Deel 65

750 48 0
                                    

"Wat?" "Ja, we moeten weg!" "Wat zeg hij allemaal?" "Nassiraze willen ons hebben, we moeten weg." Nassira begon het warm te krijgen. "Wie wil ons hebben?" Vroeg ze met een rilling in haar stem. "Boeit nu niet, we moeten hier weg komen!" "Hamza aat is er aan de hand? Ik kan hier niet zomaar weg." "Het moet wel! Pak Ismeal en een paar spullen ik sta binnen een uur voor je deur." "Ben je gek! Ik kan niet van de een op de andere dag vedwijnen." "Het moet." En hij hijg op. Is deze gast gek geworden. Maar hij klonk bloed serieus. "Wat heb je toch weer geflikt Hamza?" Vroeg ze aan zichzelf. Onbewust pakte ze een weekend tas vanonder haar bed vandaan en pakte een paar kleertjes van haar en Ismael uit de kast. "Nassira wat ben je aan het doen?" Klonk de stem van Nassim. Geschrokken keek ze op. "Doe je even de deur achter je dicht." Knikkend sloot hij de deur en nam plaats op het bed van zijn zus. "Nassira waar ga je naartoe?" "Ik ga een tijdje weg Nassim." "Waarom?" Vroeg hij terwijl hij zichzelf naar achter gooide. "Weet ik ook niet, het gaat niet lang duren. Voor je het weet ben ik er weer." "En Ismael dan." "Die gaat mee, kijk als jij maar gewoon naar mama en Nasredinne luistert en niet elke keer weer problemen meeneemt van straat is alles goed. Ik weet dat de middelbare school even wennen is maar je bent wel een slimme jonge, je kan zulke dingen wel aan. Oke?" Hij hief enkel zijn schouders op en draaide zich op zijn zij naar Ismael toe. "Ga jij ook weg?" Vroeg hij aan Ismael. "Nassim hij ligt te slapen." "En dan, dan word ie toch wakker. Ik laat me neefje toch niet zonder afscheid weggaan." Ze zuchtte en pakte een dikke jas voor haar en haar zoontje. "Mij hou je niet voor de gek. Je blijft een tijdje weg dat weet ik." Met gefronste wenkbrauwen keek ze hem aan. "Maak je maar geen zorgen, ik vertel niemand er wat over." Dankbaar keek ze haar broertje aan. "Wat ben je toch ook een slimme jongen." "Dat weet ik toch." Zei hij uit hoge dunk. Nassim speelde wat met Ismael onder de ogen van Nassira. "Kijk, je moet me dekken." "Dekken?" Vragend keek hij op van Ismael. "Ja, ik kan niet tegen ze zeggen dat ik opeens wegga. Teveel vragen en ze zullen natuurlijk weigeren." "Begrijp ik." "Dus je miet ervoor zorgen dat ik ongezien het huis uit kan komen." "Hoe moet ik dat nou weer gaan doen." "Zet deze tas alsjeblieft ongezien voor de deur en lijd ze dan af." "Ik kom er verder wel." "Zeker?" "Ja zeker." "Hoelang denk je dat je weg blijft?" "Weet ik niet." "Met wie ga je eigenlijk?" "Hamza, het is zijn idee." "Ugh ik mag hem niet wist je dat. Waarom ging je erin mee?" "Hij heeft me nodig, ik voel me verplicht om mee te gaan." "Hm." Liet hij sarcastisch los. "Dus hier is me tas, breng m naar buiten en overdrijf eens niet zo." Al zuchtend en puffend nam hij de tas van zijn zus over en liep de trap af. Hij gaat zijn zus missen, ze zijn altijd al goed met mekaar geweest. Nooit hebben ze ruzie gehad. Misschien door het leeftijdsverschil? Maakt ook niet zoveel uit, als het contact maar goed is. Met zijn hoofd nog in de wolken gooide hij de tas naast de deur tussen twee bakken planten. "Nassim wat doe je buiten?" Riep zijn moeder vanuit de woonkamer. "Niks hoor, ik dacht dat ik de bel hoorde." Verzon hij snel. Nasredinne zat boven in zijn kamer over hem hoefde Nassim zich geen zorgen te maken. Het is niet de eerste keer dat hij zijn broer of zus moet dekken. Vooral Nasr moest vaak ongezien het huis uitkomen. Stiekem vond Nassim het wel leuk om te doen, dat stiekeme gedoe gaf hem als tiener jongetje wel een kik. Nooit zijn ze gepakt dus deed hij het nu zonder moeite. Nassim liep de woonkamer in en sloot onopgemerkt de deur achter zich. "Mama waarom was net iedereen aan het huilen?" Vroeg Nassim zijn moeder gemeend. Het moest wek een gevoelig onderwerp zijn dus zitten ze hier wel even.
"Iets gehoord wat we niet leuk vinden." En ze keek weer geconcentreerd naar de televisie. "Mag ik het ook weten?" "Nu nog niet." "Waarom niet, waarom behandelt iedereen mij als een klein kind?" "Ben je toch ook, je bent toch mijn klein kindje." Rhimo trok haar zoon naar zich toe. 'Een goeie manier om het niet te vertellen.' Dachten ze beide.
Boven was Nassira aan het wachten op het telefoontje van Hamza. Ze hoorde een auto met zware motor de straat inrijden.
"Dat is m." Zei ze hardop tegen zichzelf. Snel nam ze Ismael in haar armen, ze keek voor de zekerheid nog in haar tas of ze alle belangrijke spullen erin heeft gestopt en liep met jas en schoenen al aan zachtjes de trap af. Nassira opende de voordeur en bekeek Ismael die net zijn oogjes opende en sloot de deur weer achter zich.
"Daar gaan we weer."

Machakil.. (voltooid)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu