Deel 40

883 50 1
                                    

Romaissa stapte vrijwel meteen uit. "Ik bedoelde het allemaal goed." Schreeuwde ze nog naar hem voordat ze de deur dicht knalde. Stampvoetend liep ze naar Nasr en plofte naast hem neer. Stilletjes bleef ze zitten, vreemd keek Nasr haar aan. Normaal zou ze nu haar verhaal doen in snelle en boze woorden. "Wat is er?" Vroeg hij haar en gij draaide zich helemaal naar haar om. "Niks." "Niet liegen ik zie toch aan je dat er wat is." Ze zuchtte diep en begroef haar gezicht in zijn borstkas. Langzaam begon ze te huilen. "Youssef geeft mij de schuld van wat er gebeurd is, Nassira is mijn vriendin. Ik hoor haar niet te verraden. Ik hou echt van hun allebei maar ik kan haar geheimen niet doorvertellen, ook niet aan Youssef." Sprak ze half snikkend uit. Nasr woelde door haar haar en suste haar rustig. "Het komt wel allemaal goed, hij is nu gewoon boos om wat er gebeurd is. Het komt allemaal goed." Haar gesnik werd minder en langzaam sloot ze haar ogen.

Ze opende haar ogen en knipperde een paar keer. Ze zag niks, alles was zwart. Nogmaals knipperde ze een paar keer met haar ogen maar zonder succes. Achter zich hoorde ze voetstappen, vele voetsappen. Ze liepen steeds sneller en sneller het erden er steeds meer en ze rende allemaal om haar heen. Ze wisten precies wat ze deden want ze werd door geen van allen geraakt. Romaissa werd gek van het geluid, ze zakte in en trok haar knieën omhoog. Gestresst keek ze om zich heen in de hoop te zien wat er om haar heen afspeelt. Het geluid werd steeds luider, het bonkte rond in haar hoofd en ze kreeg er ongelofelijk veel koppijn van. "Je moet kiezen." Hoorde ze een verdwaalde stem zeggen met vele echo's die volgde. "Je moet kiezen." Hoorde ze nogmaals. Ze herkende de stem maar wist niet meer precies van wie het was, het lag op het puntje van haar tong maar het kwam er maar niet van. "Je moet kiezen!" Schreeuwde deze stem nu wat haar hart uit zijn kas liet springen. "Houd je bek!" Schreeuwde ze dapper, ze wist niet waar ze het lef vandaan haalde maar ze deed het wel. "Je weet dat je uiteindelijk gaat moeten kiezen." Hoorde se nu een zachtaardige stem zeggen. Deze herkende ze niet. "Dat moet ik niet." Ze hoorde nu van beide stemmen gegrinnik, het maakte haar alleen maar banger en ze kroop steeds meer in mekaar. "Je moet kiezen!" Schreeuwde beide stemmen door mekaar heen. Vele malen herhaalde zich dit. Er kwam geen einde aan, ze werd er gek van. Ze drukte haar handen op haar oren en werd door tig handen liggend op de grond geduwd

"Romaissa a gra." Hoorde ze ergens in de verte. Hou graag ze haar ogen ook wil openen het lukt niet. "Romaissa!" Volgde er na een paar stevige klappen in haar gezicht. Nog nooit heet ze wat liever gewild dan nu haar ogen kunnen openen. Een vlaag water vloog er in haar gezicht. Nu kon ze het wel, ze opende woedend haar ogen en keek recht in die van Nasr. Ze lag met haar hoofd op zijn schoot en de rest van haar lichaam op de andere stoelen. "Wat doe je?!" Riep ze recht in zijn gezicht. "Je zat hier als een gek te schreeuwen man." Gefrustreerd stond ze in één keer op en pakte haar telefoon uit haar broekzak. "Het is al middag!" "Dat meen je niet, is Nassira al die tijd alleen geweest." Blijkbaar is Nasr ook in slaap gevallen en hebben die twee veel gemist. Ze stormde de kamer binnen en zagen tot hun verbazing niemand. Alles was opgeruimd en het leek wel alsof ze hier nooit is geweest. Nasr belde ondertussen zijn moeder en kwam erachter dat ze al thuis zijn. "Alles was hoed dus mocht ze al meteen weg." "En ze hebben ons hier alleen gelaten." "Verast me niks." Zonder op Nasr te wachten liep Romaissa alvast richting de auto. "Wat ben jij aan het doen?" Vroeg hij haar toen ze de garage inliepen. "We gaan toch naar haar toe?" "We?" Hij liet een sarcastisch lachje los en stapte in zijn auto. Hij liet het raampje zakken en keek haar arrogant aan. "We gaan nergens naartoe, jij gaat lekker lopen." "Kinderachtig hoor." Met rollende ogen liep ze weg. Het was toch niet zo veel lopen naar hun huis dus zette ze het op lopen. "Waarom hebben jullie ons daar alleen gelaten." "Lachen toch." Antwoordde Nassira lachend. "Waar is Romaissa?" Hij lachte in zichzelf en dacht terug aan de blik van Romaissa. "Die wou graag lopen." Zijn moeder keek hem bood aan en klapte hem hard op zijn hoofd. De bel klonk luid door het huis heen. Nassira nam aan dat het Romaissa was en opende de deur zonder te kijken. "En hoe wad het lopen?" Vroeg ze grinnikend. "Ik zou liever met jou willen lopen..."

Machakil.. (voltooid)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu