geboren tot het moment dat ze het huis uit moest. Als ouder hoor je je kinderen toch te steunen in zo iets? Ze was vooral teleurgesteld in haar moeder. Ze speelde het spelletje mee met haar vader. Ze deed of ze haar eigen kind niet kent terwijl Nassira haar diep in de ogen keek zag ze dat ze haar dochter wou helpen, dat ze haar mist maar zo te zien is ze te vang voor haar vader. Wat zou hij tegen haar gezegd hebben? Zou hij haar hebben bedreigd? Ze weet het niet en komt daar waarschijnlijk ook nooit achter. Ze stond op en zocht naar een steentje op de grond, ze ging voor het raam van Nassim staan en richte op het raam. Mis, weer mis, raak. Het huis was donker, waarschijnlijk sliepen ze allemaal maar ze weet dat haaf broertje stiekem altijd laat opblijft. Nassim zat in zijn kamer en verstijfde toen hij een tik tegen zijn raam hoorde. Wie zou dat kunnen zijn? Speelde zich telkens op opnieuw af in zijn hoofd. En weer een tik tegen het raam. "Misschien hoort hij het niet." Sprak Nassira zachtjes tegen zichzelf. Ze zocht naar een grotere steen en gooide n'm in éénkeer raak op het raam. Alleen gebeurde er iets wat ze niet had verwacht. Ze schrok zich dood toen ze het zag. 'Shit wat heb ik gedaan.' Dacht ze. Er zat een grote barst in het raam, van hoek tot hoek en duidelijk zichtbaar. Nassim wist het zeker, iemand probeert hem wat duidelijk te maken. Hij raapte al zijn moed bij makaar en opende het gordijn een stukje. Tot zijn grote verbazing zag hij zijn grote zus daar staan. Zonder ook maar een moment te twijfelen opende hij het raam. "Wat doe jij hier?" Fluisterde hij net hard genoeg. "Nassim je moet me echt binnen laten." Jammerde Nassira tegen haar broertje. "Hoe wil je dat ik dat doe?!" "Je. Ent een slimme jongen, verzin wat." Hij was er zeker van dat zijn ouders al sliepen, alleen was zijn vader een erg lichte slaper. Nassim sloopt zijn kamer uit, nam een volle vuilniszak en liep daarmee naar beneden de deur uit. 'Heb ik tenminste een excuus.' Hij liet de deur open en smokkelde zo zijn oudere zus mee naar binnen. Ze nam plaats op zijn bed en deed zo stil mogelijk. Ze kan maar niet geloven dat hij haar echt binnen heeft gekregen. "Wat doe jij nog wakker?" "Een betere vraag is wat jij hier doet?" Nassim ging op zijn bureaustoel zitten en wachtte op een antwoord. "Lang verhaal." "Heb alle tijd." En hij deed zijn armen over mekaar. "Zeker niet, jij hebt morgen gewoon school. Yallah bed in. Ik beloof dag ik je morgen alles zal vertellen." Daar was Nassim tevreden genoeg mee en gleed gehoorzaam zijn bed in. Nassira deed haar jas en schoenen uit en ruilde met haar broertje. Trots keek ze hem aan. "Waarom kijk je zo eng?" "Echt Nassim, je wil niet weten hoe blij ik ben met jou. Ondanks alles help je me toch en zo laat je me zien dat je echt om me geeft. "Dat doe ik niet." Hij liep rood aan en draaide zijn hoofd om naar de muur. "Nassim!" In een fractie van een seconde draaide Nassim zich om en keek zijn zus met grote ogen aan.
Dat is zijn vader..

Machakil.. (voltooid)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu