Deel 77

590 41 1
                                    

Met een brok in haar keel stapte ze de auto uit. Ze sloeg de deur dicht waarna hij meteen wegreed. Nassira moest zijn zijspiegel snel ontwijken of het was door haar arm eraf gevallen. Hij begrijpt toch wel dat ze haar kind zojuist is verloren. Het dierbaarste dat ze had is zomaar verdwenen, ze heeft geen afscheid van hem kunnen nemen. Wat gaat ze tegen haar familie zeggen? Wat gaat ze tegen Andi en zijn broer zeggen? Ze zit vast, vast in de problemen die ze helemaal zelf heeft veroorzaakt. Met haar tug nog steeds naar de deur toe gekeerd nam ze plaats op het stoepje. Ze sloeg haar armen over haar inmiddels koude benen en keek naar de lucht. Het begon al schemerig te worden waardoor er een paars-blauwe lucht verscheen. Zonder het op te merken begonnen de ogen van Nassira glazig te worden. Ze trok haar neus op en voelde een gedaante die naast haar plek nam. De kracht om zich om te draaien had ze niet. Haar gedachtes dwaalde steeds af naar haar kleine Ismael. Dat arm mannetje, nog zo onschuldig, nog niet bewust van wat er allemaal om zich heen gebeurde.
'Hoe gaat het met hem?' Was de vraag die telkens opnieuw opdook in haar hoofd. Nassira proefde de zoute tranen haar mondhoeken bereikte. "Problemen?" Klonk er een zware mannen stem naast haar. De hersenen van Nassira stopte even met functioneren. Haar benen begonnen te trillen, nog steeds durfde hem niet aan te kijken. "Hele erge zelfs." Weer snoof ze haar neus op en veegde met haar mouw de tranen weg. Zonder resultaat, ze werden gevolgd door nog meer dan voorheen. "Praat met me, vertel het me." "Het spijt me." "Spijt? Waarvoor." Nassira zag uit haar ooghoek dat hij in de zelfde positie als haar zat en ook haar niet aankeek. "Voor veel." "Hmm." Na elke traan die er stroomde volgde er een harde snik. Telkens als ze weer aan haar zoontje dacht voelde ze een steek in haar hart. Ze had nooit verwacht dat Hamza haar zoiets aan zou doen. Dit moet wel een reden hebben, ze heeft hem nooit wat ergs aangedaan. Niet toen ze klein waren en al helemaal niet tijdens hun relatie. Het is nog nooit bij haar binnengekomen hem in het slechte daglicht te zetten of iets in die richting. Of ze nou echt van hem hield weet ze zo zeker niet. Ze vond hem leuk, maar houden van? Verre van dat. "Hoe wist je dat ik hier zat?" "Dat voel ik aan." Nassira lachte wat en keek toen met een glimlach omhoog naar de hemel. "Vertel het me Nassira, vertrouw me." Voor de zoveelste keer snoof ze haar neus op, ze leunde met haar hoofd tegen zijn schouders aan. "Beloof me niet boos te worden Youssef."
"Ik beloof het."

Machakil.. (voltooid)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu