Deel 97

661 41 1
                                    

"Romaissa, ik heb het geld!" Riep Nassira blij door de telefoon heen. "Je liegt! Oh mijn god, ik ben echt blij voor je." Opgelucht hield Nassira stevig het geld vast in haar jaszak. Bewust heeft ze gevraagd om contant geld om alles zo snel mogelijk af te kunnen ronden. "Blijf waar je bent ik kom je ophalen." Nassira stopte meteen met lopen en gaf aan Romaissa door waar ze precies stond. "Ik ben er zo." Na een minuut of zeven stond Romaissa voor Nassira's neus. Beide hadden ze een jurkje aan die tot boven hun knie kwam vanaf de heupen hingen de jurkjes los om hun benen heen. Zonder daar verder op te letten stapte Nassira in bij haar vriendin. Ze duwde met haar hand haar zonnebril wat oplaag en zuchtte. "Ben je weer begonnen?" "Weer begonnen? Waar heb jij het over?" "Je moet de auto van je broer te pikken en weg te rijden. Je hebt je rijbewijs nog niet eens gek." "Ik heb die van me scooter toch wel al, is precies het zelfde." Nassira lette niet meer op wat Romaissa zei en keek met een brede glimlach uit het raam. Ze moeten nu alleen nog hopen op dat die Samir de waarheid spreekt en dan komt alles goed. Alles lijkt goed te komen, deze grote nachtmerrie zou nog eens goed kunnen aflopen. Stiekem had ze de hoop al opgegeven, haar zoon was weg en ze zou hem nooit meer zien was een gedachte die telkens in haar hoofd voorkwam. "Shit." "Wat?" Veagend keek Nassira op. "Smerissen." "Nee, je liegt." Zo on opvallend mogelijk keek Nassira in de achteruitkijk spiegel, en inderdaad. Er reed een politie auto achterhun waarin je een stopteken zag branden. "Je mag gewoon rijden, probeer zo veel mogelijk vragen te ontwijken." Zuchtend zakte Romaissa een stukje in haar stoel maar sprong al gauw weer op. "Gaan we het doen?" "Wat doen?" "Je weet wel wat ik bedoel, gaan we het dit keer echt doen?" Met open staande mond keek Nassira haar aan. Toen ze nog jong waren hadden ze een keer precies hetzelfde meegemaakt alleen zat Youssef toen achter het stuur. Ze bedachten toen wat zij zouden doen als het hun eens zou overkomen in plaats ban wat die sukkel van een Youssef deed. Hij begon te flippen en is toen meegenomen. "Tuurlijk gaan we het doen, wat dacht je dan." Romaissa zag een plekje verschijnen waar ze tot stilstand kwam en zag hoe de politie wagen vlak achter hun stopte. Sluw keken de vriendinnen mekaar aan, zette hun jurkjes nog even goed en brachten hun haren over hun schouders. "Dag dames." Breed glimlachend keken ze hem aan. "Je week telkens de baan uit." "Ach kan gebeuren toch, het zal niet meer gebeuren." Nassira friemelde wat met haar jurkje en keek met een zwoele blik op. Ze dag hoe de agent slikte en even rechtop ging staan. "Mag ik je rijbewijs zien?" "Tuurlijk, Nassira geef je me me tas even?" Zei Romaissa met een zoete stem. Nassira richte zich op de achterbank en zocht met haar arm naar de tas. Ze ging weer recht zitten en duwde haar zonnebril wat lager tegen haar neus aan, ze leunde met haar arm op de steuning die zich tussen de twee voorstoelen bevond en keek hem doordringend aan. "Oh nee, ik heb m niet bij me vandaag." "Verdacht niet waar?" Vroeg hij haar." "Wil je zeggen dag je me niet geloofd?" lachte zo sierlijk mogelijk en keek hem diep in zijn ogen aan. "Ik zou toch nooit in de auto stappen als ik de nodige papieren daarvoor niet heb." "Wat staat dat uniform goed hey, vind je niet Romaissa?" "Dat valt toch meteen op, laten we dan maar niet beginnen over dat knappe gezicht van je." Beide knipoogden ze naar hem en keken hem weer onschuldig aan. "Hou vanaf nu altijd je rijbewijs bij de hand, je zal het nog eens nodig hebben." "Zal ik doen, dag lekkering!" Riep ze hem na ze reed weg en zwaaide hem nog even na. Tomaissa en Nassira barste in het lachen uit. "Nooit gedacht dat het ook nog echt zou werken." "Daar zijn we echt goed uit gekomen." Ze lachte samen weer hardop en kwamen even later aan bij het ouderlijk huis van Romaissa. Nassira drukte op de bel totdat de deur werd geopend door Youssef zelf. "Je bent wel heel ongeduldig he." Zei hij slaperig. "Alsof dat wat nieuws is." Met gebogen schouders liep hij de woonkamer in en plofte op de grote L vormige bank. "Look what I have here!" Nassira pakte het stapeltje biljetten uit haar zomer jasje en toonde het aan de slaperige Youssef. "Hoe kom je daar aan?!" Riep hij blij terwijl hij het held uit Nassira's handen graaide. "Ik zei toch dat het wel goed zal komen." "Ik zie het." Hij knuffelde haar stevig en glimlachte oprecht naar haar. "Je bent volgens mij nog blijer dan dat zij is."
Zei Romaissa die bij binnenkomst de auto sleutels op tafel gooide. "Waarom moet jij elke keer weer mijn auto nemen, haal is gewoon een keer je rijbewijs man. 6e keer is scheepsrecht." Sprak hij de laatste zin lachend uit. "Nou, bel jij die Samir op. Ik wil Ismael echt zo snel mogelijk weer terug hebben." "Zal ik nu meteen doen." In een ruk stond hij op en liep de grote trap op. Boven sloot hij hoorbaar de deur achter zich dicht dus namen de twee vriendinnen aan dat hij meteen die jongen opbelde. "Laten we hopen dat hij ons niet voor de hek houdt." "Ik heb het gevoel dat we te naïef zijn." "Ja he, jullie zijn echt te naïef." Zei Romaissa die naast haat vriendin plek nam op de bank en haar uitdagend aankeek. "Hoezo jullie? Jij doet net zo hard mee hoor." "Ik ven nooit akkoord gegaan met dit plan. Ik heb gezegd dat we wat slimmer moeten bedenken maar meneer en mevrouw wisten het toch beter en wouden perse nu gaan vertrouwen op de eerlijkheid van de mens. Helemaal top." Met open mond keek Nassira Romaissa aan. "Oké je hebt gelijk." Nassira stond op en liep naar de koelkast. "Jij ook wat?" Riep ze naar Romaissa. "Nee hoeft niet." Nassira pakte een blikje prik en sloot de koelkast weer netjes dicht. Na een paar minuten hoorde ze gerommel van boven waarna ze Youssef de trap af zagen stormen. "Ik heb de locatie door gekregen, Samir is al onderweg!"

Machakil.. (voltooid)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu